Op 4 augustus 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam, in de internationale rechtshulpkamer, een beslissing genomen op een vordering ex artikel 14, derde lid, van de Overleveringswet (OLW). Deze vordering was ingediend door de officier van justitie op 20 juli 2023 en betreft een verzoek van de Hoofdofficier van Justitie in Essen, Duitsland, dat op 30 mei 2023 is ingediend. Het verzoek strekt tot toestemming voor uitbreiding van de vervolging van een persoon die momenteel gedetineerd is in Duitsland. De overgeleverde persoon, geboren in 1987 in Duitsland, heeft de gelegenheid gehad om zijn opmerkingen en bezwaren kenbaar te maken tijdens een zitting op 19 juni 2023, waarbij hij werd bijgestaan door een Duitse advocaat. De rechtbank heeft vastgesteld dat de overgeleverde persoon feitelijk de mogelijkheid heeft gehad om zijn standpunten te uiten en dat de voorhanden zijnde stukken toereikend zijn om een beslissing te nemen, met volledige eerbiediging van zijn rechten.
De rechtbank oordeelt dat het verzoek van de Duitse autoriteiten voldoet aan de eisen van de OLW en dat er voldoende grond is om de uitbreiding van de vervolging toe te staan. De beslissing is genomen door de voorzitter, mr. P. van Kesteren, en de rechters mrs. M. van Mourik en Ch.A. van Dijk, in tegenwoordigheid van griffier mr. V.D. Reinders. De voorzitter was niet in staat om de beslissing mede te ondertekenen. Deze uitspraak is van belang in het kader van internationale samenwerking en rechtsbijstand tussen Nederland en Duitsland.