Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Vrijspraak
5.Beslag
6.Beslissing
niet bewezenen spreekt verdachte daarvan vrij.
de bewaring ten behoeve van de rechthebbendevan:
Rechtbank Amsterdam
In de zaak tegen de verdachte, geboren op [geboortedag] 1981 en zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, heeft de rechtbank Amsterdam op 13 maart 2023 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van het medeplegen van het telen, bereiden, verkopen en vervoeren van 113,93 kilogram cocaïne, alsook van het witwassen van € 412.025,-. De rechtbank heeft de zaak behandeld op basis van het onderzoek dat plaatsvond tijdens de terechtzittingen op 20, 25 en 27 januari 2023. De officier van justitie, mr. R. Willemsen, heeft vrijspraak bepleit, omdat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte wetenschap en beschikkingsmacht had over de verdovende middelen en het geldbedrag. De verdediging heeft eveneens vrijspraak bepleit, met argumenten dat de verdachte niet in de woning aanwezig was en geen kennis had van de cocaïne of het geld.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte huurder was van slaapkamer A in de woning, maar niet kon worden bewezen dat hij toegang had tot slaapkamer B, waar de cocaïne en het geld werden aangetroffen. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet op camerabeelden was waargenomen tijdens de relevante tijdstippen en dat er geen bewijs was dat hij betrokken was bij de tenlastegelegde feiten. Daarom heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van de tenlasteleggingen.
Daarnaast is er een auto, een Peugeot Partner, in beslag genomen onder verdachte, maar deze bleek niet aan hem toe te behoren. De rechtbank heeft de bewaring van de auto gelast ten behoeve van de rechthebbende. Het vonnis is uitgesproken door de meervoudige kamer van de rechtbank Amsterdam.