Op 17 mei 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat is uitgevaardigd door de rechtbank Aarhus in Denemarken. De zaak betreft de overlevering van een opgeëiste persoon, geboren in 1976, die momenteel gedetineerd is in Nederland. De officier van justitie heeft op 17 maart 2023 een vordering ingediend tot behandeling van het EAB, dat op 6 maart 2023 is uitgevaardigd. De opgeëiste persoon is verschenen op de zitting van 4 mei 2023, bijgestaan door zijn raadsman en een tolk.
De rechtbank heeft de termijn voor uitspraak verlengd en heeft de identiteit van de opgeëiste persoon vastgesteld. De raadsman heeft betoogd dat het EAB niet voldoet aan de voorwaarden van de Overleveringswet, omdat de feiten niet genoegzaam zijn omschreven. De officier van justitie heeft echter aangevoerd dat de overlevering moet worden toegestaan, ondanks de summiere omschrijving van de feiten. De rechtbank heeft geoordeeld dat het EAB voldoende informatie bevatte om de overlevering te rechtvaardigen, en dat de feiten voldoende waren omschreven om het specialiteitsbeginsel te waarborgen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de feiten waarvoor de overlevering wordt verzocht, zijn opgenomen in bijlage 1 van de Overleveringswet en dat er geen weigeringsgronden zijn. De rechtbank heeft daarom de overlevering toegestaan. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze beslissing, conform artikel 29 van de Overleveringswet.