In deze zaak, die zich afspeelt voor de Rechtbank Amsterdam, is er een incident van onbevoegdheid aan de orde. De eisers, kinderen van de erflaatster, hebben een vordering ingesteld betreffende de nalatenschap van hun moeder, die op 18 juli 2019 is overleden. De erflaatster had haar laatste woonplaats in [woonplaats 5], wat betekent dat de rechtbank Amsterdam niet bevoegd is om van de zaak kennis te nemen. De gedaagden, die ook kinderen van de erflaatster zijn, hebben aangevoerd dat de rechtbank Midden-Nederland bevoegd is, omdat de laatste woonplaats van de erflaatster niet in het rechtsgebied van de rechtbank Amsterdam ligt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vordering van de eisers betrekking heeft op de nalatenschap en dat de rechtbank Midden-Nederland bevoegd is. De rechtbank heeft daarom besloten de zaak te verwijzen naar de rechtbank Midden-Nederland, afdeling handel. De proceskosten in het incident worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.