ECLI:NL:RBAMS:2023:5827

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
10 augustus 2023
Publicatiedatum
18 september 2023
Zaaknummer
13/173307-23
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering van toestemming voor uitbreiding van de vervolging in het kader van internationale rechtsbijstand

Op 10 augustus 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam, in de internationale rechtshulpkamer, een beslissing genomen op een verzoek om toestemming voor uitbreiding van de vervolging. Dit verzoek was ingediend door de Deputy Head of the 3rd Criminal Division of the Circuit Law Court in Świdnica, Polen, op 28 februari 2019. Het betrof een overgeleverde persoon, geboren in 1994 in Polen, die gedetineerd is in Polen. De rechtbank heeft het verzoek beoordeeld aan de hand van de relevante wetgeving, waaronder artikel 14 van de Overleveringswet (OLW) en het Kaderbesluit 2002/584/JBZ.

De rechtbank constateerde dat het verzoek de noodzakelijke gegevens bevatte zoals voorgeschreven in de wet. Echter, de uitvaardigende justitiële autoriteit had meegedeeld dat er geen nationaal arrestatiebevel ten grondslag lag aan het verzoek. Dit was een cruciaal punt, aangezien de rechtbank oordeelde dat een nationale rechterlijke beslissing vereist is voor een verzoek om aanvullende toestemming. De rechtbank benadrukte dat de enkele uitvaardiging van een dergelijke beslissing niet in strijd is met het specialiteitsbeginsel, maar dat de daadwerkelijke uitvoering daarvan dat wel kan zijn.

Gezien het ontbreken van een nationaal aanhoudingsbevel, heeft de rechtbank besloten het verzoek af te wijzen. De beslissing werd genomen door voorzitter mr. P. van Kesteren, samen met mrs. M. van Mourik en Ch.A. van Dijk, in aanwezigheid van griffier mr. V.D. Reinders.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/173307-23
Datum beslissing: 10 augustus 2023
BESLISSING
op de vordering ex artikel 14, derde lid, Overleveringswet (hierna: OLW), ingediend door de officier van justitie bij deze rechtbank op 13 juli 2023, strekkende tot het in behandeling nemen van een verzoek om toestemming te verlenen voor uitbreiding van de vervolging als bedoeld in artikel 14, eerste lid, aanhef en onder f, OLW. Dit verzoek is ingediend door
the Deputy Head of the 3rd Criminal Divison of the Circuit Law Court in Świdnica(Polen) op 28 februari 2019 en betreft:
[Opgeëiste persoon] ,
geboren op [geboortedag] 1994 te [geboorteplaats] (Polen),
gedetineerd in Polen,
hierna te noemen: de overgeleverde persoon.

1.Beoordeling

Het verzoek bevat de gegevens als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van Kaderbesluit 2002/584/JBZ. De voorhanden zijnde stukken zijn toereikend om - met volledige eerbiediging van de rechten van verdediging van de overgeleverde persoon - een beslissing te nemen.
Het verzoek betreft feiten ten aanzien waarvan krachtens de OLW overlevering had kunnen worden toegestaan.
De uitvaardigende justitiële autoriteit heeft per e-mail van 20 juli 2023 meegedeeld dat aan het verzoek geen nationaal arrestatiebevel ten grondslag ligt. Voor zover van belang staat in deze e-mail:
In response to your letter of 19 July 2023 the Circuit Court of Law in Swidnica -Enforcement Section at the 3rd Criminal Division advises that in the matter for which the request for your consent to the criminal proceedings being conducted (…) there was not issued a judicial decision on the provisional detention of [Opgeëiste persoon] but this request was based on the pending criminal proceeding, of reference2 Ds. 804.2017, at the District Prosecutor' s Office in Walbrzych against the above-mentioned person and concerning the commission of offences under Art.278 §1 of [naam 1] . and [naam 2] §1 of [naam 3] .
Uit artikel 27, vierde lid in verbinding met artikel 8, eerste lid, aanhef en onder c, Kaderbesluit 2002/584/JBZ blijkt naar het oordeel van de rechtbank duidelijk dat ook aan een verzoek om aanvullende toestemming een nationale rechterlijke beslissing in de zin van laatstgenoemde bepaling ten grondslag moet worden gelegd. De enkele uitvaardiging van zo’n beslissing is niet in strijd met het specialiteitsbeginsel, alleen de daadwerkelijke uitvoering daarvan.
Omdat de vermelding van een nationaal aanhoudingsbevel ontbreekt, zal de rechtbank het verzoek afwijzen.

2.Beslissing

De rechtbank:
WEIGERTtoestemming voor uitbreiding van de vervolging van
[Opgeëiste persoon]voor de feiten zoals vermeld in het verzoek.
Deze beslissing is genomen op 10 augustus 2023 door
mr. P. van Kesteren, voorzitter,
mrs. M. van Mourik en Ch.A. van Dijk, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. V.D. Reinders, griffier,