ECLI:NL:RBAMS:2023:2976

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
9 mei 2023
Publicatiedatum
10 mei 2023
Zaaknummer
13/252898-21 (Promis)
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een 19-jarige man voor de verkoop van vuurwapens en munitie via Snapchat

Op 9 mei 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam een 19-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht maanden voor het verkopen van vuurwapens en munitie via Snapchat. De zaak kwam aan het licht na een doorzoeking van de kamer van de verdachte, waar een patroonhouder werd aangetroffen. De verdachte had via zijn Snapchat-account vuurwapens en munitie te koop aangeboden, wat door de politie werd onderzocht. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het voorhanden hebben van een patroonhouder en het verhandelen van vuurwapens zonder erkenning. De verdachte werd gedeeltelijk vrijgesproken van het voorhanden hebben van een alarmpistool, omdat dit wapen niet aan hem kon worden gekoppeld. De rechtbank weegt de ernst van de feiten zwaar, gezien de risico's die verbonden zijn aan de handel in vuurwapens en munitie. De verdachte had een strafblad en was eerder veroordeeld voor gewelds- en vermogensdelicten. De rechtbank oordeelde dat de verdachte strafbaar was en dat er geen rechtvaardigingsgronden waren. De opgelegde straf van acht maanden werd gemotiveerd door de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze waren gepleegd.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13/252898-21 (Promis)
Datum uitspraak: 9 mei 2023
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ) op [geboortedag] 2003,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
[adres] ,
gedetineerd in de penitentiaire inrichting [detentieadres] .

1.Onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 25 april 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. K. van der Willigen, en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. R.J. Wortelboer, naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is – kort gezegd – na wijziging op zitting tenlastegelegd dat hij zich in Amsterdam heeft schuldig gemaakt aan:
1. het voorhanden hebben van een vuurwapen en/of een onderdeel van dat wapen (namelijk een patroonmagazijn) op 24 september 2021;
2. het in de uitoefening van een bedrijf (zonder erkenning) verhandelen van vuurwapens en/of munitie in de periode van 11 september 2021 tot en met
24 september 2021.
De tekst van de integrale tenlastelegging is opgenomen in
bijlage Idie aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de tenlastegelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.
4. Waardering van het bewijs
4.1
Inleiding
Beide verdenkingen in deze zaak hebben te maken met vuurwapens en/of munitie. Door het account ‘ [naam account] ’ zijn afbeeldingen en een filmpje van vuurwapens en (patroonhouders met) munitie op Snapchat geplaatst. Via dit account zijn door middel van bij deze afbeeldingen geplaatste teksten deze vuurwapens en munitie te koop aangeboden. Vervolgens is bij de doorzoeking van de kamer van verdachte in de kledingkast een patroonhouder gevonden. Kort daarna heeft een medewerker van de wooninstelling waar verdachte woonde gemeld dat een wapen in de gemeenschappelijke ruimte is gevonden. Dit bleek een alarmpistool te zijn.
4.2
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie vindt bewezen dat verdachte een patroonhouder voorhanden heeft gehad. Deze patroonhouder is op de kamer van verdachte gevonden en hij heeft er zelf over verklaard dat het van een eerdere strafzaak zou zijn. Hij was zich ervan bewust dat de patroonhouder in zijn kamer lag en had er de feitelijke macht over. Wel verzoekt de officier om verdachte (partieel) vrij te spreken voor het onder 1 tenlastegelegde voorhanden hebben van het alarmpistool, omdat dit op basis van het dossier onvoldoende aan verdachte te koppelen is. Dat verdachte heeft gehandeld in vuurwapens vindt de officier van justitie ook bewezen, omdat hij heeft bekend dat hij met zijn account die advertenties heeft geplaatst en uit deskundigenrapportages blijkt dat het om echte vuurwapens gaat. De verklaring van verdachte op zitting, dat hij afbeeldingen van de wapens op Snapchat had geplaatst omdat hij mensen wilde oplichten, vindt de officier van justitie ongeloofwaardig.
4.3
Standpunt van de verdediging
De verdediging stelt zich op het standpunt dat verdachte voor beide feiten moet worden vrijgesproken. Allereerst is het alarmpistool niet te koppelen aan verdachte, dus kan niet worden vastgesteld dat hij dit wapen voorhanden heeft gehad. Aangezien verdachte geen wetenschap had van de patroonhouder, is geen sprake van het voorhanden hebben daarvan door verdachte. Ook is geen sprake van strafbare handel in vuurwapens. Er zijn namelijk geen vuurwapens gevonden bij verdachte, het technisch onderzoek is op basis van afbeeldingen verricht en de verkoopprijzen die door het account van verdachte worden genoemd zijn niet reëel voor echte wapens.
4.4
Oordeel van de rechtbank
Feit 1: bezit van het alarmpistool en patroonhouder
Bij de doorzoeking van de kamer van verdachte is in zijn kledingkast een patroonhouder gevonden. De politie heeft de patroonhouder onderzocht en vastgesteld dat dit (ondanks de missende onderdelen) bestemd – en van wezenlijke aard – is voor een wapen. De politie heeft geconcludeerd dat dit patroonmagazijn een categorie III wapen in de zin van de Wet wapens en munitie is. Verdachte heeft over de patroonhouder verklaard dat hij niet meer wist dat de patroonhouder in zijn kledingkast lag, dat hij denkt dat het nog komt van de strafzaak uit 2020 en dat deze nog tussen zijn spullen zat. De latere verklaring van verdachte op de zitting dat hij niets wist over de patroonhouder en deze mogelijk door iemand anders is neergelegd in zijn kamer is naar het oordeel van de rechtbank ongeloofwaardig. Het volgende is hiervoor van belang. Deze verklaring staat in de eerste plaats haaks op zijn verklaringen afgelegd bij de politie en rechter-commissaris. Daarbij komt dat verdachte het pas op zitting geschetste alternatieve scenario niet heeft geconcretiseerd of aannemelijk gemaakt. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat volgens de eigen verklaring van verdachte alleen zijn vriendin en de medewerkers van de instelling op zijn kamer kunnen en dat die nooit een wapen daar neer zouden leggen. Verder heeft verdachte verklaard dat derden alleen op zijn kamer zijn als hij er ook is. Dat een derde het wapen snel zou verstoppen als hij eventjes de kamer af zou zijn, is niet aannemelijk.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat verdachte wetenschap van en beschikkingsmacht had over de patroonhouder. Dat betekent dat wettig en overtuigend is bewezen dat hij de patroonhouder, een belangrijk onderdeel van een wapen, voorhanden heeft gehad.
Dat ligt anders voor het alarmpistool. Dit is namelijk in de algemene ruimte van de wooninstelling van verdachte gevonden, waar iedereen toegang tot heeft. Er zaten op dit wapen geen sporen van verdachte en ook anderszins valt dit wapen niet te herleiden tot verdachte. Dat betekent dat verdachte voor dit onderdeel wordt vrijgesproken.
Feit 2: verhandelen van vuurwapens, patroonhouders en munitie
Uit de verklaringen van verdachte en de bevindingen van de politie volgt dat verdachte met zijn Snapchat-account vuurwapens en munitie te koop heeft aangeboden. De politie heeft aan de hand van de afbeeldingen en het filmpje van het Snapchat-account van verdachte onderzoek gedaan naar de echtheid van de wapens en munitie. De conclusie is dat de wapens en de munitie op de afbeeldingen echt zijn. Er zijn daarbij twee vuurwapens (categorie III) herkend, namelijk een Ekol en een Crvena Zastava. Ook is vastgesteld dat de munitie scherpe patronen (categorie III) en expanderende projectielen (categorie II) betreft.
In de teksten die verdachte heeft geplaatst bij het aanbieden van de vuurwapens heeft hij telkens zeer specifiek genoemd om wat voor vuurwapen, welk kaliber en wat voor munitie het gaat. Ook geeft verdachte in chats met diverse potentiële kopers specifieke informatie over de door hem aangeboden vuurwapens en munitie. Zo noemt hij welk kaliber patronen erin passen, dat het gaat om een omgebouwd pistool met originele loop erin, noemt hij specifieke marktconforme prijzen voor echte vuurwapens noemt hij zijn eigen prijs. Daaruit is af te leiden dat hij kennis heeft van de door hem aangeboden vuurwapens en munitie en dat het hier om echte (onderdelen van) vuurwapens en munitie gaat.
Er is ook onderzoek gedaan naar de twee telefoons van verdachte. Daarop zijn onder andere foto’s van verdachte met vuurwapens of op vuurwapen gelijkende voorwerpen te zien. Op sommige van die foto’s is verdachte te zien en draagt hij zwarte handschoenen. Ook staan op deze telefoon video’s waarop vuurwapens zijn te zien. Deze video’s zijn gemaakt in de kamer van verdachte, de inrichting komt namelijk precies overeen met die van de kamer van verdachte. Op twee van de aangetroffen videofragmenten is het volgende waargenomen. In het eerste fragment opent een persoon met zwarte handschoenen een koffer en is een Ekol vuurwapen en een patroonmagazijn met patronen erin te zien. De tafel is identiek aan de tafel op de kamer van verdachte en de zwarte handschoenen zijn identiek aan de handschoenen die verdachte draagt op andere foto’s. Op het tweede fragment verricht iemand met zwarte handschoenen handelingen met een vuurwapen in de kamer van verdachte. Deze twee vuurwapens vertonen volgens de politie grote overeenkomsten met de vuurwapens die door verdachte op Snapchat zijn geplaatst.
Uit het bovenstaande in samenhang bezien volgt dat verdachte vuurwapens en munitie in de zin van de Wet wapens en munitie op een professionele manier te koop heeft aangeboden. Het alternatieve scenario dat verdachte heeft geschetst – namelijk dat hij vuurwapens te koop heeft aangeboden om mensen op te lichten en nooit echte vuurwapens in bezit heeft gehad – is gelet op het hierboven geschreven bewijs ongeloofwaardig. Bovendien heeft verdachte hierover ook op zitting geen concreet verifieerbare informatie willen geven.
Aangezien verdachte vuurwapens en munitie op professionele wijze heeft geadverteerd, vele gesprekken heeft gevoerd over de verkoop ervan en daarin specifieke informatie over het aangebodene heeft gegeven, waarbij marktconforme verkoopprijzen worden genoemd, oordeelt de rechtbank dat verdachte deze wapens en munitie in de uitoefening van een bedrijf heeft verhandeld. Dat betekent dat het tweede feit is bewezen.

5.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in
bijlage IIvervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte:
1
op 24 september 2021 te Amsterdam een onderdeel van een wapen van categorie III, onder 4 van de Wet wapens en munitie, te weten een patroonmagazijn horend bij een alarmpistool, voorhanden heeft gehad;
2
in de periode van 11 september 2021 tot en met 24 september 2021 te Amsterdam, zonder erkenning, wapens en munitie in de uitoefening van een bedrijf heeft verhandeld, immers heeft hij telkens onderhandeld over de aankoop, verkoop en levering van wapens en munitie van categorie II en III, door telkens:
- afbeeldingen en filmmateriaal van vuurwapens en onderdelen en munitie naar een of meer personen te verzenden, te weten van onder andere: een pistool van het merk Ekol, type Special 99, kaliber 9mm en een pistool van het merk Crvena Zastava, type M70, kaliber 7.65mm browning, en door vervolgens
- afspraken te maken over de aankoop en verkoop en vraagprijs en functie en beschikbaarheid van deze en andere wapens en onderdelen van deze wapens en munitie.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6.Strafbaarheid van de feiten

De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7.Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Motivering van de straf

8.1
Eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de door haar bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden, met aftrek van voorarrest. De officier van justitie heeft daarbij onder meer gewezen op de ernst van de feiten, de richtlijnen van het Openbaar Ministerie en het strafblad van verdachte.
8.2.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht om in de strafmaat rekening te houden met de recente veroordeling (conform artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht),met het voorarrest van
30 dagen in deze zaak en de persoonlijke omstandigheden zoals die onder meer naar voren worden gebracht in het reclasseringsrapport van 16 november 2022. Verdachte heeft lang moeten wachten voordat de zaak werd aangebracht bij de (juiste) rechtbank.
8.3
Oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken. De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Aard en ernst van de feiten
Verdachte, die 19 jaar oud is, heeft zich schuldig gemaakt aan twee strafbare feiten die zien op vuurwapens en munitie. Met name de handel in vuurwapens en munitie is een zeer ernstig feit. Uit het dossier volgt dat – hoewel verdachte voor een relatief korte periode van twee weken wapens heeft verhandeld – hij zeer intensief en op een professionele manier bezig was met het aanbieden en verhandelen van vuurwapens en munitie. Daaraan is bovendien alleen een einde gekomen omdat verdachte is opgepakt door de politie. Vuurwapens, al dan niet omgebouwd, worden gebruikt voor het plegen van zeer ernstige strafbare feiten en maken veel slachtoffers. Zij vormen een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen in de samenleving en zorgen voor gevoelens van angst. Het in de maatschappij brengen van dit soort wapens en scherpe munitie is dan ook gevaarlijk en heel onwenselijk. Verdachte heeft door op te treden als verhandelaar van wapens en munitie een bijdrage aan de illegale handel in wapens en munitie geleverd en dat rekent de rechtbank hem zwaar aan. Verdachte heeft bovendien alleen gehandeld uit eigen gewin en heeft op geen enkele manier laten zien – ook niet op de zitting – dat hij heeft stilgestaan bij de ernst en de gevolgen van de feiten en heeft geen verantwoordelijkheid genomen voor wat hij heeft gedaan. Sterker nog, uit zijn houding leidt de rechtbank af dat hij erg lichtvaardig denkt over deze zeer ernstige feiten.
Gelet op de hiervoor beschreven ernst van deze feiten ziet de rechtbank geen aanleiding om het tijdsverloop in het voordeel van verdachte mee te laten wegen.
Strafblad
De rechtbank neemt het strafblad van verdachte mee. Uit het Uittreksel Justitiële Documentatie van verdachte van 15 maart 2023 volgt dat hij vanaf zijn veertiende levensjaar meermaals is veroordeeld, onder meer vanwege gewelds- en vermogensdelicten. Verdachte heeft een maand voordat hij wapens ging verhandelen in vereniging een (gewapende) woningoverval gepleegd en is hiervoor veroordeeld tot een forse gevangenisstraf. Ook is hij voor een straatroof veroordeeld tot jeugddetentie en een voorwaardelijke PIJ-maatregel (Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen). Hij liep hiervoor in de proeftijd ten tijde van de ten laste gelegde feiten in deze zaak. Verdachte pleegt dus sinds jonge leeftijd regelmatig strafbare feiten en deze worden naarmate de jaren verstrijken steeds zwaarder in ernst. Forse straffen, bijzondere voorwaarden en een proeftijd hebben niet kunnen voorkomen dat verdachte weer strafbare feiten is gaan plegen.
Persoonlijke omstandigheden
Uit de Pro Justitia rapporten van de psycholoog en psychiater van juli 2022 en het reclasseringsrapport van 16 november 2022 komt – kort gezegd – naar voren dat verdachte in staat is om bewuste keuzes te maken en de gevolgen daarvan in te schatten, maar hij weloverwogen voor crimineel gedrag kiest. Hij is berekenend, zijn gewetensfunctie is verstoord ontwikkeld en hij is in toenemende mate zelfbepalend. Ook volgt uit de rapporten dat verdachte bij geldgebrek neigt naar illegaal handelen. Bij verdachte is een persoonlijkheidsstoornis met antisociale trekken vastgesteld, maar er is geen sprake van een doorwerking in de ten laste gelegde feiten en deze kunnen dan ook volledig aan hem worden toegerekend. Eerdere hulpverleningstrajecten hebben niet geholpen. Het risico op recidive blijft reëel.
De straf
De rechtbank is van oordeel dat gelet op alle hiervoor genoemde omstandigheden aanleiding bestaat bij de straftoemeting af te wijken van wat de officier van justitie heeft gevorderd. Alles afwegend komt de rechtbank dan ook tot oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van acht maanden, met aftrek van voorarrest.

9.Beslag

Onder verdachte zijn de volgende voorwerpen in beslag genomen:
1. goednummer 6101883, telefoon, Samsung;
2. goednummer 6101888, telefoon, Samsung;
3. goednummer 6101890, patroonhouder;
4. goednummer 6102803, pistool (gab);
5. goednummer 6102800, 2x patroon (browning), en:
6. goednummer 6102804, wapenkoffer.
Verbeurdverklaring
De telefoons van het merk Samsung (nummer 1 en 2) zijn gebruikt om de bewezen geachte feiten te plegen en waren daarvoor van essentieel belang. Deze voorwerpen worden dan ook verbeurd verklaard. Ook wordt de wapenkoffer (nummer 6) verbeurd verklaard.
Onttrekking aan het verkeer
De inbeslaggenomen en niet teruggegeven voorwerpen, te weten het pistool en de patronen (nummer 4 en 5) dienen onttrokken te worden aan het verkeer en zijn daarvoor vatbaar, aangezien deze voorwerpen van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet.
Uit het dossier volgt dat verdachte afstand heeft genomen van de patroonhouder (nummer 3). Voor zover daar nog beslag op zou rusten wordt de patroonhouder ook onttrokken aan het verkeer.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf en maatregel zijn gegrond op de artikelen 33, 33a, 36b, 36d, 57 en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 9, 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.

11.Beslissing

Verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
Feit 1:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
Feit 2:
handelen in strijd met artikel 9, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en van het in strijd met de Wet wapens en munitie verhandelen van wapens en munitie een beroep of een gewoonte maken;
Verklaart het bewezene
strafbaar.
Verklaart verdachte,
[verdachte] ,daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
8 (acht) maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Verklaart verbeurd:
- goednummer 6101883, telefoon, Samsung,
- goednummer 6101888, telefoon, Samsung, en:
- goednummer 6102804, wapenkoffer.
Verklaart onttrokken aan het verkeer:
- goednummer 6101890, patroonhouder,
- goednummer 6102803, pistool (gab), en:
- goednummer 6102800, 2x patroon (browning).
Dit vonnis is gewezen door:
mr. E. Biçer, voorzitter,
mrs. M.M.L.A.T. Doll en C.A. van Dijk, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. D. Gigengack, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 9 mei 2023.
[…]

3.[…]