Op 8 februari 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 15 november 2022 in Amsterdam schennis van de eerbaarheid heeft gepleegd nabij een kinderspeelplaats. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, die zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland is, op een bankje zat met zijn broek op zijn enkels en zich masturbeerde. Dit werd waargenomen door verbalisanten die op de melding afkwamen. De verdachte verklaarde dat hij aan het urineren was, maar de rechtbank achtte deze verklaring niet aannemelijk. De rechtbank oordeelde dat het feit wettig en overtuigend bewezen was, en dat er geen rechtvaardigingsgrond was voor het gedrag van de verdachte.
De officier van justitie had een gevangenisstraf van 86 dagen geëist, maar de rechtbank besloot tot een lagere onvoorwaardelijke gevangenisstraf van zes weken. De rechtbank hield rekening met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het was begaan, en het strafblad van de verdachte, waaruit bleek dat hij in 2022 al zeven keer eerder schuldig was bevonden aan openbare schennispleging. De rechtbank vond de opgelegde straf passend en geboden, en heeft de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht in mindering gebracht op de gevangenisstraf. De rechtbank heeft het bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven en verklaarde dat de verdachte niet schuldig was aan andere ten laste gelegde feiten.