ECLI:NL:RBAMS:2023:1893

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
4 januari 2023
Publicatiedatum
29 maart 2023
Zaaknummer
13/281839-22
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overlevering op basis van een Europees aanhoudingsbevel van Litouwen

Op 4 januari 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) uitgevaardigd door het Prosecutor General’s Office of the Republic of Lithuania. Het EAB, dat op 2 november 2016 is uitgevaardigd, verzoekt om de aanhouding en overlevering van de opgeëiste persoon, die geen vaste woon- of verblijfplaats in Nederland heeft en gedetineerd is in een penitentiaire inrichting. Tijdens de zitting op 4 januari 2023 heeft de opgeëiste persoon verklaard dat zijn persoonsgegevens correct zijn en dat hij de Litouwse nationaliteit bezit. De rechtbank heeft de termijn voor de uitspraak met 30 dagen verlengd, zoals voorgeschreven door de Overleveringswet (OLW).

De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 van de OLW en dat er geen weigeringsgronden zijn die de overlevering in de weg staan. Het EAB is gebaseerd op een arrestatiebevel van de Kanaus District Court en betreft een strafbaar feit dat onder nummer 27 van bijlage 1 bij de OLW valt, namelijk verkrachting. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het feit waarvoor de overlevering wordt verzocht, naar Litouws recht strafbaar is en dat er een vrijheidsstraf van ten minste drie jaren op staat.

De rechtbank heeft derhalve besloten om de overlevering toe te staan. De uitspraak is gedaan door de voorzitter en twee andere rechters, en er is geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze uitspraak, zoals bepaald in artikel 29, tweede lid, van de OLW. De zaak is van belang voor de internationale rechtsbijstand en de samenwerking tussen Nederland en Litouwen op het gebied van strafrecht.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Parketnummer: 13/281839-22
RK nummer: 22/4704
Datum uitspraak: 4 januari 2023
UITSPRAAK
op de vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). [1]
Dit EAB is uitgevaardigd op 2 november 2016 door de
Prosecutor General’s Office of the Republic of Lithuania(Litouwen) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon]
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1990,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
gedetineerd in de [PI] ,
hierna ‘de opgeëiste persoon’.

1.Procesgang

De behandeling van het EAB heeft plaatsgevonden op de zitting van 4 januari 2023. Het openbaar ministerie heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. N.R. Bakkenes, officier van justitie. De opgeëiste persoon is verschenen en bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. Ö. Saki, advocaat in Rotterdam en door een tolk in de Litouwse taal.
De rechtbank heeft de termijn waarbinnen zij op grond van de Overleveringswet (OLW) uitspraak moet doen over de verzochte overlevering met 30 dagen verlengd. [2]

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

Ter zitting heeft de opgeëiste persoon verklaard dat de bovenvermelde persoonsgegevens juist zijn en dat hij de Litouwse nationaliteit heeft.

3.Referte

De raadsvrouw heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

4.Grondslag en inhoud van het EAB

Het EAB is gebaseerd op een arrestatiebevel, te weten een o
rder to impose detention as the measure of coercion(no. 1-1412-288/20165)
by the Kanaus District Court.
De uitvaardigende justitiële autoriteit verzoekt de overlevering vanwege het vermoeden dat de opgeëiste persoon zich schuldig heeft gemaakt aan een naar Litouws recht strafbaar feit. Dit feit is omschreven in het EAB. [3]

5.Strafbaarheid: feit vermeld op bijlage 1 bij de OLW

De uitvaardigende justitiële autoriteit wijst het strafbare feit aan als een feit vermeld in de lijst van bijlage 1 bij de OLW. Het feit valt op deze lijst onder nummer 27, te weten:
verkrachting
Uit het EAB volgt dat op dit feit naar het recht van Litouwen een vrijheidsstraf met een maximum van ten minste drie jaren is gesteld.
Dit betekent dat een onderzoek naar de dubbele strafbaarheid van het feit waarvoor de overlevering wordt verzocht, achterwege moet blijven.

6.Slotsom

De rechtbank stelt vast dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 OLW. Verder staan geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg en is geen sprake van een geval waarin aan het EAB geen gevolg mag worden gegeven. Om die reden staat de rechtbank de overlevering toe.

7.Toepasselijke wetsartikelen

De artikelen 2, 5 en 7 van de Overleveringswet.

8.Beslissing

STAAT TOEde overlevering van
[opgeëiste persoon]aan de
Prosecutor General’s Office of the Republic of Lithuania(Litouwen) voor het feit zoals dat is omschreven in onderdeel e) van het EAB.
Aldus gedaan door
mr. M.M.L.A.T. Doll, voorzitter,
mrs. J.A.A.G. de Vries en L. Sanders, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. F.A. Potters, griffier,
en uitgesproken ter openbare zitting van 4 januari 2023.
De oudste en jongste rechter zijn buiten staat mede te ondertekenen.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Zie artikel 23 Overleveringswet.
2.Zie artikel 22, eerste en derde lid, OLW.
3.Zie onderdeel e) van het EAB.