Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[naam 1] ,
[naam 2],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 7 juni 2023, waarbij een mondelinge behandeling is bepaald,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 12 juli 2023 en de daarin vermelde stukken,
- de brief van 25 juli 2023 van mr. Hulsbergen met opmerkingen over het proces-verbaal.
2.De feiten
* opgevraagde informatie niet of niet tijdig ter beschikking wordt gesteld;
* bij het dossieronderzoek onregelmatigheden op basis van wet/en of regelgeving naar voren komen;
* onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt en de juiste/volledige gegevens tot een andere beslissing zouden hebben geleid;
3.Het geschil
De subsidiaire vordering is gebaseerd op het argument dat in de strafzaak is vastgesteld dat Dolia nooit meer dan 28,1% van de door haar gefactureerde zorg heeft kunnen verlenen. Hier vordert Zilveren Kruis 71,9% van het totaal uitgekeerde bedrag. Meer subsidiair vordert Zilveren Kruis de bedragen over december 2015 terug, die Dolia volgens de verdeellijst zou hebben teruggegeven aan [naam 1] .
4.De beoordeling
Eerst op de zitting heeft Zilveren Kruis opgemerkt dat [naam 3] als eerstegraads familielid maar 4 uur zorg had mogen verlenen en dat voor haar een lager uurtarief had moeten worden gerekend (€23 in plaats van €38), maar dat argument is niet ten grondslag gelegd aan de vordering, heeft zij niet eerder naar voren gebracht en was voor gedaagden dan ook nieuw. Onder deze omstandigheden kan niet worden vastgesteld dat hier enige vorm van fraude in het spel is geweest.
€ 2.366,00(2,0 punt × tarief IV € 1.183,00)
5.5. De beslissing
mr. P. Palanciyan als griffier en in het openbaar uitgesproken op 9 augustus 2023.