ECLI:NL:RBAMS:2023:3212

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
15 februari 2023
Publicatiedatum
22 mei 2023
Zaaknummer
C/13/708095 / HA ZA 22-1
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rolbeslissing in de APPLE WAMCA over de eerste zitting

Op 15 februari 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam een rolbeslissing genomen in de zaken die zijn aangespannen door verschillende stichtingen tegen Apple en haar dochterondernemingen. De zaken zijn geregistreerd onder de nummers C/13/708095 / HA ZA 22-1, C/13/715885 / HA ZA 22-283 en C/13/716027 / HA ZA 22-295. De eiseressen, waaronder de Stichting Right to Consumer Justice (RCJ), Stichting Consumenten Competition Claims (CCC) en Stichting App Stores Claims (ASC), hebben hun vorderingen ingediend tegen Apple Distribution International Ltd., Apple Inc. en andere aan Apple gelieerde entiteiten. De rechtbank heeft in deze rolbeslissing de procedurele stappen uiteengezet die genomen moeten worden voorafgaand aan de mondelinge behandeling die gepland staat voor 24 maart 2023. De rechtbank heeft de partijen in de gelegenheid gesteld om zich schriftelijk uit te laten over de tijdigheid van de dagvaarding en de rechtsmacht. Tevens is er een agenda vastgesteld voor de mondelinge behandeling, waarbij de rechtbank de spreektijd voor de partijen heeft uitgebreid. De rechtbank heeft bepaald dat er geen nadere aktes voorafgaand aan de mondelinge behandeling zijn toegestaan en dat alle partijen hun producties uiterlijk op 10 maart 2023 moeten indienen. De beslissing is openbaar uitgesproken en de rechtbank heeft iedere verdere beslissing aangehouden.

Uitspraak

rolbeslissing

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
Rolbeslissing van 15 februari 2023
in de zaak met zaaknummer / rolnummer: C/13/708095 / HA ZA 22-1 van
de stichting
STICHTING RIGHT TO CONSUMER JUSTICE,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres,
hierna te noemen: RCJ,
advocaat mr. C. Jeloschek te Amsterdam,
tegen
1. vennootschap naar buitenlands recht
APPLE DISTRIBUTION INTERNATIONAL LTD.,
gevestigd te Cork, Ierland,
2. vennootschap naar buitenlands recht
APPLE INC.,
gevestigd te Cupertino, Verenigde Staten van Amerika,
gedaagden,
advocaat mr. J.S. Kortmann te Amsterdam,
en in de zaak met zaaknummer / rolnummer C/13/715885 / HA ZA 22-283 van
de stichting
STICHTING CONSUMENTEN COMPETITION CLAIMS,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres,
hierna te noemen: CCC,
advocaat mr. C.C.A. van Rest te Amsterdam,
tegen
1. vennootschap naar buitenlands recht
APPLE DISTRIBUTION INTERNATIONAL LIMITED,
gevestigd te Cork, Ierland,
2. vennootschap naar buitenlands recht
APPLE OPERATIONS INTERNATIONAL LIMITED,
gevestigd te Cork, Ierland,
3. vennootschap naar buitenlands recht
APPLE INC.,
gevestigd te Cupertino, Verenigde Staten van Amerika,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
APPLE HOLDING B.V.,
gevestigd te Bunnik,
5. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
APPLE BENELUX B.V.,
gevestigd te Bunnik,
6. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
APPLE RETAIL NETHERLANDS B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagden,
advocaat mr. B.M. Katan te Amsterdam,
en in de zaak met zaaknummer / rolnummer C/13/716027 / HA ZA 22-295 van
de stichting
STICHTING APP STORES CLAIMS,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres,
hierna te noemen: ASC,
advocaat mr. R. Meijer te Amsterdam,
tegen
1. vennootschap naar buitenlands recht
APPLE DISTRIBUTION INTERNATIONAL LTD.,
gevestigd te Cork, Ierland,
2. vennootschap naar buitenlands recht
APPLE INC.,
gevestigd te Cupertino, Verenigde Staten van Amerika,
gedaagden,
advocaat mr. B.M. Katan te Amsterdam,
gedaagde partijen in de drie procedures worden hierna Apple c.s. genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 19 oktober 2022 in de drie procedures (hierna: het tussenvonnis),
  • de akte uitlating ten behoeve van regiezitting zijdens RCJ,
  • de akte uitlating tijdigheid dagvaarding zijdens CCC,
  • de akte uitlating tijdigheid dagvaarding zijdens ASC,
  • de akte inlichtingen ten behoeve van regiezitting zijdens Apple c.s.,
  • de brief van 2 februari 2023 zijdens CCC,
  • de brief van 3 februari 2023 zijdens ASC,
  • de brief van 6 februari 2023 zijdens Apple c.s.

2.De verzoeken van partijen

2.1.
RCJ heeft in haar akte van 11 januari 2023 gevraagd om verduidelijking van het karakter van de in het tussenvonnis vastgestelde mondelinge behandeling. Indien het de bedoeling is dat op de mondelinge behandeling een inhoudelijk debat plaatsvindt over de onder 5. van het tussenvonnis genoemde onderwerpen a tot en met c, dan wil RCJ zich voorafgaand aan de mondeling behandeling nog bij akte uitlaten over de onderwerpen rechtsmacht en toepasselijkheid WAMCA.
2.2.
Apple c.s. heeft zich in haar akte van 11 januari 2023 op hoofdlijnen (ter facilitering van de discussie over de volgorde van de te behandelen onderwerpen) uitgelaten over de onder 5. van het tussenvonnis genoemde onderwerpen a tot en met c. Daarbij heeft zij zich het recht voorbehouden om op een later moment inhoudelijk verweer te voeren ten aanzien van deze onderwerpen (en ook alle overige onderwerpen). Apple c.s. heeft ook een procesvoorstel gedaan, waarbij zij de rechtbank vraagt eerst te beslissen over de tijdigheid van de door CCC uitgebrachte dagvaarding en in een latere fase te beslissen over de rechtsmacht en het toepasselijke collectieve actierecht. Apple c.s. heeft aangekondigd over deze twee laatste onderwerpen een incident te willen openen.
2.3.
CCC en ASC hebben schriftelijk gereageerd in hun brieven van respectievelijk 2 en 3 februari 2023. Volgens CCC en ASC volgt uit het tussenvonnis dat de mondelinge behandeling een combinatie is van een inhoudelijke behandeling van de onder 5. van het tussenvonnis genoemde onderwerpen en een regiezitting, zodat over die onderwerpen na de mondeling behandeling vonnis gewezen zal kunnen worden. Zij zien geen reden voor een nadere akte. ASC geeft de rechtbank wel in overweging om partijen tijdens de eerste termijn van de mondelinge behandeling meer spreektijd toe te kennen. Verder vinden CCC en ASC dat het regievoorstel van Apple c.s. moet worden afgewezen, omdat dat in strijd is met de aanwijzingen in het tussenvonnis. De hoofdmoot van hun aktes betreft het onderwerp waarover zij zich konden uitlaten, te weten de tijdigheid van de dagvaarding van CCC.
2.4.
Apple c.s. heeft in haar schriftelijke reactie van 6 februari 2023 laten weten dat zij ervan uitgaat dat de zitting van 24 maart 2023 uitsluitend het karakter zal hebben van een regiezitting vóór antwoord. Er heeft nog geen voldragen debat plaatsgevonden over de onder 5. van het tussenvonnis genoemde onderwerpen. Ook stelt Apple c.s. het recht te hebben om over die onderwerpen een incident te openen.

3.De beoordeling

3.1.
Partijen hebben voorafgaand aan het tussenvonnis verzocht om een regiezitting. In het tussenvonnis is daarop beslist door aan te geven dat op de te houden mondelinge behandeling het onderwerp regie aan de orde komt voor het vervolg van de procedure, voor zover daar sprake van zal zijn.
3.2.
Uit het tussenvonnis volgt verder dat op de mondelinge behandeling met name ook een inhoudelijke bespreking van de volgende drie onderwerpen aan de orde zal komen:
is de dagvaarding van CCC tijdig uitgebracht, gezien artikel 1018d van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering;
heeft de rechtbank rechtsmacht ten aanzien van elk van de gedaagden;
welke regeling betreffende collectieve acties is van toepassing: artikel 3:305a Burgerlijk Wetboek geldend voor 1 januari 2020 of de WAMCA.
3.3.
Partijen zijn in de gelegenheid gesteld zich schriftelijk uit te laten over verschillende delen van deze drie onderwerpen op de rol van 11 januari 2023: RCJ, CCC en ASC over onderwerp a. en Apple c.s. over alle onderwerpen. Eisende partijen hebben zich in de dagvaardingen immers reeds uitgelaten over de onderwerpen b en c.
3.4.
Alle partijen hebben zich schriftelijk over deze onderwerpen uitgelaten. De eisen van hoor en wederhoor brengen niet mee dat aan een of meer partijen moet worden toegestaan om voorafgaand aan de mondelinge behandeling nadere aktes te nemen. Anders dan Apple c.s. meent, heeft zij niet het recht en is het ook niet (meer) nodig om in een latere fase van deze procedure over de onderwerpen b en c een incident te openen, aangezien de rechtbank deze onderwerpen ambtshalve moet beoordelen en zij deze in het tussenvonnis al aan de orde heeft gesteld, waarna Apple c.s. gelegenheid heeft gehad zich daarover schriftelijk uit te laten. Dat Apple c.s. ervoor gekozen heeft dat op sommige onderwerpen op hoofdlijnen te doen, is haar eigen keuze geweest. Op de mondelinge behandeling kan verder debat plaatsvinden over de genoemde onderwerpen, waarna dat debat in beginsel is afgerond en de zaken voor vonnis over die onderwerpen zal worden verwezen.
3.5.
Wel ziet de rechtbank aanleiding voor een langere spreektijd voor partijen dan in het tussenvonnis is bepaald. Daartoe stelt zij de volgende agenda vast, waarbij voor de inhoudelijke bespreking van de onderwerpen a, b en c RCJ, CCC en ASC gezamenlijk een 1e termijn krijgen van maximaal 120 minuten, in onderling overleg te verdelen, en Apple c.s. een 1e termijn krijgt van maximaal 60 minuten (inclusief reactie op 1e termijn RCJ, CCC en ASC). Voor vragen van de rechtbank en re- en dupliek wordt 60 minuten vastgesteld. Het onderwerp regie komt daarna aan de orde, met maximaal 10 minuten per partij in 1e termijn.
3.6.
De agenda voor de geplande mondelinge behandeling op 24 maart 2023 is daarmee als volgt:
09.30 – 09.45:
introductie
09.45 – 14.45:
inhoudelijke besprekingvan de onderwerpen a, b en c:
09.45 – 11.45:
RCJ, CCC en ASC gezamenlijk 1e termijn
11:45 – 12:00: pauze
12:00 – 13:00: Apple c.s. 1e termijn inclusief reactie op 1e termijn RCJ, CCC en ASC
13:00 – 13:45: pauze
13.45 – 14.45:
vragen rechtbank en re- en dupliek
14:45 – 15.30:
bespreking regieoverige voorvragen en verdere procedure (voor elke partij 10 minuten in 1e termijn)
3.7.
Tot slot worden partijen erop gewezen, zoals reeds bepaald in het tussenvonnis, dat nadere producties uiterlijk 10 maart 2023 moeten worden ingediend, in drievoud (waarvan eenmaal op A5-formaat) op papier en digitaal op een USB-stick.

4.De beslissing

De rechtbank
4.1.
bepaalt dat voorafgaand aan de mondelinge behandeling geen nadere aktes worden toegestaan,
4.2.
bepaalt de agenda voor de mondelinge behandeling zoals onder 3.6 weergegeven,
4.3.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beslissing is gegeven door mr. M.L.S. Kalff, mr. C.M.E de Koning en mr. J.T. Kruis, rechters, bijgestaan door mr. R.E.R. Verloo, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 15 februari 2023.