Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
- mr. Spronk voornoemd,
- [gedaagde 1] en [gedaagde 2] ,
- mr. Van der Wende voornoemd,
- mr. E.W. Hofman Bijvank, advocaat.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak vordert eiser, een broer, het afleggen van rekening en verantwoording van zijn broer en schoonzus met betrekking tot het beheer van het vermogen van hun moeder, voordat zij onder bewind werd gesteld. De mondelinge behandeling vond plaats op 25 mei 2022, waarbij partijen afspraken maakten over het inzien van financiële gegevens. De zaak werd naar de rol verwezen voor uitlating over royement of voortzetting van de comparitie. Aangezien partijen het niet eens konden worden over royement, werd de mondelinge behandeling voortgezet.
De rechter, mr. R.H.C. Jongeneel, en griffier, mr. E.M. Hansen-Löve, waren aanwezig tijdens de zitting. Eiser heeft zich beroepen op een gestelde overeenkomst van opdracht en subsidiair op zaakwaarneming. De rechter oordeelt dat alleen de bewindvoerder, die de vermogensrechtelijke belangen van de moeder behartigt, rekening en verantwoording kan vragen aan de gedaagden. Daarom wordt de vordering van eiser afgewezen.
Ten overvloede merkt de rechter op dat gedaagden niet beschikken over stukken die aan eiser verstrekt kunnen worden, maar dat de bewindvoerder deze wel kan opvragen. Eiser kan deze stukken onderzoeken en daar zo nodig consequenties aan verbinden, maar hiervoor is een afzonderlijke procedure nodig. Gezien de familieband tussen partijen, besluit de rechter de proceskosten te compenseren, zodat elke partij de eigen kosten draagt. De rechter wijst de vordering af en compenseert de proceskosten.