ECLI:NL:RBAMS:2023:5410

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
22 augustus 2023
Publicatiedatum
22 augustus 2023
Zaaknummer
C/13/709460 / HA ZA 21-972
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot rekening en verantwoording tussen broers en schoonzus over beheer van moeder's vermogen

In deze zaak vordert eiser, een broer, het afleggen van rekening en verantwoording van zijn broer en schoonzus met betrekking tot het beheer van het vermogen van hun moeder, voordat zij onder bewind werd gesteld. De mondelinge behandeling vond plaats op 25 mei 2022, waarbij partijen afspraken maakten over het inzien van financiële gegevens. De zaak werd naar de rol verwezen voor uitlating over royement of voortzetting van de comparitie. Aangezien partijen het niet eens konden worden over royement, werd de mondelinge behandeling voortgezet.

De rechter, mr. R.H.C. Jongeneel, en griffier, mr. E.M. Hansen-Löve, waren aanwezig tijdens de zitting. Eiser heeft zich beroepen op een gestelde overeenkomst van opdracht en subsidiair op zaakwaarneming. De rechter oordeelt dat alleen de bewindvoerder, die de vermogensrechtelijke belangen van de moeder behartigt, rekening en verantwoording kan vragen aan de gedaagden. Daarom wordt de vordering van eiser afgewezen.

Ten overvloede merkt de rechter op dat gedaagden niet beschikken over stukken die aan eiser verstrekt kunnen worden, maar dat de bewindvoerder deze wel kan opvragen. Eiser kan deze stukken onderzoeken en daar zo nodig consequenties aan verbinden, maar hiervoor is een afzonderlijke procedure nodig. Gezien de familieband tussen partijen, besluit de rechter de proceskosten te compenseren, zodat elke partij de eigen kosten draagt. De rechter wijst de vordering af en compenseert de proceskosten.

Uitspraak

proces-verbaal

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rolnummer: C/13/709460 / HA ZA 21-972
Proces-verbaal van mondelinge uitspraak van 27 maart 2023
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats 1] ,
eiser,
advocaat mr. T. Spronk te Amsterdam,
tegen

1.[gedaagde 1] ,

wonende te [woonplaats 1] ,
2.
[gedaagde 2],
wonende te [woonplaats 2] , gemeente Zuidplas,
gedaagden,
advocaat mr. G. van der Wende te Capelle aan den IJssel.
Eiser wordt [eiser] genoemd en gedaagden worden [gedaagde 1] en [gedaagde 2] genoemd.
Op 25 mei 2022 heeft een mondelinge behandeling plaatsgevonden waarbij partijen afspraken hebben gemaakt over het inzien van financiële gegevens en is de zaak naar de rol verwezen voor uitlating royement dan wel voortzetting comparitie. Partijen zijn het niet eens geworden over royement, daarom wordt de mondelinge behandeling voortgezet.
De zitting wordt gehouden in het gebouw van deze rechtbank ingevolge de rolbeslissing van deze rechtbank van 11 januari 2023.
Tegenwoordig zijn mr. R.H.C. Jongeneel, rechter, en mr. E.M. Hansen-Löve, griffier.
Na uitroeping van de zaak verschijnen
  • mr. Spronk voornoemd,
  • [gedaagde 1] en [gedaagde 2] ,
  • mr. Van der Wende voornoemd,
  • mr. E.W. Hofman Bijvank, advocaat.
Van het verhandelde ter zitting is een apart proces-verbaal opgemaakt.
De rechter gaat over tot de mondelinge uitspraak.

1. De gronden van de beslissing

1.1.
In deze zaak vordert [eiser] het afleggen van rekening en verantwoording van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] . Hij heeft zich daartoe beroepen op een gestelde overeenkomst van opdracht, subsidiair op zaakwaarneming. Op beide grondslagen kan rekening en verantwoording worden gevorderd, echter alleen door de opdrachtgever bij opdracht en door degene voor wie de zaken zijn waargenomen bij zaakwaarneming. Omdat de vermogensrechtelijke belangen van moeder worden behartigd door een bewindvoerder, zal alleen de bewindvoerder rekening en verantwoording aan [gedaagde 1] en [gedaagde 2] kunnen vragen. De vordering moet daarom worden afgewezen.
1.2.
Ten overvloede wordt nog het volgende opgemerkt. Uit het dossier blijkt dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] niet beschikken over stukken die nog aan [eiser] verstrekt kunnen worden maar dat er nog wel stukken door de bewindvoerder kunnen worden opgevraagd. Het staat hem vrij deze te onderzoeken en daar zo nodig consequenties aan te verbinden. Daarvoor zal dan echter een afzonderlijke procedure nodig zijn. Dit betekent dat het ook met het oog op wat bij de schikking is afgesproken geen zin heeft om deze zaak aan te houden.
1.3.
Nu partijen familie van elkaar zijn ziet de rechter aanleiding om de proceskosten te compenseren in die zin dat elke partij de eigen kosten draagt.

2.De beslissing

2.1.
wijst het gevorderde af,
2.2.
compenseert de proceskosten tussen partijen in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Waarvan proces-verbaal,