In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 5 juli 2023 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van twee feitelijke aanrandingen van de eerbaarheid. De verdachte, geboren in 1998 en momenteel gedetineerd, was niet aanwezig tijdens de zitting op 21 juni 2023. De officier van justitie, mr. W.J. Nijkerk, heeft de vordering ingediend, terwijl de verdediging werd vertegenwoordigd door mr. M.P. Lettinga. De tenlastelegging omvatte het ongevraagd vastpakken van de heupen van twee slachtoffers, die beiden werkzaam waren in de geestelijke gezondheidszorg. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat er geen redenen waren voor schorsing van de vervolging.
De rechtbank heeft de bewijsvoering beoordeeld en kwam tot de conclusie dat de feiten zoals ten laste gelegd bewezen konden worden. De verdachte is verminderd toerekeningsvatbaar verklaard, mede door een eerder opgemaakt Pro Justitia rapport waarin een autismespectrumstoornis en een psychose werden vastgesteld. De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met een eerdere veroordeling van de verdachte tot een tbs-maatregel met dwangverpleging. Gezien de omstandigheden en de persoonlijkheid van de verdachte, heeft de rechtbank besloten om geen straf of maatregel op te leggen, maar enkel de schuld van de verdachte vast te stellen.
De rechtbank heeft uiteindelijk geoordeeld dat de verdachte feitelijke aanrandingen van de eerbaarheid heeft gepleegd, maar dat er geen straf of maatregel wordt opgelegd, gezien de reeds opgelegde tbs-maatregel en de omstandigheden van de zaak.