Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
[veroordeelde],
[kantooradres],
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 25 januari 2023 uitspraak gedaan over een bezwaar van een veroordeelde tegen de afname van zijn DNA-profiel op grond van de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden. Het bezwaarschrift werd op 10 oktober 2022 ingediend en betreft een beslissing van de officier van justitie om celmateriaal van de veroordeelde af te nemen. De veroordeelde, die in 2008 geboren is, heeft aangevoerd dat de opname van zijn DNA in de databank een schending van zijn privacy is en dat er bijzondere omstandigheden zijn die een uitzondering op de wet rechtvaardigen. De raadsman van de veroordeelde stelde dat het misdrijf waarvoor hij veroordeeld is, niet van betekenis is voor de opsporing van andere strafbare feiten, en dat de opname van zijn DNA disproportioneel is, vooral omdat hij nooit eerder veroordeeld is.
Het Openbaar Ministerie heeft echter betoogd dat er geen uitzonderingen van toepassing zijn en dat de opname van het DNA-materiaal proportioneel is, gezien de zorgen over de veroordeelde die al langer bestaan. De rechtbank heeft de argumenten van beide partijen afgewogen en vastgesteld dat de afname van het DNA-profiel voldoet aan de wettelijke eisen. De rechtbank concludeert dat de uitzonderingen zoals bedoeld in de wet zich niet voordoen, en verklaart het bezwaar ongegrond. De beslissing is openbaar uitgesproken en de rechtbank heeft de belangen van de veroordeelde afgewogen tegen de noodzaak van DNA-onderzoek in het kader van de wet.