In deze zaak heeft de vrouw, eiseres, een kort geding aangespannen tegen de man, gedaagde, met als doel de nakoming van een zorgregeling die eerder was vastgesteld in een beschikking van de Rechtbank Noord-Holland op 7 juli 2022. De partijen, die in het verleden gehuwd zijn geweest, zijn ouders van twee minderjarige kinderen. De vrouw stelt dat de man zich structureel niet aan de zorgregeling houdt, wat leidt tot teleurstellingen bij de kinderen. De man heeft verweer gevoerd en stelt dat de beschuldigingen van de vrouw onterecht zijn en dat hij niet altijd in staat is om aan de afspraken te voldoen door persoonlijke omstandigheden.
De voorzieningenrechter heeft in zijn beoordeling het belang van de kinderen vooropgesteld en vastgesteld dat de man de zorgregeling niet nakomt. De rechter heeft verschillende voorbeelden van niet-nakoming door de man besproken, waaronder het niet ophalen van de kinderen en het afzeggen van afspraken. De rechter heeft geconcludeerd dat de man geen prioriteit geeft aan de nakoming van de zorgafspraken, wat schadelijk is voor de kinderen. De vordering van de vrouw is toegewezen, en de man is veroordeeld tot nakoming van de zorgregeling, met een dwangsom van € 100,00 per dag voor iedere dag dat hij niet voldoet aan de uitspraak, tot een maximum van € 10.000,00. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.