ECLI:NL:RBAMS:2023:1554

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
16 maart 2023
Publicatiedatum
20 maart 2023
Zaaknummer
10174700 CV EXPL 22-14244
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van tandheelkundige kosten met geschil over ontvangst van facturen en buitengerechtelijke kosten

In deze zaak vordert de besloten vennootschap Infomedics B.V. betaling van een bedrag van € 37,25 aan hoofdsom, alsook buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente van de gedaagde, die een tandheelkundige behandeling heeft ondergaan. De gedaagde heeft de factuur van Infomedics, die de vordering van de tandarts heeft gecedeerd, betwist op basis van het feit dat zij nooit de aanmaningen of herinneringen heeft ontvangen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde de behandeling heeft ondergaan en een deel van de hoofdsom heeft betaald, maar dat de vordering van Infomedics voor het overige niet toewijsbaar is vanwege de oneerlijke bedingen in de betalingsvoorwaarden. De kantonrechter heeft ambtshalve getoetst of de bedingen in de overeenkomst met de consument oneerlijk zijn en heeft geoordeeld dat de voorwaarden van Infomedics de consument onterecht benadelen. De gedaagde is veroordeeld in de proceskosten, maar de gevorderde buitengerechtelijke kosten en rente zijn afgewezen. De beslissing is genomen op 16 maart 2023 door kantonrechter A.W.J. Ros.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 10174700 CV EXPL 22-14244
vonnis van: 16 maart 2023
fno.: 57327

vonnis van de kantonrechter

I n z a k e

de besloten vennootschap Infomedics B.V.

gevestigd te Almere
eiseres
nader te noemen: Infomedics
gemachtigde: Yards Deurwaardersdiensten B.V.
t e g e n

[gedaagde]

wonende te [woonplaats]
gedaagde
nader te noemen: [gedaagde]
procederend in persoon

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

  • de dagvaarding van 21 oktober 2022 met producties;
  • het proces-verbaal van mondelinge antwoord;
  • het instructievonnis van 24 november 2022;
  • de conclusie van repliek, tevens vermindering van eis, met een productie;
  • het proces-verbaal van de mondelinge dupliek;
Vervolgens is datum voor vonnis bepaald op heden.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Feiten

1. Als gesteld en niet (voldoende) weersproken staat het volgende vast:
1.1.
[gedaagde] heeft op 19 april 2022 een tandheelkundige behandeling ondergaan bij Tandartspraktijk Plantage Middenlaan (hierna: de tandarts).
1.2.
De tandarts heeft de vordering inzake de kosten van die behandeling gecedeerd aan Infomedics.
1.3.
Infomedics heeft voor de behandeling op 29 april 2022 een factuur gestuurd aan [gedaagde] voor een bedrag van € 37,25.
1.4.
Op de facturen zijn de algemene betalingsvoorwaarden (hierna: de betalingsvoorwaarden) van Infomedics van toepassing. In deze voorwaarden is – voor zover van belang – bepaald:
‘Als u de rekening niet voor de vervaldatum heeft betaald, dan bent u in verzuim zonder dat daarvoor een nadere ingebrekestelling is vereist. Omdat u het uiteraard vergeten kunt zijn, sturen we u een herinnering waarin wij u vragen de rekening alsnog binnen 15 dagen nadat deze brief bij u bezorgd is, te voldoen. Mocht de betaling binnen deze gestelde datum uitblijven, dan brengen wij rente en incassokosten in rekening.’
1.5.
Infomedics en haar incassogemachtigde hebben diverse herinneringen en aanmaningen gestuurd.
1.6.
[gedaagde] heeft na dagvaarding een betaling van € 37,25 gedaan.

Vordering

2. Infomedics vordert bij dagvaarding dat [gedaagde] bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
€ 37,25 aan hoofdsom;
€ 40,00 aan buitengerechtelijke incassokosten;
€ 0,25 aan wettelijke rente, berekend tot 30 september 2022;
e wettelijke rente over € 37,25 vanaf 30 september 2022;
de proceskosten;
de wettelijke rente over de proceskosten, ingaande de vijftiende dag na de datum van betekening van het vonnis tot de dag van volledige betaling.
3. Infomedics stelt hiertoe het volgende. Geen van de poststukken is retour gekomen en alles is op basis van de juiste adresgegevens verzonden. Ook na het uitbrengen van de dagvaarding heeft Infomedics niets vernomen van [gedaagde] . [gedaagde] heeft na de dagvaarding een bedrag van € 37,25 overgemaakt maar nam geen contact op met Infomedics of haar gemachtigde. Pas bij conclusie van antwoord werd eerst van [gedaagde] vernomen. Het lag op de weg van [gedaagde] om een actievere houding aan te nemen zodat het dossier wellicht ingetrokken had kunnen worden en bijkomende kosten voorkomen hadden kunnen worden. Infomedics vermindert haar eis met de betaling van € 37,25 en handhaaft de resterende vordering met nevenvorderingen.

Verweer

4. [gedaagde] voert aan dat zij de aanmaning en de herinneringen nooit heeft ontvangen. Het adres klopt, maar het betreft een appartementencomplex met 16 bewoners waar het nog wel eens mis gaat met de post. Zij wist niet dat deze rekening openstond. Op 11 november 2022 heeft [gedaagde] een bedrag van € 37,25 aan Infomedics betaald. Zij maakt bezwaar tegen de buitengerechtelijke incassokosten en de kosten van de procedure, omdat zij nooit een factuur of herinnering heeft ontvangen.

Beoordeling

5. Infomedics baseert haar vordering op nakoming van de tussen de tandarts en [gedaagde] gesloten behandelingsovereenkomst.
6. De tandarts is als handelaar aan te merken. [gedaagde] is consument, althans wordt vermoed consument te zijn. Nu de onderhavige overeenkomst een geneeskundige behandelingsovereenkomst betreft, hoeft niet te worden getoetst of is voldaan aan de informatieverplichtingen van artikel 6:230l Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) en verder (zie artikel 6:230h lid 2 onder d BW).
7. [gedaagde] betwist niet dat zij de behandelingen heeft ondergaan. Een bedrag van € 37,25 heeft zij inmiddels voldaan. De kantonrechter neemt aan dat [gedaagde] hiermee bedoeld heeft de hoofdsom te voldoen. Feitelijk gaat het in deze procedure derhalve alleen nog over de vraag of [gedaagde] gehouden is de overige kosten zoals vermeld onder 2. te betalen. Daartoe overweegt de kantonrechter het volgende.
8. Omdat [gedaagde] een consument is moet de kantonrechter ambtshalve onderzoeken of de bedingen die in de tussen partijen gesloten overeenkomst staan, niet oneerlijk zijn in de zin van Richtlijn 93/12/EEG betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (hierna: de richtlijn).
9. Volgens artikel 3, lid 1 van de richtlijn wordt een beding in een overeenkomst waarover niet afzonderlijk is onderhandeld, als oneerlijk beschouwd indien het, in strijd met de goede trouw, het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen van de partijen ten nadele van de consument aanzienlijk verstoort. Op grond van de bijlage bij deze richtlijn kan een beding dat tot doel of tot gevolg heeft de consument die zijn verbintenissen niet nakomt, een onevenredig hoge schadevergoeding op te leggen, als oneerlijk beding worden aangemerkt (artikel 1, onder e, van de bijlage in samenhang met artikel 3, lid 3, van de richtlijn).
10. [gedaagde] is als consument slechts de kosten als bedoeld in het Besluit vergoeding buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd, voor zover is voldaan aan het bepaalde in artikel 6:96 van het Burgerlijk Wetboek. De bepaling in de door Infomedics gehanteerde betalingsvoorwaarden met betrekking tot de verschuldigdheid van rente en incassokosten (zie hiervoor onder r.o. 1.4.) specificeert niet nader hoe hoog de kosten zijn die in rekening zullen worden gebracht, noch wordt er een maximum aan verbonden. Dit kan ertoe leiden dat onbeperkte kosten voor rekening van de consument worden gebracht. Hiermee wordt het evenwicht ten nadele van de consument onevenredig verstoord. Daarmee wordt het beding als oneerlijk beoordeeld en is de consument daaraan niet gebonden. Dat Infomedics haar vordering niet op deze voorwaarden heeft gebaseerd, zoals zij heeft gesteld in de dagvaarding, maakt dit niet anders. Dit betekent dat de gevorderde buitengerechtelijke kosten en de gevorderde rente niet toewijsbaar zijn. Nu sprake is van een oneerlijk beding, is terugvallen op de wettelijke regeling niet mogelijk, zie HvJ EU 27 januari 2021, ECLI:EU:2021:68. Alleen door op deze wijze afschrikkend, evenredig en doeltreffend te sanctioneren, wordt de beoogde doelstelling van de gemeenschapswetgever bereikt en verdwijnen oneerlijke bedingen uit overeenkomsten met consumenten.
11. Ten aanzien van de proceskosten geldt dat op grond van de wet de in het ongelijk gestelde partij moet worden veroordeeld in de kosten van de procedure. Nu [gedaagde] ten tijde van het uitbrengen van de dagvaarding nog niet de hoofdsom had betaald, is zij terecht gedagvaard en komen deze kosten in beginsel voor haar rekening. Dit kan anders zijn als zij rauwelijks – dus zonder eerdere aankondiging – is gedagvaard.
12. Voor beantwoording van de vraag of [gedaagde] rauwelijks is gedagvaard, moet de zogenaamde ontvangsttheorie, zoals neergelegd in artikel 3:37 lid 3 Burgerlijk Wetboek (BW), worden toegepast.
13. Artikel 3:37 lid 3 BW houdt in dat een tot een bepaalde persoon gerichte verklaring, om haar werking te hebben, die persoon moet hebben bereikt. Met betrekking tot een schriftelijke verklaring geldt als uitgangspunt dat deze de geadresseerde heeft bereikt als zij door hem is ontvangen. Het antwoord op de vraag wanneer kan worden gezegd dat een verklaring door de geadresseerde is ontvangen, wordt noch in de wettekst noch in de daarbij behorende toelichting gegeven. Indien de ontvangst van de verklaring wordt betwist, brengt een redelijke, op de behoeften van de praktijk afgestemde, uitleg mee dat de afzender in beginsel feiten of omstandigheden dient te stellen en zonodig te bewijzen waaruit volgt dat de verklaring door hem is verzonden naar een adres waarvan hij redelijkerwijs mocht aannemen dat de geadresseerde aldaar door hem kon worden bereikt, en dat de verklaring aldaar is aangekomen. Als adres in vorenbedoelde zin kan in beginsel - behoudens andersluidend beding - worden aangemerkt de woonplaats van de geadresseerde in de zin van artikel 1:10 BW, dan wel, indien de mededeling een zakelijke kwestie betreft, het zakelijke adres van de geadresseerde, en voorts het adres waarvan de afzender op grond van verklaringen of gedragingen van de geadresseerde mocht aannemen dat deze aldaar door hem kon worden bereikt, bijvoorbeeld diens postbus, e-mailadres of ander adres dat bij recente contacten tussen partijen door de geadresseerde is gebruikt (ECLI:NL:HR:2013:BZ4104).
13. Infomedics heeft onbetwist gesteld dat zij alle brieven heeft gezonden naar het juiste adres, en dat geen enkele brief als onbestelbaar retour is ontvangen. [gedaagde] heeft de juistheid van het adres erkend, maar erop gewezen dat dit een appartementencomplex betreft met 16 bewoners en er vaker problemen zijn met de post Nu [gedaagde] ermee bekend is dat er vaker problemen zijn met de post, ligt het op haar weg om er zorg voor te dragen dat zij ook op een andere wijze bereikbaar is voor derden – bijvoorbeeld per e-mail – en derden over die mogelijkheid te informeren. Dat zij dit heeft gedaan, is gesteld noch gebleken. Dat de factuur en de daaropvolgende aanmaningen [gedaagde] niet hebben bereikt komt naar het oordeel van de kantonrechter dan ook voor haar rekening en risico.
15. Gelet op het voorgaande komen de proceskosten die door Infomedics zijn gemaakt voor rekening van [gedaagde] . De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten zal worden toegewezen met inachtneming van de hierna te bepalen termijn.

BESLISSING

De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van Infomedics begroot op:
exploot € 107,22
salaris € 78,00
griffierecht € 128,00
-----------------
totaal € 313,22
voor zover van toepassing, inclusief btw, te voldoen binnen 14 dagen na de betekening van dit vonnis, bij gebreke waarvan voormeld bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente met ingang van de vijftiende dag na de betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
veroordeelt [gedaagde] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 19,00 aan salaris gemachtigde, voor zover van toepassing inclusief btw;
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.W.J. Ros, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 16 maart 2023 in tegenwoordigheid van de griffier.