Op 13 maart 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres, een inwoner van Amsterdam, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam. Eiseres had beroep aangetekend tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een eenmalige energietoeslag voor het jaar 2022. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, omdat er een motiverings- en zorgvuldigheidsgebrek kleefde aan het bestreden besluit van verweerder. De rechtbank oordeelde dat verweerder onvoldoende had gemotiveerd waarom eiseres geen recht had op de energietoeslag, ondanks dat zij in het verleden kwijtschelding van gemeentelijke belastingen had ontvangen op basis van een inkomenstoets.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er bijzondere omstandigheden waren die maakten dat moest worden afgeweken van de beleidsregels. Eiseres had in 2021 een inkomen dat net boven het toetsbedrag lag, maar in 2022 lag haar inkomen onder het toetsbedrag. De rechtbank oordeelde dat verweerder niet voldoende had onderzocht of er bij de kwijtschelding van gemeentelijke belastingen een inkomenstoets had plaatsgevonden, wat had kunnen leiden tot een andere beslissing over de energietoeslag.
De rechtbank heeft zelf in de zaak voorzien en bepaald dat verweerder aan eiseres de eenmalige energietoeslag voor 2022 moet toekennen. Tevens is het bestreden besluit vernietigd en is bepaald dat het griffierecht van € 50,- aan eiseres moet worden vergoed. De uitspraak is gedaan in het openbaar en partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan.