ECLI:NL:RBAMS:2023:1992
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.C.S. van Limburg Stirum
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van Ziektewet-uitkering op onjuiste medische grondslag
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 6 april 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een projectmanager uit Amsterdam, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Eiser had beroep ingesteld tegen de beëindiging van zijn Ziektewet-uitkering per 30 oktober 2020, welke door verweerder was gebaseerd op de stelling dat eiser meer dan 65% van zijn maatmaninkomen kon verdienen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het bestreden besluit van verweerder berustte op een onjuiste medische grondslag en onvoldoende gemotiveerd was. Eiser had zich op 17 september 2019 ziekgemeld en ontving een Ziektewet-uitkering, maar deze werd beëindigd op basis van rapportages van artsen die niet alle beperkingen van eiser adequaat hadden vastgesteld. De rechtbank oordeelde dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep onvoldoende had gemotiveerd waarom bepaalde beperkingen niet waren opgenomen in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML). De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en verweerder opgedragen om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen op basis van nieuw medisch onderzoek. Tevens is verweerder veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eiser.