In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 3 februari 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap Basic Fit Nederland B.V. en een consument, hierna aangeduid als [gedaagde]. Basic Fit had de consument gedagvaard met de eis tot betaling van € 199,00 wegens een betalingsachterstand. In de dagvaarding stelde Basic Fit dat de toegang tot de sportschool niet was geweigerd, ondanks de betalingsachterstand. Echter, uit de overgelegde stukken bleek dat de consument op meerdere momenten geen toegang had gekregen tot de sportschool, wat in strijd was met de bewering van Basic Fit.
De procedure begon met een dagvaarding op 10 oktober 2022, waarbij Basic Fit de consument in gebreke stelde. De consument was niet verschenen en er was verstek verleend. De kantonrechter oordeelde dat de dagvaarding niet voldeed aan de eisen van artikel 111 lid 2 onder d Rv, omdat de feiten niet volledig en naar waarheid waren aangevoerd. De rechter concludeerde dat er nooit sprake was van een weigering van toegang, zoals Basic Fit had gesteld. De vordering van Basic Fit werd dan ook afgewezen, en de proceskosten werden aan de zijde van de consument begroot op nihil.
De uitspraak benadrukt het belang van een correcte en volledige weergave van feiten in een dagvaarding, vooral in consumentenzaken waar de rechten van de consument gewaarborgd moeten zijn. De kantonrechter heeft in deze zaak de belangen van de consument beschermd door de vordering van Basic Fit af te wijzen en de proceskosten niet toe te wijzen.