Op 16 mei 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam een tussentijdse toetsing uitgevoerd met betrekking tot de ISD-maatregel die op 30 november 2021 aan de veroordeelde is opgelegd. De ISD-maatregel, die is opgelegd voor de duur van twee jaar, is bedoeld voor stelselmatige daders en heeft als doel de maatschappij te beveiligen en recidive te voorkomen. Tijdens de zitting zijn de officier van justitie, de veroordeelde en zijn raadsvrouw gehoord. De raadsvrouw heeft de zaak waargenomen voor de raadsman van de verdachte. De rechtbank heeft ook een deskundige gehoord die betrokken is bij de begeleiding van de veroordeelde.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde sinds de start van de ISD-maatregel in januari 2022 verschillende trajecten heeft aangeboden gekregen, maar tot op heden geen behandeling heeft aanvaard die het risico op recidive zou kunnen verminderen. De houding van de veroordeelde ten opzichte van de aangeboden trajecten heeft hierbij een rol gespeeld. De officier van justitie heeft verzocht om de behandeling van de ISD-toetsing aan te houden, omdat er onvoldoende informatie beschikbaar was om een beslissing te nemen. De raadsvrouw heeft verzocht om beëindiging van de ISD-maatregel, maar was het eens met de officier van justitie dat er onvoldoende informatie was.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de voortzetting van de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel noodzakelijk is voor de beveiliging van de maatschappij en beëindiging van recidive. De rechtbank heeft het verzoek van de officier van justitie tot aanhouding van de behandeling van de zaak afgewezen en de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel voortgezet. De beslissing is genomen op basis van de beschikbare informatie en het verhandelde op de zitting.