Op 1 februari 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat is uitgevaardigd door het Circuit Court in Łódź, 18th Criminal Division, op 22 augustus 2022. De zaak betreft de overlevering van een opgeëiste persoon, geboren in Polen, die momenteel gedetineerd is. De rechtbank heeft de vordering tot overlevering behandeld op een openbare zitting op 18 januari 2023, waarbij de officier van justitie, mr. M. Diependaal, aanwezig was en de opgeëiste persoon werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. N. Stegerhoek.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de opgeëiste persoon niet in persoon is verschenen bij het proces dat heeft geleid tot het vonnis waarop het EAB is gebaseerd. De verdediging heeft aangevoerd dat dit een weigeringsgrond vormt op basis van artikel 12 van de Overleveringswet (OLW). De officier van justitie heeft echter betoogd dat de rechtbank van haar bevoegdheid om de overlevering te weigeren kan afzien. De rechtbank heeft in haar oordeel rekening gehouden met de recente wijziging van de OLW, waardoor artikel 12 nu een facultatieve in plaats van een dwingende weigeringsgrond is.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat de opgeëiste persoon, ondanks zijn afwezigheid, voldoende op de hoogte was van de rechtsgang en dat er geen schending van zijn verdedigingsrechten plaatsvond. De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de OLW en dat er geen weigeringsgronden zijn die de overlevering in de weg staan. Daarom heeft de rechtbank besloten de overlevering toe te staan, zodat de opgeëiste persoon kan worden overgeleverd aan Polen voor de uitvoering van de opgelegde vrijheidsstraf.