In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 6 juli 2023 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een funderingsbedrijf dat werd beschuldigd van overtredingen van de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet) naar aanleiding van een dodelijk arbeidsongeval op 30 oktober 2019. Tijdens werkzaamheden op een bouwlocatie in Loosdrecht raakte een werkplatform los van de funderingsmachine en viel naar beneden, waarbij een werknemer, [slachtoffer], dodelijk gewond raakte. De Arbeidsinspectie startte een strafrechtelijk onderzoek naar de omstandigheden van het ongeval, waarbij het bedrijf werd beschuldigd van het niet naleven van verschillende artikelen van de Arbowet en het Arbeidsomstandighedenbesluit.
De rechtbank heeft het standpunt van het Openbaar Ministerie en de verdediging gehoord. De officier van justitie stelde dat het bedrijf verantwoordelijk was voor de veiligheid van de werknemers en dat het niet voldoen aan de Arbowet leidde tot het ongeval. De verdediging betoogde echter dat het bedrijf niet opzettelijk had gehandeld en dat de risico's niet voldoende waren onderkend in de instructies.
Na beoordeling van het dossier en de argumenten van beide partijen, concludeerde de rechtbank dat de beschuldigingen niet bewezen konden worden. De rechtbank oordeelde dat het bedrijf niet in strijd had gehandeld met de Arbowet, omdat er geen specifieke instructies waren die het gevaar van het hijsen van de betonslang onderkenden. De rechtbank sprak het bedrijf vrij van alle tenlastegelegde feiten, omdat niet kon worden aangetoond dat het bedrijf verantwoordelijk was voor de omstandigheden die tot het ongeval leidden.