ECLI:NL:RBAMS:2023:17

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
4 januari 2023
Publicatiedatum
3 januari 2023
Zaaknummer
C/13/716545 / HA ZA 22-330
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslag op horloges en vorderingen tot afgifte in civiele procedure tussen ex-partners

In deze civiele procedure, die op 4 januari 2023 door de Rechtbank Amsterdam is behandeld, zijn er vorderingen gedaan door eiseres en gedaagde met betrekking tot de afgifte van drie horloges en andere zaken. Eiseres stelt dat zij twee horloges als geschenken heeft ontvangen van gedaagde, terwijl gedaagde dit betwist en een tegenvordering heeft ingediend voor de afgifte van verschillende goederen, waaronder koffers en huishoudelijke apparaten. De rechtbank heeft vastgesteld dat gedaagde één horloge als 'push present' heeft geschonken aan eiseres ter gelegenheid van de geboorte van hun zoon, en dat dit horloge aan eiseres moet worden teruggegeven. Het tweede horloge, dat eiseres voor haar verjaardag zou hebben gekregen, is niet voldoende onderbouwd en de vordering tot afgifte daarvan is afgewezen. Het derde horloge, een Audemars Piguet, is door gedaagde aan hun minderjarige zoon geschonken, en de rechtbank heeft geoordeeld dat dit horloge ook aan eiseres moet worden afgegeven. De tegenvorderingen van gedaagde zijn deels afgewezen en deels is gelegenheid gegeven voor bewijslevering. De rechtbank heeft de partijen aangespoord om te proberen tot een minnelijke regeling te komen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rolnummer: C/13/716545 / HA ZA 22-330
Vonnis van 4 januari 2023
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats] ,
domicilie kiezende te [woonplaats] ,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. K. Beumer te Middelharnis,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
advocaat mr. P. Katz te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [eiseres] en [gedaagde] worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 29 maart 2022 met producties,
  • de conclusie van antwoord, tevens eis in reconventie met producties,
  • het tussenvonnis van 14 september 2022, waarbij een mondelinge behandeling is bepaald,
  • de conclusie van antwoord in reconventie, met producties,
  • de akte wijziging/vermindering van eis in reconventie,
  • de beschikking van de Rechtbank Den Haag, met kenmerk 10015981 EJ VERZ 22-81033, waarin een machtiging aan [eiseres] is verleend om namens [naam minderjarig kind] een procedure te voeren,
  • de akte van depot, waarbij door [eiseres] een USB-stick is gedeponeerd, opgemaakt door de griffier d.d. 21 oktober 2022,
  • de akte overlegging producties van de zijde van [gedaagde] ,
  • het proces-verbaal van 14 november 2022 en de daarin genoemde stukken,
  • het B16 formulier van 29 november 2022 van de zijde van [eiseres] ,
  • het B16 formulier van 30 november 2022 van de zijde van [gedaagde] .
1.2.
Op de mondelinge behandeling is partijen met hun instemming nog twee weken de tijd gegeven om zelf overeenstemming te bereiken. Voor het geval dat niet mocht lukken (welk geval zich heeft voorgedaan), is reeds bij gelegenheid van de mondelinge behandeling het vonnis bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
Partijen hebben vanaf 2017 een affectieve relatie gehad welke in februari 2022 is beëindigd. Uit deze relatie is een thans nog minderjarig kind geboren, [naam minderjarig kind] (hierna: [naam minderjarig kind] ). [eiseres] is belast met het gezag over [naam minderjarig kind] en is derhalve de alleen gezaghebbende ouder/wettelijk vertegenwoordiger van [naam minderjarig kind] .
2.2.
[gedaagde] is een Nederlandse artiest met artiestennaam [artiestennaam] . [gedaagde] is bestuurder en enig aandeelhouder van [naam B.V.] .
2.3.
Op 16 maart 2022 is namens [eiseres] een verzoekschrift tot het leggen van conservatoir beslag tot afgifte bij deze rechtbank ingediend. De voorzieningenrechter van deze rechtbank heeft op 16 maart 2022 verlof verleend tot het leggen van voornoemde beslagen.
2.4.
Namens [eiseres] is bij deurwaardersexploot van 17 maart 2022 conservatoir beslag tot afgifte van een drietal horloges gelegd bij juwelier Schaap en Citroen B.V. te Amsterdam (hierna verder te noemen: Schaap en Citroen). Deze horloges zijn door de deurwaarder als volgt omschreven:
“(…)
  • Een Rolex Daytona Oyster Perpetual;
  • Een Rolex Oyster Perpetual Daydate (in het verzoekschrift abusievelijk Datejust genoemd);
  • Een Audemars Piguet (Royal Oak).”.
De deurwaarder heeft hiervan onderstaande foto’s gemaakt.
horloge 1 horloge 2 horloge 3
2.5.
Partijen en hun advocaten hebben daarna verschillende malen contact gehad over de punten van geschil, maar dat heeft niet geleid tot een minnelijke regeling.

3.Het geschil

In conventie

3.1.
[eiseres] vordert – samengevat – zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. een verklaring voor recht dat de Rolex Daytona Oyster Perpetual alsmede een Rolex Oyster Perpetual Daydate in eigendom toebehoren aan [eiseres] , alsmede veroordeling van [gedaagde] tot afgifte hiervan aan [eiseres] ,
II. een verklaring voor recht dat het horloge – een Audemans Piguet (Royal Oak) –
is geschonken aan [naam minderjarig kind] , alsmede veroordeling van [gedaagde] tot afgifte hiervan aan [eiseres] ,
III. veroordeling van [gedaagde] in de kosten van deze procedure, almede in de beslagkosten.
3.2.
[gedaagde] voert hiertegen verweer.
In reconventie
3.3.
[gedaagde] vordert, na akte vermindering van eis, in reconventie, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. [eiseres] te veroordelen om binnen zeven dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis aan [gedaagde] in goede en werkende staat te retourneren de volgende zaken, op straffe van verbeurte van een dwangsom:
a. Louis Vuitton tas,
b. twee aluminium Rimowa koffers,
c. SMEG Dolce & Gabbana broodrooster,
d. SMEG Dolce & Gabbana blender,
e. SMEG Dolce & Gabbana waterkoker,
f. bestekset,
g. servies,
h. attributen uit SMEG sommelierlade: wijnvacumeerpompje met twee kurken, een wijn/champagnestopper, rvs schenktuit, druppelvanger, stalen kurk, rode wijn kurk, champagnetang en het sommeliermes/de kurkentrekker,
i. twee PlayStation 5 controllers.
II. veroordeling van [eiseres] tot betaling van een bedrag van € 795,00 aan [gedaagde] voor de vervanging van de schoenen die zij ten onrechte heeft meegenomen uit de woning van [gedaagde] , te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf
1 juni 2022 tot aan de dag der algehele betaling,
III. veroordeling van [eiseres] tot betaling van een bedrag van € 11.723,00 aan [gedaagde] voor de vervanging van het kleed en de bank die [eiseres] heeft vernield, te vermeerderen met de wettelijk rente daarover vanaf 1 juni 2022 tot aan de dag der algehele voldoening,
IV. veroordeling van [eiseres] tot betaling van een bedrag van € 455,00 voor de schoonmaakkosten van het appartement van [gedaagde] en kosten voor de reinigingspoging van het besmeurde kleed, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 juni 2022 tot aan de dag der algehele betaling,
V. veroordeling van [eiseres] in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover.
3.4.
[eiseres] voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen.

4.De beoordeling

In conventie en in reconventie

4.1.
Tussen partijen bestaat een geschil omtrent een aantal waardevolle roerende zaken. De vorderingen in conventie en in reconventie strekken grotendeels tot vaststelling door de rechtbank wie eigenaar is, en lenen zich daarom voor gezamenlijke behandeling. [eiseres] legt aan haar vorderingen in conventie ten grondslag dat [gedaagde] haar twee van bovenstaande horloges heeft geschonken en één aan hun zoon [naam minderjarig kind] . [gedaagde] legt aan zijn vordering in reconventie ten grondslag dat hij heeft moeten vaststellen dat [eiseres] bij haar vertrek uit de woning van [gedaagde] een aantal spullen heeft meegenomen die aan [gedaagde] in eigendom toebehoren. De rechtbank zal hierna de stellingen van partijen, voor zover van belang, puntsgewijs behandelen.
Rolex Daytona Oyster Perpetual (horloge 1)
4.2.
[eiseres] stelt dat [gedaagde] haar een Rolex Daytona Oyster Perpetual (hierna: Rolex Daytona), tijdens hun affectieve relatie – als “pushpresent” voor de geboorte van hun zoon – zou hebben gegeven met de inscriptie [geboortedatum] dit is de geboortedatum van hun zoon. [eiseres] heeft hiertoe onder andere verwezen naar bepaalde (nieuws)artikelen, verschillende posts op de Instagrampagina van [gedaagde] en [eiseres] alsook een brief van de Belastingdienst waarin wordt verzocht aangifte schenkingsbelasting te doen. [eiseres] stelt dat zij [gedaagde] heeft verzocht dit horloge aan haar te geven, maar dat hij dat niet doet. Dit horloge is door de deurwaarder in beslag genomen, aldus [eiseres] .
4.3.
[gedaagde] betwist dat er sprake is van een schenking. Hij zegt dat hij het horloge aan [eiseres] in bruikleen heeft gegeven, dat hij het horloge heeft gekocht ter gelegenheid van de geboorte van zijn zoon, met de bedoeling om dit aan zijn zoon te geven wanneer hij meerderjarig wordt.
4.4.
De rechtbank is van oordeel dat [gedaagde] het horloge aan [eiseres] heeft geschonken. De stelling van [gedaagde] dat hij het horloge slechts in bruikleen aan [eiseres] zou hebben gegeven is ongeloofwaardig gelet op verschillende foto’s op de Instagramaccounts van partijen met o.a. de tekst op de Instagrampagina van [gedaagde] : “Zorg goed voor je vrouw jongens” en foto’s waarop het horloge in een doos wordt vastgehouden door [gedaagde] naast het kraambed van [eiseres] . De rechtbank zal daarom de gevraagde verklaring voor recht en de vordering van [eiseres] tot teruggave van de Rolex Daytona bij eindvonnis toewijzen.
Rolex Oyster Perpetual Daydate (horloge 2)
4.5.
[eiseres] stelt verder dat zij van [gedaagde] een horloge (een Rolex Oyster Perpetual Daydate) ter gelegenheid van haar verjaardag heeft gekregen en dat [gedaagde] in het bezit is van dit horloge. Dit is echter een ander horloge dan het horloge dat door de deurwaarder in beslag is genomen (een gouden Rolex Oyster Perpetual Daydate met gouden wijzerplaat) en dat is omschreven als een Rolex Oyster Perpetual Daydate (zie foto 2). Dit in beslag genomen horloge is van [gedaagde] , daar zijn partijen het over eens.
Dat betekent dat de gevraagde verklaring voor recht en vordering tot afgifte van het in beslag genomen horloge Rolex Oyster Perpetual Daydate moet worden afgewezen.
4.6.
[gedaagde] erkent dat hij [eiseres] ter gelegenheid van haar verjaardag een Rolex Daydate met witte wijzerplaat heeft geschonken, maar hij stelt dat hij dat horloge niet in zijn bezit heeft en volgens hem kan [eiseres] daarom geen afgifte daarvan vorderen. Gelet op de gemotiveerde betwisting door [gedaagde] ligt het op de weg van [eiseres] om feiten en omstandigheden te stellen waaruit kan worden afgeleid wat voor soort horloge zij precies heeft gekregen en waaruit blijkt dat [gedaagde] dit horloge in zijn bezit heeft.
4.7.
[eiseres] heeft volstaan met het standpunt dat [gedaagde] al hun horloges in de kluis bij juweliershuis Schaap en Citroen in Amsterdam in bewaring heeft gegeven en zo ook dit horloge. Zij heeft daarbij geen inzicht gegeven over hoe en wanneer zij het horloge weer aan [gedaagde] in bewaring heeft gegeven. Bovendien is onduidelijk hoe het horloge er precies uit ziet. Het had op de weg van [eiseres] gelegen een juiste beschrijving van het horloge te geven. De foto’s die [eiseres] in het geding heeft gebracht bieden onvoldoende duidelijkheid. Verder geldt dat het geschonken horloge een ander horloge is dan het beslagen horloge. Kennelijk heeft de deurwaarder geen horloge aangetroffen in de kluis van Schaap en Citroen dat beantwoordt aan de beschrijving van [eiseres] in haar verzoek tot verlof om beslag te leggen. Nu uit de overgelegde foto’s niet kan worden afgeleid welk horloge [eiseres] zou hebben gekregen voor haar verjaardag is de vordering, gelet op de betwisting van [gedaagde] , onvoldoende gespecificeerd en onderbouwd. Dit betekent dat gevraagde verklaring voor recht inzake de Rolex Oyster Perpetual Daydate bij eindvonnis zal worden afgewezen.
Audemars Piguet (Royal Oak) (horloge 3)
4.8.
[eiseres] vordert tot slot in conventie een verklaring voor recht dat de Audemars Piguet door [gedaagde] is geschonken aan de minderjarige [naam minderjarig kind] . Dit horloge is door de deurwaarder in beslag genomen, aldus [eiseres] .
4.9.
[gedaagde] betwist dat hij dit horloge aan [naam minderjarig kind] heeft geschonken. Volgens [gedaagde] is het horloge eigendom van “ [naam B.V.] .” [gedaagde] figureerde in een documentaire over juweliershuis Amsterdam Vintage Watches. Als publiciteitsstunt is de schenking verzonnen en in scene gezet. Het horloge diende vervolgens als betaling van promotiewerkzaamheden door [gedaagde] en is door Amsterdam Vintage Watches gegeven aan [naam B.V.] .
4.10.
Met [eiseres] is de rechtbank van oordeel dat [gedaagde] dit horloge aan zijn zoon heeft geschonken. Uit de ingebrachte stukken blijkt dat [gedaagde] kennelijk bedoeld heeft het horloge in privé aan zijn zoon te schenken. Immers op de geplaatste foto’s, gepubliceerd op het Instagramaccount van [gedaagde] zelf, staan foto’s met de volgende teksten: “cadeautje voor die [naam 1] big thnx to @amsterdamvintagewatches” en “jongste AP owner ooit hoor”. Door zich aldus openlijk jegens [naam minderjarig kind] te gedragen heeft hij de bedoeling om [naam minderjarig kind] te bevoordelen uitgesproken. Dat is een schenkingsaanbod, dat op grond van het bepaalde in artikel 7:175 Burgerlijk Wetboek (BW) geldt als aanvaard als het niet onverwijld is afgewezen. Dat laatste zou hier alleen gebeurd kunnen zijn door de wettelijke vertegenwoordiger, te weten [eiseres] . Maar [eiseres] heeft het schenkingsaanbod niet afgewezen. Deze schenking kan niet ongedaan worden gemaakt door te stellen dat dit enkel ging om een publiciteitsstunt. Ook de verklaring van eigenaar van Amsterdam Vintage Watches, dhr. [naam eigenaar] , en het verweer dat de plaatsing van deze stories overduidelijk betrekking hadden op het maken van reclame voor Amsterdam Vintage Watches aangezien [naam eigenaar] en Amsterdam Vintage Watches zijn getagd in deze foto’s doet hieraan niet af. In de eerste plaats blijkt hieruit dat het inderdaad een publiciteitsstunt was in die zin dat [gedaagde] het horloge dat hij aan [naam minderjarig kind] schonk niet behoefde te betalen, maar dat de tegenprestatie bestond uit de publiciteit die het schenken van het horloge opleverde voor Amsterdam Vintage Watches. Deze tussen partijen besproken opzet leidt tot eigendomsoverdracht van het horloge van Amsterdam Vintage Watches aan [gedaagde] , maar neemt niet weg dat [gedaagde] dat horloge vervolgens aan zijn zoon heeft geschonken.
4.11.
Dat [naam minderjarig kind] het horloge daarna niet meer heeft gedragen, dat hij zeer jong is en nog niet kan klok kijken doet aan de schenking niet af. Ook de stelling dat het horloge op de balans van de vennootschap van [gedaagde] zou zijn opgenomen faalt. Een schenking leidt tot eigendomsoverdracht; die kan niet ongedaan worden gemaakt door hetgeen geschonken is op naam van een vennootschap te zetten. Als het horloge door [gedaagde] op naam van één van zijn vennootschappen is gezet kan dat overigens ook een fiscale reden hebben gehad. Bovendien is het horloge op de balans geenszins gespecificeerd en behoorde het horloge kennelijk wel tot de horloges die [gedaagde] aan Schaap en Citroen in bewaring heeft gegeven en is [gedaagde] enig bestuurder en aandeelhouder van [naam B.V.] .
4.12.
Nu [eiseres] enig gezagdragend ouder is van de minderjarige [naam minderjarig kind] valt het horloge van hem onder haar bewind en bestuur. Dit betekent dat de gevraagde verklaring voor recht en de afgifte van de Audemars Piguet bij eindvonnis zal worden toegewezen.
Louis Vuitton tas
4.13.
De eerste deelvordering in reconventie betreft de afgifte van een Louis Vuitton tas. [gedaagde] heeft onvoldoende concrete gegevens in het geding gebracht waaruit kan worden afgeleid wat voor Louis Vuitton tas het precies betreft en waaruit blijkt dat hij daarvan eigenaar is.
4.14.
[eiseres] betwist dat zij een Louis Vuitton tas uit het huis heeft meegenomen. Nu niet duidelijk is wat voor tas het precies zou zijn en waaruit blijkt dat die eigendom van [gedaagde] is, is de vordering onvoldoende onderbouwd en komt de rechtbank niet toe aan bewijslevering. Deze vordering zal bij eindvonnis worden afgewezen.
Rimowa koffers
4.15.
In reconventie vordert [gedaagde] ten tweede afgifte van een tweetal Rimowa koffers. [eiseres] betwist niet dat zij één koffer in haar bezit heeft, maar verweert zich met de stelling dat deze door [gedaagde] aan haar is geschonken en dat de andere koffer tijdens een vakantie in Marbella kapot is gegaan. [gedaagde] betwist dat.
Op de mondelinge behandeling heeft [gedaagde] desgevraagd verklaard dat hij de factuur van de koffers en een betalingsbewijs wenst te overleggen. Hiertoe zal [gedaagde] in de gelegenheid worden gesteld. Als op basis daarvan kan worden vastgesteld dat de koffers inderdaad zijn eigendom zijn, zal [eiseres] moeten bewijzen dat deze koffer aan haar geschonken is en de andere koffer kapot is gegaan.
SMEG Dolce & Gabbana broodrooster, blender en waterkoker
4.16.
Deze eisen hangen samen. Vaststaat dat [gedaagde] deze heeft gekocht en [eiseres] deze spullen heeft meegenomen. Op de mondelinge behandeling heeft [eiseres] desgevraagd verklaard dat zij de broodrooster, blender en waterkoker in ruil voor een promotiedeal heeft gekregen en dat hiervoor – na uitvoering van enkele posts door [eiseres] op social media ter promotie daarvan – een creditnota door SMEG is verstuurd. [gedaagde] betwist dat. [eiseres] biedt daarvan bewijs aan. De rechtbank zal [eiseres] hiertoe in de gelegenheid stellen.
Bestekset en servies
4.17.
Deze eisen hangen ook samen. [gedaagde] heeft hiertoe aangevoerd dat [eiseres] deze zaken zonder recht of titel heeft weggenomen. [eiseres] betwist dat zij een bestekset en servies van [gedaagde] heeft meegenomen. [gedaagde] heeft onvoldoende specifiek aangeduid wat voor soort bestek en servies [eiseres] zou hebben meegenomen en dat hij daarvan eigenaar is. De enkele stelling dat zij bepaalde serviesstukken en bestek zou hebben meegenomen is onvoldoende. Daar kan dan ook geen bewijsopdracht voor worden gegeven. Dit betekent dat deze vorderingen bij eindvonnis zullen worden afgewezen.
Attributen uit de sommelierlade
4.18.
De vierde deelvordering ziet op afgifte van enkele onderdelen behorende tot de sommelierlade. Dat [gedaagde] hiervan eigenaar is blijkt uit een factuur aan zijn vennootschap. [eiseres] zegt echter dat zij hiervan niets heeft meegenomen. [gedaagde] heeft een foto overgelegd van de lade waarin duidelijk een paar voorwerpen ontbreken. Daaruit kan echter niet worden afgeleid dat [eiseres] deze heeft meegenomen. [gedaagde] krijgt de gelegenheid dat te bewijzen.
PlayStation 5 controllers
4.19.
Hiervoor geldt hetzelfde als voor de koffers (zie r.o. 4.15). [gedaagde] dient eerst te bewijzen dat hij hiervan eigenaar is en vervolgens dat [eiseres] ze heeft meegenomen.
Balenciaga sneakers
4.20.
[gedaagde] vordert daarnaast een vergoeding van € 795,00 voor zijn reeds verkochte sneakers, zijnde de prijs die hij zou moeten betalen voor een vergelijkbaar paar Balenciaga sneakers. [eiseres] betwist niet dat deze schoenen door haar management op haar Vinted-account voor een bedrag van € 195,00 zijn verkocht. [eiseres] erkent ook dat zij voor vervanging dient zorg te dragen, maar voert hiertoe aan dat de schoenen reeds twee jaar oud waren en het dus niet reëel is om de nieuwprijs hiervan te claimen. Voorafgaande leidt tot de conclusie dat er geen grond is voor het toekennen van de gehele gevorderde schadevergoeding. De rechtbank zal de schade schattenderwijs begroten en houdt daarbij rekening met het feit dat de schoenen twee jaar oud zijn en dat de schoenen voor een bedrag van € 195,00 zijn verkocht. Gelet hierop acht de rechtbank een bedrag van € 250,00 redelijk. Dit bedrag zal bij eindvonnis worden toegewezen. De onweersproken wettelijke rente daarover zal eveneens bij eindvonnis worden toegewezen.
Schadevergoeding vernielde spullen
4.21.
Dan is nog te beoordelen de door [gedaagde] gevorderde vergoeding voor vernielde spullen. De rechtbank stelt voorop dat [eiseres] heeft betwist dat zij zich schuldig heeft gemaakt aan de door [gedaagde] genoemde gedragingen, zodat het op grond van artikel 150 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) op de weg van [gedaagde] ligt om zijn stellingen op dit punt nader te onderbouwen, waar nodig voorzien van relevante bescheiden.
4.22.
[gedaagde] stelt dat [eiseres] spullen uit de woning van [gedaagde] in ernstig vervuilde en vernielde staat heeft achtergelaten. [gedaagde] heeft hiertoe verschillende foto’s overgelegd waarop beschadigingen te zien zijn aan een kleed, een bank en aan enkele foto’s waarop [gedaagde] is afgebeeld. [gedaagde] heeft daarnaast een foto van een briefje in de besteklade met de tekst “Fuck Yourself”, een fragment uit de serie “In the [naam serie] ” en de loggegevens van het biometrische huisslot van [gedaagde] in het geding gebracht. Ook heeft [gedaagde] een ongedateerde factuur voor het reinigen van een tapijt overgelegd.
Uit dit alles blijkt dat spullen beschadigd zijn en dat dit is vastgesteld nadat [eiseres] in de woning aanwezig is geweest. Daaruit kan echter niet zonder meer worden afgeleid dat het alleen [eiseres] kan zijn geweest die de beschadigingen heeft veroorzaakt. Nu [eiseres] dat ontkent zal [gedaagde] zijn stelling dat [eiseres] de beschadigingen heeft veroorzaakt moeten bewijzen. Hij zal daartoe in de gelegenheid worden gesteld.
Tussenconclusie
4.23.
Bovenstaande leidt tot de volgende tussenconclusie. Omdat het een of andere ten aanzien van de gevorderde spullen nog niet vast staat, zal de rechtbank iedere verdere beslissing hieromtrent aanhouden en verwijzen naar de rol van
8 februari 2023voor het nemen van een akte door beide partijen waarin zij zich kunnen uitlaten op welke wijze ze bewijs voor hun stellingen zullen leveren.
4.24.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
4.25.
Partijen doen er goed aan op basis van dit vonnis nogmaals te bezien of zij in onderling overleg tot overeenstemming kunnen komen.

5.De beslissing

in conventie en in reconventie
5.1.
laat [eiseres] toe tot bewijs van haar stellingen zoals verwoord in r.o. 4.16;
5.2.
laat [gedaagde] toe tot bewijs van zijn stellingen zoals verwoord in r.o. 4.15, 4.18, 4.19 en 4.22;
5.3.
bepaalt dat, indien [eiseres] of [gedaagde] het bewijs willen leveren door overlegging van bewijsstukken, zij daartoe een akte kunnen nemen op de rolzitting van
8 februari 2023;
5.4.
bepaalt dat [eiseres] en [gedaagde] indien zij het bewijs niet (uitsluitend) door overlegging van bewijsstukken willen leveren, maar tevens
getuigenwillen laten horen, de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden maart t/m juni 2023 gelijktijdig met de in r.o. 5.3 bedoelde akte moeten worden opgegeven;
5.5.
bepaalt dat partijen in de gelegenheid zullen worden gesteld een antwoordakte te nemen;
5.6.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.H.C. Jongeneel, rechter, bijgestaan door mr. M.M. de Keizer, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 4 januari 2023.