ECLI:NL:RBAMS:2023:6689
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Nietigheid van de dagvaarding wegens niet-naleving van wettelijke betekeningseisen
Op 8 augustus 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam, in een meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, uitspraak gedaan in een zaak waarbij de geldigheid van de dagvaarding ter discussie stond. De verdachte, geboren in 1978 en niet als ingezetene ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP), was niet verschenen op de terechtzitting. Tijdens het onderzoek ter terechtzitting werd vastgesteld dat de dagvaarding niet op de bij de wet voorgeschreven wijze was betekend. Dit leidde tot de conclusie dat de dagvaarding nietig verklaard diende te worden.
De rechtbank heeft in haar vonnis benadrukt dat de geldigheid van de dagvaarding essentieel is voor een rechtmatige procesgang. Aangezien de verdachte niet op de zitting aanwezig was en de dagvaarding niet correct was betekend, kon de rechtbank niet anders dan de dagvaarding nietig verklaren. De beslissing werd genomen op basis van de wettelijke vereisten voor de betekening van dagvaardingen, die strikt nageleefd moeten worden om de rechten van de verdachte te waarborgen.
De uitspraak werd gedaan door voorzitter mr. M.C.M. Hamer, samen met mrs. I. Timmermans en A.L. op ‘t Hoog als rechters, en mr. L. Bergsma als griffier. De rechtbank heeft de nietigheid van de dagvaarding als volgt geformuleerd: "verklaart de dagvaarding nietig". Deze uitspraak onderstreept het belang van correcte juridische procedures in het strafrecht.