ECLI:NL:RBAMS:2023:5826

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
10 augustus 2023
Publicatiedatum
18 september 2023
Zaaknummer
13/166088-23 (AVT II)
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toestemming voor uitbreiding van vervolging in internationaal strafrecht

Op 10 augustus 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam, in de zaak met parketnummer 13/166088-23 (AVT II), een beslissing genomen over een verzoek tot uitbreiding van de vervolging van een overgeleverde persoon. Dit verzoek was ingediend door de officier van justitie op 7 juli 2023, op basis van artikel 14 van de Overleveringswet (OLW). De overgeleverde persoon, geboren in 1985 in Polen en thans gedetineerd, had eerder op 19 juni 2023 de gelegenheid gekregen om zijn opmerkingen en bezwaren kenbaar te maken tijdens een zitting. Tijdens deze zitting werd de beschuldiging en het Europees aanhoudingsbevel van 22 december 2022 aan hem voorgehouden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de overgeleverde persoon feitelijk de mogelijkheid heeft gehad om zijn standpunt te delen en dat de voorhanden zijnde stukken toereikend zijn om een beslissing te nemen. De rechtbank oordeelt dat de feiten waarvoor de uitbreiding van de vervolging wordt verzocht, onder de voorwaarden van de OLW vallen. Daarom verleent de rechtbank toestemming voor de uitbreiding van de vervolging, zoals verzocht.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/166088-23 (AVT II)
Datum beslissing: 10 augustus 2023
BESLISSING
op de vordering ex artikel 14, derde lid, Overleveringswet (hierna: OLW), ingediend door de officier van justitie bij deze rechtbank op 7 juli 2023, strekkende tot het in behandeling nemen van een verzoek om toestemming te verlenen voor uitbreiding van de vervolging als bedoeld in artikel 14, eerste lid, aanhef en onder f, OLW. Dit verzoek is ingediend door
the Regional Court judge in Bielsko- Białaop 23 december 2022 en betreft:
[opgeëiste persoon] ,
geboren op [geboortedag] 1985 te [geboorteplaats] (Polen),
thans gedetineerd in [land] ,
hierna te noemen: de overgeleverde persoon.

1.Beoordeling

Het verzoek bevat de gegevens als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van Kaderbesluit 2002/584/JBZ. De voorhanden zijnde stukken zijn toereikend om - met volledige eerbiediging van de rechten van verdediging van de overgeleverde persoon - een beslissing te nemen.
Het is een vereiste dat de overgeleverde persoon feitelijk de mogelijkheid heeft gehad om al zijn eventuele opmerkingen en bezwaren met betrekking tot het verzoek tot aanvullende toestemming kenbaar te maken, zoals bedoeld in het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 26 oktober 2021. [1] Uit de stukken blijkt dat de overgeleverde persoon hiertoe de gelegenheid heeft gehad tijdens een zitting bij
the Regional Court in Bielsko-Białaop 19 juni 2023. Bij die zitting is aan de opgeëiste persoon de beschuldiging en het Europees aanhoudingsbevel van 22 december 2022 voorgehouden. Uit de vertaling van het Poolse proces-verbaal van deze zitting volgt:
"The court instructed the suspect that he had the right to submit to the Dutch authority processing the application for extension of the European Arrest Warrant his comments and reservations regarding the application for consent to further prosecution.
The suspect [opgeëiste persoon] declares:
I understand that I have such a possibility. I have nothing to tell the Dutch side, i.e.I would like this Court to inform the Dutch side that I request the Dutch side not to agree to the extension of the EAW regarding the case in question."
De rechtbank is van oordeel dat uit deze gang van zaken kan worden afgeleid dat de overgeleverde persoon feitelijk de mogelijkheid heeft gehad om al zijn eventuele opmerkingen en bezwaren met betrekking tot het verzoek tot aanvullende toestemming kenbaar te maken.
Het verzoek betreft feiten ten aanzien waarvan krachtens de OLW overlevering had kunnen worden toegestaan.
De rechtbank zal daarom het verzoek toewijzen.

2.Beslissing

De rechtbank:
verleent op grond van artikel 14, eerste lid, aanhef en onder f, en derde lid, OLW toestemming voor uitbreiding van de vervolging van
[opgeëiste persoon]voor de feiten zoals vermeld in het verzoek.
Deze beslissing is genomen op 10 augustus 2023 door
mr. P. van Kesteren, voorzitter,
mrs. M. van Mourik en Ch.A. van Dijk, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. V.D. Reinders,

Voetnoten

1.Vgl. HvJ EU 26 oktober 2021, ECLI:EU:C:2021:876, punt 63.