Uitspraak
RECHTBANK Amsterdam
1.De procedure
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 6 december 2022, met de daarin genoemde stukken,
2.De feiten
3.Het geschil
eindigenvan een recht. Opzeggen valt niet onder ‘eindigen’. Ten tweede is er wel sprake van gebruik voor eigen doeleinden op grond van artikel 14b van de erfpachtakte. Dit betreft namelijk een ruime bevoegdheid van de Parochie op basis van haar eigen oordeel. De drie zusters hebben wel degelijk andere woonruimte nodig en er zijn ook nog paters die op termijn opnieuw gehuisvest moeten worden.
4.De beoordeling
eigendoeleinden.
nodighebben, waar dus een noodzakelijkheidscriterium voor de Parochie uit voort vloeit, en
voor eigen doeleinden, dus voor haar eigen parochie. Of hier sprake van is wordt ex tunc beoordeeld; op het moment van opzegging van de erfpacht door de Parochie had de Parochie een concreet eigen noodzaak moeten hebben voor haar eigen parochie. De Parochie heeft na de betwisting door [eiser] geen begin van bewijs van de noodzaak van de opzegging ex tunc gegeven. In de brief van 6 oktober 2021 aan [eiser] is voor het eerst genoemd dat zij het perceel voor eigen doeleinden nodig had, en hierin is alleen aangegeven dat dit was vanwege een huisvestingsprobleem van enkele zusters. Verdere toelichting heeft de Parochie toen niet gegeven, ook niet in de opzeggingsbrief zelf van 9 november 2021. De rechtbank kan verder niet beoordelen of de informatie die de Parochie nadien heeft gegeven over de noodzaak ook al speelde op het moment van opzegging. In elk geval heeft de Parochie dat niet onderbouwd en dus geen begin van bewijs aangedragen.