ECLI:NL:RBAMS:2023:2414

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
19 april 2023
Publicatiedatum
18 april 2023
Zaaknummer
C/13/716477 / HA ZA 22-318
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot nakoming van verplichtingen uit geldleningsovereenkomst

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 19 april 2023 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de vennootschap onder firma Geldvoorelkaar en twee gedaagden, [gedaagde 1] en [gedaagde 2]. Geldvoorelkaar, een crowdfundingplatform, vorderde nakoming van verplichtingen uit een geldleningsovereenkomst die was aangegaan door [gedaagde 1] en [gedaagde 2]. De rechtbank heeft vastgesteld dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] ex-echtgenoten zijn en dat zij in gemeenschap van goederen waren gehuwd ten tijde van het aangaan van de lening. De rechtbank heeft geoordeeld dat [gedaagde 2] hoofdelijk aansprakelijk is voor de verplichtingen van [gedaagde 1] op basis van de huwelijksgoederengemeenschap. De rechtbank heeft de vordering van Geldvoorelkaar tot betaling van € 50.594,17 toegewezen, vermeerderd met contractuele rente en proceskosten. De vordering in reconventie van [gedaagde 2] om de leningovereenkomst te vernietigen, is afgewezen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verweren van [gedaagde 2] onvoldoende onderbouwd waren en dat er geen sprake was van wilsgebreken die tot vernietiging van de overeenkomst zouden leiden. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de vordering van Geldvoorelkaar niet onrechtmatig of ongegrond was, met uitzondering van enkele specifieke punten die zijn gecorrigeerd in de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK Amsterdam

Civiel recht
Zaaknummer: C/13/716477 / HA ZA 22-318
Vonnis van 19 april 2023
in de zaak van
de vennootschap onder firma
GELDVOORELKAAR.NL,
gevestigd te Veenendaal,
eisende partij in conventie,
gedaagde partij in reconventie,
hierna te noemen: Geldvoorelkaar,
advocaat: mr. F.J. van der Schrier te Rotterdam,
tegen

1.[gedaagde 1] ,

wonende op een geheim adres in de gemeente [gemeente 1] ,
gedaagde partij in conventie,
hierna te noemen: [gedaagde 1] ,
niet verschenen,
2.
[gedaagde 2],
wonende op een geheim adres in de gemeente [gemeente 2] ,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: [gedaagde 2] ,
advocaat: mr. G.J.A.M. Gloudi te Lelystad.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 11 april 2022, met producties;
- de conclusie van antwoord in conventie tevens eis in reconventie van [gedaagde 2] , met producties;
  • de conclusie van antwoord in reconventie tevens akte vermeerdering van eis in conventie, met producties;
  • de antwoordakte vermeerdering van eis van [gedaagde 2] van 9 september 2022;
- het tussenvonnis van 12 oktober 2022, waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
  • het B8-formulier van 6 januari 2023 van Geldvoorelkaar met producties 14-17;
  • het verkort proces-verbaal van de mondelinge behandeling, gehouden op 10 januari 2023, waarvan de zittingsaantekeningen in het dossier zijn gevoegd.
1.2.
Tegen [gedaagde 1] is verstek verleend.
1.3.
Na aanhouding om een regeling te beproeven hebben beide partijen vonnis gevraagd en is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Geldvoorelkaar is een crowdfundingplatform dat via haar website partijen die geld wensen te lenen en partijen die gelden ter leen beschikbaar wensen te stellen bij elkaar brengt.
2.2.
Geldvoorelkaar heeft met de bij haar geregistreerde investeerders een investeringsovereenkomst gesloten. Hierin is onder andere opgenomen dat de investeerders Geldvoorelkaar de last hebben gegeven om voor hun rekening, maar op eigen naam, nakoming te vorderen en alle vorderingen te incasseren die voortvloeien uit de tussen de investeerder en de geldnemer gesloten overeenkomst van geldlening.
2.3.
[gedaagde 1] en [gedaagde 2] zijn inmiddels ex-echtgenoten van elkaar. Zij waren van 27 september 2012 tot 25 april 2022 gehuwd in gemeenschap van goederen.
2.4.
[gedaagde 1] drijft als eenmanszaak een ICT beheer bedrijf onder de naam [bedrijf] . In 2019 heeft [gedaagde 1] ten behoeve van [bedrijf] een zogenoemde pitch gedaan op de website van Geldvoorelkaar om een lening van € 64.500,00 te verkrijgen.
2.5.
Op 30 december 2019 is een overeenkomst van geldlening gesloten met, voor zover hier van belang, de volgende inhoud:
“(…)
OVEREENKOMST ANNUITAIRE LENING 021027
DE PARTIJEN:
A. De in
Bijlage 1bij deze Overeenkomst Lening genoemde Investeerders aan de hand van het Investeerdersnummer waaronder zij bekend zijn bij de Stichting Klantengelden Geldvoorelkaar.nl (de “
Investeerders”) op basis van een verleende volmacht,
B. (…)
C. Bedrijfsnaam: [bedrijf]
Rechtsvorm: Eenmanszaak (…)
(de “
Geldnemer”)
Rechtsgeldig vertegenwoordigingsbevoegde:
[gedaagde 1]
(…)
HOOFDELIJK AANSPRAKELIJKEN IN PRIVÉ
D. [gedaagde 1]
(…)
(de “
Medegeldnemer”)
E. [gedaagde 2]
(…)
(de “
Medegeldnemer”)
Hierna worden Geldnemer en Medegeldnemer(s) zowel ieder afzonderlijk als gezamenlijk genoemd de Geldnemer.
(…)
KOMEN HET VOLGENDE OVEREEN:
(…)
2. Lening
2.1.
De Investeerders verstrekken hierbij een Lening aan Geldnemer en Geldnemer aanvaardt deze Lening.
2.2.
De Geldnemer is hoofdelijk aansprakelijk, als bedoeld in artikel 6:6 en 6:102 BW, voor al hetgeen de Investeerders of de Stichting uit welken hoofde dan ook te vorderen mochten hebben.
2.3.
De hoofdsom van de Lening is € 64.200,- (…)
2.4.
De Lening heeft een looptijd van 60 maanden (…)
2.5.
De Geldnemer moet over het niet-afgeloste deel van de Lening 7,5% rente op jaarbasis betalen. (…)
2.7.
De betalingen moeten door Geldnemer volgens bijgevoegd betaalschema (
Bijlage 2) worden voldaan.
(…)
6. Vervroegde opeisbaarheid
6.1.
Alle in deze Overeenkomst Lening opgenomen termijnen zijn fatale termijnen. Dat betekent dat als de Geldnemer een verplichting uit deze Overeenkomst Lening niet, niet tijdig, of niet volledig nakomt, hij zonder ingebrekestelling direct na de vervaldatum van die verplichting(en) in verzuim zal zijn, waardoor de Lening onmiddellijk in haar geheel opeisbaar is.
(…)
8. Bevoegdheden Geldvoorelkaar.nl tegen Geldnemer
8.1.
Als de Lening overeenkomstig artikel 6 van de Overeenkomst Lening onmiddellijk opeisbaar is geworden, kan Geldvoorelkaar.nl in eigen naam en ten behoeve van de Investeerders, in of buiten rechte proberen het resterende bedrag aan achterstallige Maandbedrag(en) en/of het (resterende) bedrag van de Lening (zijnde de som van de achterstallige betalingen en de ineens opeisbaar geworden toekomstige Maandbedragen, vermeerderd met vertragingsrente en kosten) te incasseren (zie ook de Investeringsovereenkomst). De Investeerders hebben dit recht niet en kunnen evenmin nakoming van deze Overeenkomst Lening vorderen, zulks totdat Geldvoorelkaar.nl de Investeerders laat weten dat zij de incassowerkzaamheden staakt, of totdat de Investeerders de Last met inachtneming van een opzegtermijn van een jaar hebben opgezegd. (…)
2.6.
De ondertekeningspagina van de overeenkomst van geldlening ziet er als volgt uit, waarbij de handtekeningen en de geboortedata van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] zwart zijn gemaakt.
2.7.
Bij de overeenkomst van geldlening is als bijlage 1 een overzicht van de met nummers aangeduide investeerders gevoegd, waarbij bij iedere investeerder het afzonderlijk geïnvesteerde bedrag staat vermeld. Als bijlage 2 bij de overeenkomst is een betaalschema gevoegd waaruit volgt dat iedere maand, gedurende 59 maanden, een bedrag van € 1.278,94, met een slottermijn van € 1.279,04, moet worden voldaan.
2.8.
Op de overeenkomst van geldlening zijn de algemene voorwaarden van Geldvoorelkaar van toepassing. Deze voorwaarden luiden, voor zover relevant:
“18.1 Bij niet-tijdige en/of niet-volledige betaling van een uit hoofde van de Overeenkomst Lening verschuldigd bedrag is de Geldnemer over het niet of niet-tijdig betaalde bedrag gedurende de tijd dat hij niet nakomt direct dagelijks Vertragingsrente verschuldigd aan Investeerders, tenzij er een Vervangende Betaling is gedaan voor de niet of niet tijdig verrichte betaling. Op het moment dat de Geldnemer een verschuldigd bedrag niet of niet tijdig betaalt, en hiervoor geen Vervangende Betaling wordt gedaan, begint de Vertragingsrente te lopen over het geheel van de op dat moment door Geldnemer niet verrichte betalingen.
(…)
21.1
In de volgende gevallen is al hetgeen dat de Geldnemer nog uit hoofde van de Overeenkomst Lening en/of anderszins aan de Investeerders verschuldigd is (waaronder begrepen de toekomstige en nog niet vervallen termijnen aan rente en aflossing) direct en ineens opeisbaar en kunnen Geldvoorelkaar.nl (…) besluiten over te gaan tot uitoefening van dit recht:
a. indien de Geldnemer een Maandbedrag niet uiterlijk op de vervaldatum heeft voldaan (…)
21.2
In al de hierboven genoemde gevallen zijn de Investeerders, Geldvoorelkaar.nl en de Stichting, met inachtneming van hetgeen daarover is bepaald in de Overeenkomst Lening, gerechtigd betaling ineens te eisen van al hetgeen het krachtens de Overeenkomst Lening verschuldigd is, te vermeerderen met Vertragingsrente daarover.
(…)”
2.9.
In het voorjaar 2020 is een achterstand in betaling ontstaan.
2.10.
De vader van [gedaagde 1] (hierna: de vader) had zich in het kader van de overeenkomst van geldlening borg gesteld tot een maximumbedrag van € 20.000,-. Om de achterstallige termijnen van [gedaagde 1] bij Geldvoorelkaar in te lossen heeft de vader dit bedrag in deelbetalingen voldaan.
2.11.
Na betaling door de vader zijn 21 maandtermijnen geheel voldaan en maandtermijn 22 gedeeltelijk (een bedrag van € 462,94 stond nog open). De toekomstige termijnen 23 tot en met 60 zijn niet voldaan.
2.12.
Bij afzonderlijke brieven van 24 december 2021 heeft Flanderijn en van Eck gerechtsdeurwaarders (hierna: Flanderijn) in opdracht van Geldvoorelkaar [gedaagde 1] en [gedaagde 2] verzocht om de achterstallige termijnen van oktober en november 2021, vermeerderd met rente en kosten, te voldoen. Betaling heeft niet plaatsgevonden.
2.13.
Bij afzonderlijke brieven van 19 januari 2022 is de geldlening vervroegd opgeëist en zijn [gedaagde 1] en [gedaagde 2] gesommeerd om de achterstallige termijnen (restant 22 en 23) van in totaal € 1.741,88 en de toekomstige termijnen 24 tot en met 60 van in totaal
€ 47.320,88, vermeerderd met rente en kosten, te voldoen. Bij afzonderlijke brieven van 19 januari 2022 zijn [gedaagde 1] en [gedaagde 2] een laatste maal gesommeerd om tot betaling over te gaan. Betaling heeft niet plaatsgevonden.
2.14.
Op 12 juli 2022 heeft Geldvoorelkaar conservatoir beslag laten leggen op de destijds echtelijke woning, gelegen aan de [adres] . Deze woning is op inmiddels verkocht.

3.Het geschil

in conventie
3.1.
Geldvoorelkaar vordert - samengevat en na wijziging eis - bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis hoofdelijke veroordeling van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] tot betaling van:
i. € 50.594,17, vermeerderd met de overeengekomen vertragingsrente van 7,5% per jaar daarover vanaf 2 februari 2022 tot de dag der algehele voldoening; en
ii. de proceskosten, inclusief € 1.497,94 als kosten verbonden aan de conservatoire beslaglegging en nakosten, vermeerderd met de wettelijke rente.
3.2.
Geldvoorelkaar legt aan haar vordering het volgende ten grondslag. Geldvoorelkaar treedt op als lasthebber namens de bij haar registreerde investeerders die aan [gedaagde 1] en [gedaagde 2] de geldlening hebben verstrekt. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] zijn toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming van hun verplichtingen uit de overeenkomst van geldlening. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] zijn hoofdelijk aansprakelijk voor het gevorderde. De vordering is als volgt opgebouwd:
Achterstallige termijnen 22 en 23 € 1.741,88
Toekomstige termijnen 24 tot en met 60
€ 47.320,88 +
Hoofdsom € 49.062,76
Vertragingsrente over de achterstallige termijnen vanaf 2 februari 2022 € P.M.
Buitenrechtelijke incassokosten (inclusief btw)
€ 1.531,41 +
Totaal € 50.594,17
3.3.
[gedaagde 2] voert verweer. [gedaagde 2] concludeert tot niet-ontvankelijkheid van Geldvoorelkaar, dan wel tot afwijzing van de vorderingen van Geldvoorelkaar, met veroordeling van Geldvoorelkaar in de kosten van deze procedure.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.
in reconventie
3.5.
[gedaagde 2] vordert - samengevat - dat de rechtbank
i. de leningovereenkomst voor zover deze [gedaagde 2] bindt vernietigt, dan wel vernietigd verklaart, alsmede de door [gedaagde 2] ex artikel 1:88 BW gegeven toestemming vernietigd verklaart;
ii. de vorderingen van Geldvoorelkaar voor zover deze betrekking hebben op de hoofdelijke veroordeling van [gedaagde 2] afwijst; en
iii. met veroordeling van Geldvoorelkaar in de proceskosten.
3.6.
Geldvoorelkaar voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen met hoofdelijke veroordeling van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] in de proceskosten, uitvoerbaar bij voorraad.
3.7.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie
de vorderingen jegens [gedaagde 1]
4.1.
De rechtbank zal een verstekvonnis wijzen tegen de niet verschenen [gedaagde 1] . Bij een verstekvonnis wordt het gevorderde toegewezen indien het de rechtbank niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt. Het gevorderde komt de rechtbank niet onrechtmatig of ongegrond voor, met uitzondering van het bepaalde in 4.10. De rechtbank zal de vordering daarom toewijzen, met inachtneming van voornoemde rechtsoverweging.
in conventie en reconventie
de vorderingen jegens [gedaagde 2]
4.2.
De rechtbank zal de conventie en de reconventie gezamenlijk behandelen, aangezien het verweer van [gedaagde 2] in conventie op dezelfde gronden berust als haar eis in reconventie.
4.3.
[gedaagde 2] betoogt dat de overeenkomst van geldlening, die zij als ‘Medegeldnemer’ heeft ondertekend, en de aan [gedaagde 1] verleende toestemming ex artikel 1:88 BW voor hoofdelijke aansprakelijkheid in privé, door wilsgebreken tot stand is gekomen. [gedaagde 2] voert in conventie aan dat zij haar handtekening heeft gezet onder bedreiging van [gedaagde 1] en in reconventie heeft zij misbruik van omstandigheden aangevoerd. Zij voert - kort weergegeven - aan dat [gedaagde 1] manipulatief en agressief was en dat hij bij zijn plannen geen tegenspraak duldde. Het was het plan van [gedaagde 1] om een eigen onderneming op te starten, terwijl [gedaagde 2] het daar niet mee eens was. Zij was alleen maar bezig met de veiligheid van haarzelf en hun jongste, nog thuiswonende, kind. Daarnaast voert zij aan dat Geldvoorelkaar had moeten kunnen zien en moeten kunnen begrijpen dat [gedaagde 2] niet uit vrije wil tekende. Volgens [gedaagde 2] is Geldvoorelkaar verplicht om te onderzoeken of [gedaagde 2] vrij was om te tekenen en nu zij dat niet heeft gedaan is Geldvoorelkaar toerekenbaar tekortgeschoten. Tot slot voert [gedaagde 2] aan dat Geldvoorelkaar ook is tekortgeschoten in haar onderzoek naar de kredietwaardigheid van [gedaagde 1] en haar. Zij vordert in reconventie daarom vernietiging van de overeenkomst van geldlening en de door haar gegeven toestemming voor hoofdelijke aansprakelijk in privé van [gedaagde 1] .
4.4.
Geldvoorelkaar betwist het voorgaande.
4.5.
De vraag die voorligt, is of [gedaagde 2] kan worden aangesproken voor de verplichtingen van [gedaagde 1] (die de eenmanszaak [bedrijf] exploiteert) met betrekking tot de overeenkomst van geldlening. Dat is het geval. De rechtbank stelt voorop dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] ten tijde van het aangaan van de overeenkomst van geldlening in gemeenschap van goederen waren gehuwd. Dat betekent dat voor verplichtingen die [gedaagde 1] tijdens het huwelijk is aangegaan, ook [gedaagde 2] kan worden aangesproken. De huwelijksgoederengemeenschap omvat alle schulden van ieder der echtgenoten (zie artikel 1:94 lid 5 BW (oud)). Daarbij is niet van belang wie de schuld is aangegaan. Van de in de wet gegeven uitzonderingen op deze regel is niet gebleken.
4.6.
Het beroep op vernietiging in de zin van artikel 1:89 BW gaat niet op. De in artikel 1:88 BW gegeven opsomming van rechtshandelingen omvat niet het aangaan van een lening door [gedaagde 1] zelf, in het kader van zijn eenmanszaak, waar in dit geval sprake van is. Het artikel ziet in dit verband in de kern op het zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbinden, terwijl daar bij [gedaagde 1] dus geen sprake van is. Overigens gaat het in dit geval ook om een handeling in de normale uitoefening van het bedrijf van [gedaagde 1] , zodat ook om deze reden een beroep op vernietiging niet zou slagen.
4.7.
Het beroep op wilsgebreken kan onbesproken blijven. Omdat [gedaagde 2] tot terugbetaling gehouden is op basis van de huwelijksgoederengemeenschap ligt er geen rechtstreekse overeenkomst tussen [gedaagde 2] en Geldvoorelkaar – die vernietigd zou kunnen worden – aan de terugbetaling ten grondslag. Voor zover [gedaagde 2] heeft bedoeld de overeenkomst van geldlening tussen [gedaagde 1] en Geldvoorelkaar te vernietigen, faalt dat verweer. Hetgeen [gedaagde 2] heeft aangevoerd - vooral dat Geldvoorelkaar te weinig onderzoek heeft gedaan voorafgaand aan de verstrekking van de lening - is daartoe onvoldoende.
4.8.
De rechtbank wil wel aannemen dat [gedaagde 2] op het moment van het aangaan van de overeenkomst van geldlening in een lastige positie verkeerde. Dat leidt evenwel niet tot een andere conclusie ten aanzien van de schuld jegens Geldvoorelkaar.
4.9.
Het vorenstaande betekent dat de vordering van Geldvoorelkaar tot betaling van de hoofdsom van € 49.062,76 zal worden toegewezen. De vordering in reconventie zal worden afgewezen.
in conventie voorts
vertragingsrente
4.10.
Geldvoorelkaar vordert over een bedrag van € 50.594,17 de contractuele rente van 7,5% per jaar met ingang van 2 februari 2022. Zij baseert deze vordering op artikel 2.5 van de overeenkomst van geldlening en artikel 18.1 van de algemene voorwaarden. Deze vordering is niet betwist. De rechtbank zal de contractuele rente van 7,5% per jaar met ingang van 2 februari 2022 toewijzen over de verschuldigde hoofdsom van € 49.062,76. In haar vordering heeft Geldvoorelkaar deze rente ook berekend over de buitengerechtelijke incassokosten. Dat deel zal niet worden toegewezen nu de aangevoerde grondslag daar niet op ziet.
buitenrechtelijke incassokosten
4.11.
Geldvoorelkaar vordert een bedrag van € 1.531,41 (inclusief btw) aan buitengerechtelijke incassokosten. Dit bedrag baseert zij op het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit). De rechtbank stelt vast dat Geldvoorelkaar voldoende heeft gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Dit is ook niet betwist. Het gevorderde bedrag van
€ 1.531,41 komt overeen met het in het Besluit bepaalde tarief, zodat de rechtbank dit bedrag zal toewijzen.
proceskosten
4.12.
[gedaagde 1] en [gedaagde 2] zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld, waaronder de beslagkosten. Tegen de gevorderde hoofdelijkheid is geen verweer gevoerd zodat dit wordt toegewezen. De kosten aan de zijde van Geldvoorelkaar worden begroot op:
- dagvaarding € 140,59
- griffierecht € 2.837,00
- beslagkosten € 1.497,94
- salaris advocaat
€ 2.366,00(2 punten × tarief € 1.183,00)
Totaal € 6.841,53
4.13.
De nakosten zullen worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.
in reconventie voorts
4.14.
[gedaagde 2] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Geldvoorelkaar worden begroot op € 598,00 voor salaris advocaat (1 punt × tarief € 598,00). Aangezien de reconventie door [gedaagde 2] is ingesteld en niet door [gedaagde 1] , zal de gevorderde veroordeling in de proces- en nakosten ten aanzien van [gedaagde 1] worden afgewezen.
4.15.
De nakosten zullen worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
veroordeelt [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hoofdelijk om aan Geldvoorelkaar te betalen een bedrag van € 50.594,17, vermeerderd met de contractuele rente van 7,5% per jaar over
€ 49.062,76 met ingang van 2 februari 2022 tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hoofdelijk in de proceskosten, aan de zijde van Geldvoorelkaar tot op heden begroot op € 6.841,53, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van veertien dagen na de datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.3.
veroordeelt [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hoofdelijk in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 135,50 aan salaris advocaat, te vermeerderen met € 45,00 aan salaris advocaat en met de explootkosten als niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis is voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van veertien dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.4.
verklaart het vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
5.6.
wijst de vorderingen af,
5.7.
veroordeelt [gedaagde 2] in de proceskosten, aan de zijde van Geldvoorelkaar tot op heden begroot op € 598,00,
5.8.
veroordeelt [gedaagde 2] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 135,50 aan salaris advocaat, te vermeerderen met € 45,00 aan salaris advocaat en met de explootkosten als [gedaagde 2] niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden,
5.9.
verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.L.S. Kalff, rechter, bijgestaan door mr. M. Sahin, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 19 april 2023.