ECLI:NL:RBAMS:2023:5828

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
4 augustus 2023
Publicatiedatum
18 september 2023
Zaaknummer
13/134210-23
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toestemming voor uitbreiding van de vervolging in het kader van internationale rechtsbijstand

Op 4 augustus 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam, in de internationale rechtshulpkamer, een beslissing genomen op een vordering ex artikel 14, derde lid, van de Overleveringswet (OLW). Deze vordering was ingediend door de officier van justitie op 20 juli 2023 en betreft een verzoek van de Hoofdofficier van Justitie in Essen, Duitsland, dat op 30 mei 2023 is ingediend. Het verzoek strekt tot toestemming voor uitbreiding van de vervolging van een persoon die momenteel gedetineerd is in Duitsland. De overgeleverde persoon, geboren in 1987 in Duitsland, heeft de gelegenheid gehad om zijn opmerkingen en bezwaren kenbaar te maken tijdens een zitting op 19 juni 2023, waarbij hij werd bijgestaan door een Duitse advocaat. De rechtbank heeft vastgesteld dat de overgeleverde persoon feitelijk de mogelijkheid heeft gehad om zijn standpunten te uiten en dat de voorhanden zijnde stukken toereikend zijn om een beslissing te nemen, met volledige eerbiediging van zijn rechten.

De rechtbank oordeelt dat het verzoek van de Duitse autoriteiten voldoet aan de eisen van de OLW en dat er voldoende grond is om de uitbreiding van de vervolging toe te staan. De beslissing is genomen door de voorzitter, mr. P. van Kesteren, en de rechters mrs. M. van Mourik en Ch.A. van Dijk, in tegenwoordigheid van griffier mr. V.D. Reinders. De voorzitter was niet in staat om de beslissing mede te ondertekenen. Deze uitspraak is van belang in het kader van internationale samenwerking en rechtsbijstand tussen Nederland en Duitsland.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/134210-23
Datum beslissing: 4 augustus 2023
BESLISSING
op de vordering ex artikel 14, derde lid, Overleveringswet (hierna: OLW), ingediend door de officier van justitie bij deze rechtbank op 20 juli 2023, strekkende tot het in behandeling nemen van een verzoek om toestemming te verlenen voor uitbreiding van de vervolging als bedoeld in artikel 14, eerste lid, aanhef en onder f, OLW. Dit verzoek is ingediend door De Hoofdofficier van Justitie in Essen (Duitsland) op 30 mei 2023 en betreft:
[opgeëiste persoon] ,
geboren op [geboortedag] 1987 te [geboorteplaats] (Duitsland),
thans gedetineerd in Duitsland,
hierna te noemen: de overgeleverde persoon.

1.Beoordeling

Het verzoek bevat de gegevens als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van Kaderbesluit 2002/584/JBZ. De voorhanden zijnde stukken zijn toereikend om - met volledige eerbiediging van de rechten van verdediging van de overgeleverde persoon - een beslissing te nemen.
Het is vereist dat de overgeleverde persoon feitelijk de mogelijkheid heeft gehad om al zijn eventuele opmerkingen en bezwaren met betrekking tot het verzoek tot aanvullende toestemming kenbaar te maken, zoals bedoeld in het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 26 oktober 2021. [1] Uit de stukken blijkt dat de overgeleverde persoon hiertoe de gelegenheid heeft gehad tijdens een zitting bij
Amtsgericht Essenop 19 juni 2023. Bij die zitting is aan de overgeleverde persoon, bijgestaan door een Duitse advocaat, de beschuldiging en het Europees aanhoudingsbevel van 26 mei 2023 voorgehouden. Uit het originele Duitse proces-verbaal van deze zitting volgt:
Dem Verfolgten wird der Antrag der niederländischen Behörden und der Antrag der Staatsanwaltschaft vom 03.07.2023 bekannt gemacht.
Er erhielt Gelegenheit, Einwendungen gegen das Nachverfahren und den zu Grunde liegende Sachverhalt zu erheben. Er wird darauf hingewiesen, dass es ihn freisteht, sich zu den ihm vorgeworfenen Taten zu äussern.
(…)
Zum Nachgenehmigungsverfahren werden keine Angaben gemacht.
De Engelse vertaling van luidt als volgt:
The prosecuted person is made aware of the request of the Dutch authorities and the request of the public prosecutor's office dated 03.07.2023.
He was given the opportunity to raise objections to the post-approval procedure and
the underlying facts. He is advised that he is free to comment on the offences he has
been accused of.
(…)
No information is provided on the post-approval procedure.
De rechtbank is van oordeel dat hieruit kan worden afgeleid dat de overgeleverde persoon feitelijk de mogelijkheid heeft gehad om al zijn eventuele opmerkingen en bezwaren met betrekking tot het verzoek tot aanvullende toestemming kenbaar te maken.
Het verzoek betreft feiten ten aanzien waarvan krachtens de OLW overlevering had kunnen worden toegestaan.
De rechtbank zal daarom het verzoek toewijzen.

2.Beslissing

De rechtbank:
verleent op grond van artikel 14, eerste lid, aanhef en onder f, en derde lid, OLW toestemming voor uitbreiding van de vervolging van
[opgeëiste persoon]voor de feiten zoals vermeld in het verzoek.
Deze beslissing is genomen op 4 augustus 2023 door
mr. P. van Kesteren, voorzitter,
mrs. M. van Mourik en Ch.A. van Dijk, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. V.D. Reinders, griffier.
De voorzitter is buiten staat om deze beslissing mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Vgl. HvJ EU 26 oktober 2021, ECLI:EU:C:2021:876, punt 63.