Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the Circuit Court in Świdnica(Polen) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
judgement rendered by the District Law Court of
4.Strafbaarheid: feit waarvoor dubbele strafbaarheid is vereist
5.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 6a OLW
7 mei 2018. Zijn stelling dat hij vanaf juni 2016 huisvesting had in Nederland, vindt steun in een e-mail bericht van zijn toenmalige werkgever. Hierin staat dat de opgeëiste persoon werkzaamheden bij hen heeft verricht in de periode van 1 juni 2016 tot en met januari 2019 en dat hij in die periode via hen was gehuisvest in Nederland tot en met 21 mei 2018. Op basis van die gegevens, in combinatie met de belastingaangiften concludeert de rechtbank dat hij vanaf juni 2016 in Nederland zijn feitelijke verblijfplaats heeft gehad. Aan de eerste voorwaarde is dus voldaan.
6.Slotsom
7.Toepasselijke wetsbepalingen
8.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan
the Circuit Court in Świdnica(Polen).
[opgeëiste persoon]tot aan de tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf.