Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 26 april 2023, met producties,
- de akte wijziging eis,
- de incidentele vordering tot overlegging van bescheiden ex artikel 843a Rv namens Azerion, met producties,
- de conclusie van antwoord in het 843a-incident.
2.De feiten voor zover van belang in het incident
Strategic Digital Advertising Platform Partnership Agreement(Partnership Agreement). Kort gezegd is daarin afgesproken dat Bidstack Azerion advertentieruimte (
Inventory)in verschillende spelletjes levert. Azerion verkoopt deze advertentieruimte vervolgens aan customers (adverteerders) die deze vullen met reclame voor hun merk. In deze spelletjes zijn er verschillende digitale advertentieruimtes:
- Rewarded Video(RV): het afspelen van een advertentie-video om een beloning in het spel te krijgen;
- In-Game:advertentieruimte geïntegreerd in het spel, bijvoorbeeld advertentieruimte op borden langs het voetbalveld in een voetbalspel; en
- In-Menu:advertentieruimte in het menu van het spel.
minimum revenue guarantee’ (MRG). Die minimaal te behalen omzetbedragen zijn voor 2022: USD 11,560,000, voor 2023: USD 17,017,813 en voor 2024: USD 1.797,188. Om op die omzetgarantie recht op te hebben moet Bidstack voldoende advertentieruimte beschikbaar stellen. Daartoe zijn zogenoemde Inventory Targets overeengekomen, die in Schedule 2 zijn opgenomen.
self-billing invoice) en naar Bidstack gestuurd. Later is Bidstack de Inventory gaan factureren.
3.De vorderingen in de hoofdzaak
4.Het geschil in het incident
5.5. De beoordeling
bestaanen dat deze moest blijven
voortbestaanom aanspraak te kunnen maken op de MRG. Dat dit het geval is, is ook zonder de gevorderde informatie vast te stellen. Bidstack heeft een overeenkomst met EA overgelegd van 2 december 2022. Het bestaan van díe overeenkomst staat daarmee vast. Dat delen zijn zwartgelakt doet daar niet aan af. Aangezien verder in de wel leesbare considerans van de overeenkomst van 2 december 2022 expliciet staat vermeld dat partijen op 9 december 2021 een overeenkomst zijn aangegaan en dat de overeenkomst van 2 december 2022 die overeenkomst vervangt, staat ook vast dat tijdig – vóór 31 december 2021 – een overeenkomst met EA was gesloten.
Bovendien zijn de overeenkomsten tussen Bidstack en EA alleen relevant als Bidstack onvoldoende advertentieruimte aan Azerion heeft aangeboden. Vooralsnog valt niet in te zien waarom de overeenkomst met EA relevant zou zijn voor de beoordeling van de vraag of dit het geval is. Immers gaat het dan niet om wat Bidstack jegens AE heeft bedongen, maar om wat zij aan Azerion daadwerkelijk heeft aangeboden. Als zij onvoldoende heeft aangeboden, is niet van belang of dat wordt veroorzaakt door haar tekortschietende verhouding tot EA of om een andere reden. Als Bidstack voldoende heeft aangeboden, blijkt daaruit dat haar rechtsverhouding met EA haar daartoe kennelijk in staat stelde, maar is de inhoud van die rechtsverhouding niet van belang.
Mocht de rechtbank naar aanleiding van de inhoudelijke behandeling van de zaak oordelen dat de overeenkomsten tussen Bidstack en EA toch van belang zijn voor de beoordeling van de verplichtingen van Bidstack jegens Azerion, dan zal zij op grond van het bepaalde in artikel 22 Rv. Bidstack alsnog kunnen bevelen die overeenkomsten in het geding te brengen.
6.De beslissing
25 oktober 2023voor conclusie van antwoord,