ECLI:NL:RBAMS:2023:3679

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
5 april 2023
Publicatiedatum
14 juni 2023
Zaaknummer
C/13/730244 / HA ZA 23-187
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van beslagkosten en toewijzing van verzekeringsvorderingen

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam op 5 april 2023, hebben de eiseressen, ZILVEREN KRUIS ZORGVERZEKERINGEN N.V., INTERPOLIS ZORGVERZEKERINGEN N.V., en FBTO ZORGVERZEKERINGEN N.V., een vordering ingesteld tegen een gedaagde die niet is verschenen. De eiseressen vorderden betaling van beslagkosten, die volgens hen toewijsbaar waren op basis van artikel 706 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslagkosten, begroot op € 1.624,44 voor verschotten en € 2.645,00 voor salaris advocaat, niet volledig konden worden toegewezen. De kosten voor beslaglegging onder derden werden afgewezen omdat niet was aangetoond dat de dagvaarding aan de derde binnen de vereiste termijn van acht dagen was betekend, zoals voorgeschreven in artikel 721 Rv.

De rechtbank oordeelde dat de overige vorderingen van de eiseressen niet onrechtmatig of ongegrond waren en heeft deze toegewezen. De gedaagde werd veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 332.810,61, vermeerderd met wettelijke rente, en werd ook veroordeeld in de beslagkosten en proceskosten, die in totaal op € 7.836,67 werden begroot. De rechtbank verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wees het meer of anders gevorderde af. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. J.T. Kruis.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rolnummer: C/13/730244 / HA ZA 23-187
Vonnis van 5 april 2023
in de zaak van
1. de naamloze vennootschap
ZILVEREN KRUIS ZORGVERZEKERINGEN N.V.,
gevestigd te Utrecht,
2. de naamloze vennootschap
INTERPOLIS ZORGVERZEKERINGEN N.V.,
gevestigd te Utrecht,
3. de naamloze vennootschap
FBTO ZORGVERZEKERINGEN N.V.,
gevestigd te Leeuwarden,
eiseressen,
advocaat mr. J. Ekelmans te 's-Gravenhage
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding,
  • de akte overleggen producties,
  • het tegen gedaagde verleende verstek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Eiseressen vorderen gedaagde te veroordelen tot betaling van de beslagkosten. Deze vordering is gelet op het bepaalde in art. 706 Rv toewijsbaar. De beslagkosten worden begroot op € 1.624,44 voor verschotten (inclusief € 676,00 griffierecht beslagrekest) en € 2.645,00 voor salaris advocaat (1 rekest x € 2.645,00). Eiseres vordert gedaagde te veroordelen tot betaling van de beslagkosten. Deze kosten voor de beslaglegging onder de derden zal worden afgewezen. Het beslag moet nietig worden geacht, nu gesteld noch gebleken is dat de dagvaarding aan de derde is betekend binnen de gestelde termijn van acht dagen, hetgeen ingevolge art. 721 Rv op straffe van nietigheid is voorgeschreven.
2.2.
Het gevorderde komt de rechtbank voor het overige niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal als volgt worden toegewezen.
2.3.
Gedaagde zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van eiseressen worden begroot op:
- dagvaarding € 130,67
- griffierecht 5.061,00
- salaris advocaat
2.645,00(1,0 punt × tarief € 2.645,00)
Totaal € 7.836,67

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
veroordeelt gedaagde om aan eiseressen te betalen een bedrag van € 332.810,61 (driehonderdtweeëndertig duizendachthonderdtien euro en éénenzestig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van 1 februari 2023 tot de dag van volledige betaling,
3.2.
veroordeelt gedaagde in de beslagkosten, tot op heden begroot op € 4.269,44,
3.3.
veroordeelt gedaagde in de proceskosten, aan de zijde van eiseressen tot op heden begroot op € 7.836,67, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de veertiende dag na de betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
3.4.
veroordeelt gedaagde in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 173,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat gedaagde niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 90,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak,
3.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
3.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.T. Kruis en in het openbaar uitgesproken op 5 april 2023. [1]

Voetnoten

1.type: AAK