In deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam op 17 mei 2023, wordt het beroep van eiser tegen de herziening van zijn AOW-pensioen beoordeeld. Eiser, woonachtig in Suriname, ontving sinds december 2013 een AOW-pensioen voor alleenstaanden. Echter, na melding van zijn huwelijk op 11 april 2019, heeft de Sociale Verzekeringsbank (SVB) zijn pensioen herzien naar een gehuwdenpensioen met terugwerkende kracht vanaf mei 2019. Eiser betwistte deze herziening, stellende dat hij duurzaam gescheiden leefde van zijn echtgenote en recht had op een pensioen voor alleenstaanden.
De rechtbank oordeelt dat eiser niet duurzaam gescheiden leefde van zijn echtgenote, aangezien er geen verzoek tot echtscheiding was ingediend en eiser financieel bijdroeg aan het levensonderhoud van zijn echtgenote. De rechtbank stelt vast dat eiser zijn huwelijk niet tijdig heeft gemeld aan de SVB, wat in strijd is met de mededelingsplicht. De rechtbank concludeert dat de herziening van het pensioen met volledige terugwerkende kracht terecht is uitgevoerd, en dat er geen aanleiding is voor matiging van de herziening. Eiser krijgt geen gelijk en zijn beroep wordt ongegrond verklaard.
De uitspraak benadrukt het belang van de mededelingsplicht voor pensioengerechtigden en de gevolgen van het niet naleven daarvan. Eiser krijgt geen vergoeding van proceskosten en het griffierecht wordt niet teruggegeven. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.