ECLI:NL:RBAMS:2023:6535

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
13 oktober 2023
Publicatiedatum
19 oktober 2023
Zaaknummer
10635058 CV EXPL 23-10451
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een vennootschap onder firma en vennoten tot betaling van facturen voor verrichte werkzaamheden met onvoldoende gemotiveerde betwisting

In deze zaak heeft de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Dot Kite B.V. een vordering ingesteld tegen de vennootschap onder firma [gedaagde 1] V.O.F. en haar vennoten. Dot Kite heeft in opdracht van [gedaagde 1] werkzaamheden verricht, waaronder het ontwerp van het interieur van een restaurant, websiteontwikkeling en brand design. Dot Kite heeft op 12 oktober 2022 een factuur van € 9.589,25 gestuurd, waarvan [gedaagde 1] € 5.000,00 heeft betaald. Op 4 juli 2023 heeft Dot Kite een tweede factuur van € 5.354,25 gestuurd, maar [gedaagde 1] heeft deze betwist. Dot Kite heeft [gedaagde 1] gesommeerd om een totaalbedrag van € 11.180,81 te betalen, maar [gedaagde 1] heeft slechts een deelbedrag van € 3.000,00 betaald.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde 1] het resterende deel van de factuur van oktober 2022 moet betalen, omdat zij erkent dat zij deze moet voldoen. De betwisting van de factuur van 4 juli 2023 is door de kantonrechter als onvoldoende gemotiveerd beoordeeld. [gedaagde 1] heeft niet onderbouwd waarom zij de bedragen niet verschuldigd zou zijn, ondanks dat zij op de hoogte was van de werkzaamheden die Dot Kite had verricht. De kantonrechter heeft daarom de vordering van Dot Kite toegewezen en [gedaagde 1] veroordeeld tot betaling van € 8.180,81, vermeerderd met wettelijke handelsrente en proceskosten.

De kantonrechter heeft ook de wettelijke rente over de proceskosten toegewezen en de veroordelingen hoofdelijk uitgesproken, wat betekent dat elke veroordeelde kan worden gedwongen het volledige bedrag te betalen. Het vonnis is uitgesproken op 13 oktober 2023 door mr. P. Vrugt.

Uitspraak

RECHTBANKAMSTERDAM
Civiel recht
Kantonrechter
Zaaknummer: 10635058 \ CV EXPL 23-10451
Vonnis van 13 oktober 2023
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DOT KITE B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eisende partij,
hierna te noemen: Dot Kite,
gemachtigde: mr. R.E. Jonen,
tegen
1. de vennootschap onder firma
[gedaagde 1] V.O.F.,
gevestigd te [vestigingsplaats 1] ,
2.
[gedaagde 2],
wonende te [vestigingsplaats 1] ,
3.
[gedaagde 3],
wonende te [vestigingsplaats 2] ,
gedaagde partijen,
hierna samen te noemen: [gedaagde 1] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaardingen van 21 juli 2023, met producties,
- het proces-verbaal van 4 augustus 2023 van het mondelinge antwoord,
- het tussenvonnis van 18 augustus 2023, waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
- de e-mail van mr. Jonen van 11 september 2023, met producties,
- de mondelinge behandeling van 14 september 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt die aan het procesdossier zijn toegevoegd.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Dot Kite heeft in opdracht van [gedaagde 1] werkzaamheden verricht. De werkzaamheden zagen op het ontwerp van het interieur van het restaurantbedrijf van [gedaagde 1] , ontwikkeling van haar website en brand design en development.
2.2.
Op 12 oktober 2022 heeft Dot Kite [gedaagde 1] een factuur gestuurd ter hoogte van € 9.589,25 inclusief btw. [gedaagde 1] heeft hiervan een bedrag van € 5.000,00 betaald.
2.3.
Op 4 juli 2023 heeft Dot Kite een factuur opgemaakt ter hoogte van € 5.354,25 inclusief btw. De beschrijving op de factuur vermeldt ‘Delivery Brand Design & Development Part 1 & Part 2’ en ‘Website Development’.
2.4.
Bij brief van 6 juli 2023 heeft Dot Kite [gedaagde 1] gesommeerd om een bedrag van € 11.180,81 te betalen. In de brief is toegelicht dat dit bedrag is opgebouwd uit € 9.943,50 aan hoofdsom, € 365,16 aan verschenen wettelijke handelsrente en € 872,15 aan buitengerechtelijke incassokosten.
2.5.
Na ontvangst van de sommatiebrief heeft [gedaagde 1] een bedrag van € 3.000,00 betaald.

3.Het geschil

3.1.
Dot Kite vordert - samengevat - dat [gedaagde 1] bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis hoofdelijk wordt veroordeeld tot betaling van:
I. € 8.180,81, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 7 juli 2023,
II. de proces- en nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
Dot Kite legt aan haar vordering ten grondslag dat zij vanwege de verrichte werkzaamheden recht heeft op betaling van het restant van de factuur van oktober 2022 en de factuur van 4 juli 2023. De tweede deelbetaling van € 3.000,00 strekte eerst tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten en de wettelijke handelsrente, waardoor [gedaagde 1] in totaal nog het in hoofdsom gevorderde bedrag verschuldigd is voor de beide facturen.
3.3. 7
[gedaagde 1] voert verweer. Zij heeft dit gedaan mondeling, tijdens de rolzitting van
4 augustus 2023. [gedaagde 1] is, zonder bericht van verhindering, niet verschenen op de mondelinge behandeling van 14 september 2023. Na de mondelinge behandeling heeft [gedaagde 1] haar standpunt nog aan de kantonrechter toegestuurd, maar deze stukken zijn teruggestuurd omdat de behandeling van de zaak al gesloten was. De stukken maken geen onderdeel uit van het procesdossier.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1. 7
[gedaagde 1] erkent dat zij het resterende deel van de factuur van oktober 2022 moet betalen. De vordering is daarom in zoverre toewijsbaar.
4.2. 7
[gedaagde 1] betwist de factuur van 4 juli 2023. Zij voert kort gezegd aan dat deze nooit aan haar is gestuurd en dat het haar onduidelijk is waar de posten op deze factuur betrekking op hebben.
4.3.
De kantonrechter stelt vast dat [gedaagde 1] bekend was met de factuur van 4 juli 2023, althans dat zij hiermee bekend kon zijn, omdat uit het dossier volgt - en dat is ook niet betwist - dat Dot Kite in de maanden na de factuur van oktober 2022 werkzaamheden heeft verricht voor [gedaagde 1] . Uitgangspunt is dat [gedaagde 1] voor de door Dot Kite verrichte werkzaamheden moet betalen. Uit de door Dot Kite op 11 september 2023 nader overgelegde producties blijkt dat de basis voor de werkzaamheden ligt in het voorstel van Dot Kite waarin het project en de verschillende fases ervan worden beschreven. Ook blijkt uit deze producties dat partijen ná oktober 2022 in ieder geval tot medio maart 2023 met elkaar in contact zijn geweest over werkzaamheden die door Dot Kite werden verricht.
4.4
In ieder geval heeft [gedaagde 1] kennis genomen van deze factuur toen zij de sommatiebrief van 6 juli 2023 ontving. [gedaagde 1] heeft naar voren gebracht dat onduidelijk is waar de posten op de factuur betrekking op hebben, maar zij heeft verder op geen enkele manier toegelicht of onderbouwd waarom zij meent dat zij de genoemde bedragen niet verschuldigd is. In het licht van de correspondentie over de werkzaamheden ná de factuur van oktober 2022 had dat wel op de weg van [gedaagde 1] gelegen. Conclusie is dat [gedaagde 1] de factuur daarom onvoldoende gemotiveerd heeft betwist. De factuur sluit bovendien aan bij de geschatte kosten uit het projectvoorstel, zoals ook door Dot Kite ter zitting toegelicht. [gedaagde 1] moet daarom de factuur van 4 juli 2023 betalen.
4.5.
Gelet op het voorgaande veroordeelt de kantonrechter [gedaagde 1] tot betaling van het gevorderde bedrag van € 8.180,81.
4.6.
Dot Kite vordert wettelijke handelsrente vanaf 7 juli 2023. Op dat moment was de betalingstermijn van de factuur van 4 juli 2023 echter nog niet verstreken. De kantonrechter wijst de wettelijke handelsrente daarom alleen toe over het onbetaalde gedeelte van de factuur van 22 oktober 2022. Na de eerste deelbetaling van € 5.000,00 stond op deze factuur nog een bedrag van € 4.589,25 open. De tweede deelbetaling van € 3.000,00 strekte op grond van artikel 6:44 BW eerst tot betaling van de kosten en verschenen rente van in totaal € 1.237,31 (€ 365,16 plus € 872,15). De rest van de deelbetaling, een bedrag van € 1.762,69, strekte in mindering op de hoofdsom. Dit betekent dat op de factuur van oktober 2022 nog een bedrag van € 2.826,56 openstaat (€ 4.589,25 min € 1.762,69). Dit is het bedrag waarover de wettelijke handelsrente wordt toegewezen.
4.7 7
[gedaagde 1] is de partij die ongelijk krijgt en zij zal daarom hoofdelijk in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van Dot Kite als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaardingen
324,08
- griffierecht
514,00
- salaris gemachtigde
660,00
(2 punten × € 330,00)
Totaal
1.498,08
4.8.
De gevorderde veroordeling in de nakosten is toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.
4.9.
De gevorderde wettelijke rente over de proces- en nakosten wordt toegewezen met ingang van de vijftiende dag na deze uitspraak.
4.1
De veroordelingen worden hoofdelijk uitgesproken. Dat betekent dat iedere veroordeelde kan worden gedwongen het hele bedrag te betalen. Als de één (een deel) betaalt, hoeft de ander dat (deel van het) bedrag niet meer te betalen.
5. De beslissing
De kantonrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde 1] hoofdelijk om aan Dot Kite te betalen een bedrag van € 8.180,81, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW over een bedrag van € 2.826,56, met ingang van 7 juli 2023 tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt [gedaagde 1] hoofdelijk in de proceskosten, aan de zijde van Dot Kite tot dit vonnis vastgesteld op € 1.498,08, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van deze uitspraak tot de dag van volledige betaling,
5.3.
veroordeelt [gedaagde 1] hoofdelijk in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 132,00 aan salaris gemachtigde, te vermeerderen met:
- de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van deze uitspraak tot de dag van volledige betaling,
- de explootkosten van betekening als [gedaagde 1] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan deze uitspraak heeft voldaan en de uitspraak vervolgens wordt betekend,
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. Vrugt en in het openbaar uitgesproken op
13 oktober 2023.