ECLI:NL:RBAMS:2023:6765
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid en groepsaansprakelijkheid na mishandeling met materiële en immateriële schadevergoeding
In deze zaak, die op 20 oktober 2023 door de Rechtbank Amsterdam is behandeld, zijn twee gedaagden, [gedaagde in 10336524] en [gedaagde in 10336497], aansprakelijk gesteld voor de schade die eiser, [eiser], heeft geleden na een mishandeling op 19 april 2022. Eiser werd op zijn scooter aangevallen door de gedaagden en een onbekende derde. Beide gedaagden waren eerder strafrechtelijk veroordeeld voor hun rol in deze mishandeling, wat de onrechtmatigheid van hun handelen in deze civiele procedure bevestigt. Eiser vorderde een schadevergoeding van € 6.672,89, inclusief materiële schade voor zijn scooter, een ketting, een Bitcoin-wallet en een rijbewijs, alsook immateriële schadevergoeding (smartengeld). De rechtbank oordeelde dat de gedaagden aansprakelijk waren voor de schade die eiser had geleden, zowel op basis van eigen onrechtmatige daad als groepsaansprakelijkheid. De rechtbank kende eiser een totale schadevergoeding van € 1.517,40 toe, inclusief wettelijke rente vanaf de datum van de mishandeling. De gedaagden werden ook veroordeeld in de proceskosten van eiser. Het vonnis benadrukt de toepassing van artikel 6:162 BW (onrechtmatige daad) en artikel 6:166 BW (groepsaansprakelijkheid) in het kader van de aansprakelijkheid voor de gepleegde geweldsdelicten.