ECLI:NL:RBAMS:2023:5713

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
11 september 2023
Publicatiedatum
11 september 2023
Zaaknummer
10520271 EA 23-514
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Terecht ontslag na leugen over bestemming schoolreis

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 11 september 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Kolom, Stichting voor Speciaal en Regulier Onderwijs (verzoekster) en haar voormalige werkgever (verweerster). Verzoekster, werkzaam als leerkracht op de Prof. Dumontschool, werd op staande voet ontslagen na een incident waarbij zij met haar klas naar de Efteling ging, terwijl dit niet was goedgekeurd door de directeur. In plaats daarvan was toestemming gegeven voor een excursie naar Space Expo. Verzoekster heeft in een nieuwsbrief onterecht verslag gedaan van de excursie naar Space Expo, wat leidde tot haar ontslag. De kantonrechter oordeelde dat het ontslag onverwijld was gegeven, aangezien de waarheid pas aan het licht kwam na het uitlezen van de black box van een busje. De rechter concludeerde dat verzoekster een dringende reden voor ontslag had gegeven door zonder toestemming met de klas naar de Efteling te gaan en dat haar handelen onprofessioneel was. De verzoeken van verzoekster om de arbeidsovereenkomst als onregelmatig te verklaren en om schadevergoeding te ontvangen, werden afgewezen. Verzoekster werd veroordeeld in de kosten van het geding.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 10520271 EA 23-514
beschikking van: 11 september 2023 (bij vervroeging)

beschikking van de kantonrechter

i n z a k e

[verzoekster]

wonende te [woonplaats]
verzoekster
gemachtigde: mr. E.D. van Tellingen
t e g e n

Stichting Kolom, Stichting voor Speciaal en Regulier Onderwijs

gevestigd te Amsterdam
verweerster
gemachtigde: mr. A.H.M. Agbakuru-van Bavel.

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Verzoekster heeft op 23 mei 2023 een verzoekschrift met producties ingediend. Verweerster heeft een verweerschrift met producties ingediend. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 4 september 2023. Verzoekster is verschenen vergezeld door haar partner en haar gemachtigde. Verweerster is verschenen bij [naam 1] (HR manager), [naam 2] (directeur), [naam 3] (bestuurder) en haar gemachtigde. Beide gemachtigden hebben het standpunt van partijen nader toegelicht aan de hand van een overgelegde pleitnota. Na verder debat is een datum voor de beschikking bepaald.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Feiten

1. Uitgegaan wordt van de volgende feiten.
1.1.
Verweerster houdt 14 scholen in stand, waaronder de Prof. Dumontschool in Amsterdam, een school voor speciaal basisonderwijs voor leerlingen in de leeftijd van 4 tot 12 jaar. Het gaat om kinderen met een gemiddeld IQ van 62.
1.2.
Verzoekster is op 1 januari 2021 in dienst getreden van verweerster als leerkracht, sinds 1 januari 2022 voor onbepaalde tijd. Zij was werkzaam op de Prof Dumontschool, laatstelijk als leerkracht voor groep Rood.
1.3.
Het laatstverdiende salaris bedraagt € 2.609,60 bruto per maand.
1.4.
Voor groep Rood stond een klassenuitje gepland op 10 maart 2023. Verzoekster heeft aan de directeur voorgesteld om met de kinderen naar de Efteling in Kaatsheuvel te gaan. Deze heeft daarmee niet ingestemd, maar wel met een excursie naar Space Expo in Noordwijk.
1.5.
Voor het transport heeft de directeur twee busjes geleend van andere scholen.
1.6.
Op 10 maart 2023 is groep Rood onder begeleiding van verzoekster, een collega en een externe kracht als begeleider vertrokken. Zij zijn niet naar Space Expo in Noordwijk gegaan, maar toch naar de Efteling.
1.7.
Op 17 maart 2023 heeft verzoekster een bericht geplaatst in de nieuwsbrief van de school, waarin zij in strijd met de waarheid verslag heeft gedaan van een excursie naar Space Expo met groep Rood op 10 maart 2023.
1.8.
Op 21 maart 2023 heeft een directeurenoverleg plaatsgevonden. Bij die gelegenheid is onder meer een fiscale scan opgesteld door de accountant besproken, waaruit bleek dat met de busjes te hard was gereden op de A2 op 10 maart 2023 en dat de eindbestemming die dag Kaatsheuvel was.
1.9.
Op 24 maart 2023 heeft hierover en gesprek plaatsgevonden tussen verzoekster, de directeur en een HR medewerker. In het verslag van dit gesprek is onder meer vermeld dat verzoekster toegaf dat zij niet naar Space Expo was geweest met de klas, maar naar de Efteling, dat zoiets eerst overlegd had moeten worden, dat zij zich heeft laten leiden door emotie, dat zij niet heeft stilgestaan bij de risico’s, dat de kinderen en hun ouders niet vooraf op de hoogte waren gesteld van de bestemming, dat het goed bedoeld was en dat het stukje in de nieuwsbrief was gebaseerd op een bezoek aan Space Expo met de eigen kinderen van verzoekster, maar wel een leugen was, omdat zij (anders dan vermeld) niet met groep Rood daar was geweest.
1.10.
Op 27 maart 2023 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen verzoekster en de bestuurder van verweerster in het bijzijn van de HR manager, bij welke gelegenheid verzoekster op staande voet is ontslagen.
1.11.
In de bevestigingsbrief van 28 maart 2023 is als dringende reden vermeld het zonder toestemming meenemen van de leerlingen van groep Rood naar de Efteling in plaats van Space Expo, waar wel toestemming voor was gegeven, het onware bericht in de nieuwsbrief en het willens en weten voorliegen van de werkgever over waar verzoekster op 10 maart 2023 met de leerlingen was geweest.
1.12.
Bij brief van 30 maart 2023 heeft de gemachtigde van verzoekster verweerster bericht dat de beëindiging van het dienstverband naar de mening van verzoekster niet rechtsgeldig heeft plaatsgevonden en dat zij zich beschikbaar houdt voor het verrichten van haar werkzaamheden.
1.13.
Bij brief van 4 april 2023 heeft de gemachtigde van verweerster namens deze laten weten dat verweerster geen reden ziet om het ontslag in te trekken.
1.14.
Verzoekster is per 1 september 2023 elders in dienst getreden.

Verzoek

2. Verzoekster verzoekt voor recht te verklaren dat de arbeidsovereenkomst onregelmatig/niet rechtsgeldig is opgezegd, verweerster te veroordelen tot betaling van een gefixeerde schadevergoeding van € 2.957,55 bruto, een transitievergoeding van
€ 2.104,- bruto, een billijke vergoeding van € 15.657,60, wettelijke rente over de genoemde bedragen en buitengerechtelijke incassokosten conform de staffel WIK, alles met veroordeling van verweerster in de kosten van het geding.
3. Verzoekster stelt daartoe kort gezegd dat het ontslag niet onverwijld is gegeven. Het heeft weken geduurd voordat zij met de rittenregistratie werd geconfronteerd en zij heeft daarna nog twee dagen doorgewerkt. Verder stelt verzoekster dat er geen dringende reden was voor het ontslag op staande voet. Het idee was om de excursie een verrassing te laten zijn en het daarom geheim te houden, ook om later geen scheve gezichten te veroorzaken bij collega’s en andere klassen. Dat was ook de reden om in de nieuwbrief niet een verhaal te schrijven over de Efteling maar over Space Expo. Verzoekster heeft nooit de intentie gehad om de directie of de ouders voor te liegen. Het klopt wel dat verzoekster geen toestemming van haar leidinggevende dan wel de directeur had om naar de Efteling te gaan. Dat was vanwege de kosten. Toen de externe begeleider de kosten voor zijn rekening wilde nemen, is besloten alsnog de excursie naar de Efteling door te zetten. Het leek verzoekster leuk om met een bijzondere verrassing te komen voor deze kinderen, afkomstig uit kansarme gezinnen. Achteraf bezien was het onjuist en onhandig, maar een klasuitje mocht verzoekster volgens haar zelf invullen. Het was verzoekster niet bekend dat er sprake was van een onverzekerde situatie. Zij heeft niet bewust of met kwade bedoelingen gelogen. Het met goede bedoelingen naar de Efteling gaan, is naar de mening van verzoekster niet zodanig verwijtbaar dat er voldoende dringende reden is voor een ontslag op staande voet, nu zij altijd goed heeft gefunctioneerd en gedurende het dienstverband van onbesproken gedrag is geweest. Verzoekster ziet echter ook in dat er geen vertrouwensbasis meer is, zodat er geen perspectief bestaat voor een verdere vruchtbare samenwerking. Zij legt zich dus wel neer bij het einde van de arbeidsovereenkomst.

Verweer

4. Verweerster verzet zich tegen toewijzing van de verzoeken. Er is geen toestemming voor een uitje naar de Efteling gegeven, omdat dit niets met het onderwijsprogramma te maken had, terwijl Space Expo een educatief uitje was dat aansloot bij het thema Ruimte waar groep Rood destijds mee bezig was. Een uitje naar de Efteling is ook veeleer iets voor een schoolreisje met de hele school. Dit om scheve ogen te voorkomen. Het ging dus niet alleen om de kosten. Verweerster benadrukt dat het hier gaat om kinderen met een laag IQ. Voor een bezoek van de klas (vijftien kinderen in de leeftijd van 7 tot 10 jaar) aan een pretpark als de Efteling, met een oppervlakte van 72 ha in een bosrijke omgeving met veel water en gevaarlijke attracties, waren twee leerkrachten en één externe begeleider (voor een kind dat één op één begeleiding nodig had) volstrekt onvoldoende en onverantwoord. Een professional als verzoekster moet dat weten. Veel leerlingen hebben geen zwemdiploma en groep Rood heeft veel potentiële weglopers of kinderen die kunnen verdwalen. De groep had geen polsbandjes mee. Verweerster heeft een zorgplicht voor de aan haar toevertrouwde kinderen. Zij is eindverantwoordelijk en moet dus altijd op de hoogte zijn van hun verblijfplaats. Als er een ongeluk was gebeurd, dan was verweerster aansprakelijk geweest en het is maar de vraag of de verzekering onder deze omstandigheden dekking voor de schade had verleend. Verzoekster heeft ook na afloop geen open kaart gespeeld, terwijl de verrassing (voor de kinderen) toen al achter de rug was. In plaats daarvan heeft verzoekster een verzonnen bericht over een bezoek met de klas aan Space Expo in de nieuwsbrief gezet. Uit navraag bij leerlingen is ook nog gebleken dat verzoekster de kinderen verteld heeft dat ze bij terugkomst niets over het bezoek aan de Efteling mochten vertellen op school of tegen de ouders en broertjes en zusjes. Daarmee heeft ze kwetsbare kinderen in een lastige situatie gebracht. Tijdens een ouderbijeenkomst is gebleken dat een ouder zijn kind een pak slaag had gegeven, omdat deze in de ogen van de ouder bleef liegen over een bezoek aan de Efteling.
Verweerster betwist dat het ontslag niet onverwijld zou zijn gegeven. Zij is er pas op 21 maart 2023 door het uitlezen van de black box van een busje achter gekomen dat daarmee op 10 maart 2023 naar Kaatsheuvel was gereden. Hoor/wederhoor kon pas op 24 maart 2023 plaatsvinden in verband met een studiedag van verzoekster. De directeur was niet bevoegd om verzoekster te ontslaan. Daarvoor was nog een gesprek noodzakelijk met de bestuurder. Dat heeft op maandag 27 maart 2023 plaatsgevonden, waarna verzoekster is ontslagen.

Beoordeling

5. De kantonrechter is in de eerste plaats van oordeel dat het ontslag onverwijld is gegeven. De waarheid is door het verzwijgen van het werkelijke reisdoel door verzoekster immers pas aan het licht getreden op dinsdag 21 maart 2023 door het uitlezen van de black box van een busje dat zij had gebruikt. Daarna heeft verweerster zoals een goed werkgever betaamt verzoekster in de gelegenheid gesteld haar verhaal te doen op vrijdag 24 maart 2023 (na een studiedag) en vervolgens is direct de maandag erna op 27 maart 2023 door de daartoe bevoegde bestuurder ontslag gegeven. Dat het ontslag aldus 17 dagen na het bezoek aan de Efteling heeft plaatsgevonden, is te wijten aan het feit dat verzoekster de waarheid tot het gesprek op 24 maart 2023 had verzwegen.
6. De kantonrechter volgt verweerster ook in haar standpunt dat verzoekster haar een dringende reden heeft gegeven voor ontslag op staande voet. Verzoekster had geen toestemming om met de klas naar de Efteling te gaan en heeft dat toch gedaan. Verweerster heeft voldoende duidelijk gemaakt dat de begeleiding daarvoor onvoldoende was. Verzoekster heeft derhalve een onaanvaardbaar risico genomen, hetgeen tot zeer ernstige gevolgen had kunnen leiden. Door het onprofessionele en eigenmachtige optreden van verzoekster wisten verweerster en de ouders van de (kwetsbare) kinderen niet waar zij zich op 10 maart 2023 een groot deel van de dag hebben bevonden. Dat is onacceptabel. Dat het “goed is afgelopen” maakt dat niet anders. Daar komt nog bij dat verzoekster tegen verweerster heeft gelogen en daarin zelfs zo ver is gegaan dat zij een vervalst verslag in de nieuwsbrief heeft geplaatst. Dat valt niet goed te praten. Hoe verzoekster kan volhouden dat zij niet bewust heeft gelogen, valt dan ook niet te begrijpen. Of verzoekster met zoveel woorden tegen de kinderen heeft gezegd dat zij hun mond moesten houden over de Efteling, kan in het midden blijven. Hoe dan ook heeft zij de kinderen betrokken in een complot en in een lastig parket gebracht.
7. De slotsom is dat het ontslag op staande voet overeind blijft. Dit betekent dat de verzoeken worden afgewezen, met veroordeling van verzoekster in de kosten van het geding.

BESLISSING

De kantonrechter:
  • wijst de verzoeken af;
  • veroordeelt verzoekster in de kosten van het geding, tot aan deze uitspraak aan de zijde van verweerster begroot op € 1.058,- aan salaris gemachtigde en € 66,- aan nakosten, alles inclusief eventueel verschuldigde btw;
  • verklaart de kostenveroordeling uitvoerbaar bij vooraad.
Aldus gegeven door mr. A.W.J. Ros, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 11 september 2023 in tegenwoordigheid van de griffier.