Uitspraak
regio Amsterdam,
locatie Amsterdam,
hierna te noemen: de Raad.
1.De procedure
- het verzoekschrift van vader, ingekomen op 17 februari 2023;
- het verweerschrift van de moeder, ingekomen op 22 mei 2023.
2.De feiten
3.Het verzoek en het verweer
4.De beoordeling
De rechtbank ziet geen aanknopingspunten dat dit standpunt niet de eigen mening van [minderjarige] is en zij daarbij teveel door de moeder is beïnvloed. . De rechtbank is van oordeel dat [minderjarige] het verdient om te worden gehoord en dat er naar haar wordt geluisterd. Het bepalen van een omgangsregeling die tegen de uitdrukkelijke en onderbouwde wens van [minderjarige] ingaat, zal niet alleen een averechts effect hebben, maar kan haar mogelijk ook verdere schade toebrengen. Dat blijkt onder andere uit recent onderzoek door het WODC (rechterlijke instrumenten bij omgangsproblematiek en contactverlies, maart 2023). In uiterste gevallen kan het in het belang van een kind zijn om geen omgang af te dwingen en het contactverlies -in ieder geval- tijdelijk te laten bestaan. Dit is het geval wanneer a) er al lange tijd hevige strijd is tussen ouders waar het kind last van heeft, en b) het kind zelf weerstand heeft tegen contact met de contact verliezende ouder en zelf zegt geen contact te willen met deze ouder, en c) het kind veilig opgroeit bij de primair verzorgende ouder (en er dus geen sprake is van oudervervreemding).Deze situatie doet zich in het geval van [minderjarige] voor. Daarom zal het verzoek van de vader tot het bepalen van een omgangsregeling worden afgewezen. Voor de duidelijkheid: het verzoek wordt niet afgewezen omdat de vader niet in staat zou zijn tot omgang met [minderjarige] , maar omdat deze ernstig nadeel zou opleveren voor haar ontwikkeling en [minderjarige] ernstige bezwaren heeft geuit tegen omgang.