8.3Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen
geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals
daarvan ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
De ernst van de feiten
Verdachte heeft zich gedurende een periode van meer dan twee jaar schuldig gemaakt aan het seksueel misbruiken van zijn minderjarige dochter [slachtoffer] , waarbij ook sprake is geweest van het seksueel binnendringen van haar lichaam. Verdachte heeft misbruik gemaakt van de jonge leeftijd van zijn dochter en het vertrouwen dat zij in hem, als vader, stelde. Op momenten dat haar moeder niet in de nabije omgeving was, heeft verdachte [slachtoffer] seksueel misbruikt. Zeer wrang is daarbij dat [slachtoffer] dacht dat haar vader verdrietig zou worden als zij het misbruik niet toeliet, en dat verdachte tegen haar heeft gezegd dat haar moeder er niets van mocht weten. Op deze manier heeft verdachte zijn twaalfjarige dochter medeverantwoordelijk gemaakt voor het vervullen van zijn eigen seksuele behoeftes en haar bovendien opgezadeld met een enorm zwaar geheim. Dit rekent de rechtbank verdachte zwaar aan.
Uit de verklaring van verdachte blijkt dat hij zich volledig heeft laten leiden door gevoelens van lust, die naar eigen zeggen zouden zijn ontstaan doordat het tussen hem en zijn partner ontbrak aan seksuele gemeenschap. En hoewel [slachtoffer] meerdere malen duidelijke signalen heeft afgegeven dat zij het handelen van verdachte vies en niet prettig vond, is verdachte telkens een volgende keer overgegaan tot het misbruiken van zijn dochter.
Het behoeft geen betoog dat het de verantwoordelijkheid van elke vader is om zijn kind een veilige en geborgen omgeving te bieden. Verdachte is hierin in ernstige mate tekortgeschoten. Verdachte heeft voor zijn dochter een zeer onveilige en ongezonde situatie gecreëerd in haar eigen huis. En hoewel tot op heden bij [slachtoffer] geen psychologische schade is vastgesteld, is het een feit van algemene bekendheid dat seksueel misbruik binnen het gezin kan leiden tot langdurige en ernstige psychische schade.
Persoonlijke omstandigheden
De rechtbank heeft gelet op het strafblad van verdachte van 16 november 2022. Hieruit blijkt dat hij niet eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit.
De voorlopige hechtenis van verdachte is sinds 13 augustus 2022 geschorst met een aantal bijzondere voorwaarden, te weten een meldplicht, een behandelverplichting, het meewerken aan persoonlijkheidsonderzoeken (welke voorwaarde is komen te vervallen), een contactverbod met zijn dochter, een contactverbod met minderjarigen en een locatieverbod.
In het door Reclassering Nederland opgemaakte rapport over verdachte van 3 oktober 2022 staat dat verdachte goed heeft meegewerkt aan zijn schorsingstoezicht. Het forensisch behandelcontact bij FamilySupporters is gestart. Deze behandeling zal meer inzicht moeten geven in de risico- en beschermende factoren. Hoewel nog niet duidelijk is wat precies aan het delictgedrag ten grondslag heeft gelegen, zijn er aanwijzingen voor problemen op het gebied van seksualiteit, waaronder het inzetten van seks als coping mechanisme voor (negatieve) gevoelens en een behoefte tot het opzoeken van seksuele grenzen. Binnen het gezin van verdachte bestaat een dringende wens tot gezingshereniging.
Uit de brief 12 december 2022 van R. Bullens, klinisch psycholoog bij FamilySupporters, blijkt dat verdachte sinds 5 september 2022 wekelijks wordt behandeld. Verdachte stelt zich meewerkend en gemotiveerd op. Hij werkt hard aan de behandeldoelen. Verdachte is schuldbewust en wil zo lang als nodig meewerken aan de behandeling. De verwachting van psycholoog Bullens is dat de behandeling nog een jaar zal duren. Tot slot blijkt uit een ongedateerde brief van Reclassering Nederland dat wordt gewerkt aan herstel van het contact tussen verdachte en zijn dochter. Verdachte verblijft sinds zijn schorsing op een camping, waar zijn dochter en zijn partner hem bezoeken. Er wordt toegewerkt naar gezamenlijk overnachten, waarbij de afspraak is dat de moeder van [slachtoffer] ervoor zorgt dat verdachte nooit alleen is met zijn dochter.
De reclassering schat het risico op toekomstig seksueel en gewelddadig delictgedrag in als laag. De reclassering adviseert een deels voorwaardelijke straf met als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering, een ambulante behandeling en een contactverbod met het slachtoffer.
De op te leggen straf
Hoewel verdachte heeft meegewerkt aan het onderzoek en zich bereid heeft getoond om aan zichzelf te werken, is de rechtbank van oordeel dat alleen een gevangenisstraf met een groot onvoorwaardelijk deel passend is voor wat verdachte zijn dochter heeft aangedaan. Dat verdachte heeft verklaard dat een gevangenisstraf alleen maar negatieve gevolgen heeft voor zijn gezin, maakt dat niet anders. De rechtbank vindt, gelet op de strafdoelen die zien op vergelding en (speciale en algemene) preventie maar vooral de ernst van de feiten, het niet passend om aan verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan het voorarrest met daarbij een voorwaardelijke gevangenisstraf of een taakstraf op te leggen.
Daarbij heeft de rechtbank ook gelet op straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd. De rechtbank komt tot een lagere strafoplegging dan de vordering van de officier van justitie, omdat zij tot een andere bewezenverklaring komt. Alles overwegende vindt de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van achttien maanden met aftrek, waarvan zes maanden voorwaardelijk en een proeftijd van drie jaren, passend en geboden. Daarbij zullen aan verdachte de bijzondere voorwaarden worden opgelegd, zoals door de officier van justitie is gevorderd. De rechtbank acht het van belang dat verdachte ook na het uitzitten van zijn straf wordt begeleid.
Voorlopige hechtenis
De voorlopige hechtenis van verdachte is tijdens de zitting opnieuw geschorst tot de uitspraak in deze zaak. Nu de rechtbank bewezen acht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een deel van de tenlastegelegde feiten, ziet zij geen ruimte om de voorlopige hechtenis opnieuw te schorsen.