Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[gedaagde 1] ,
2.
[gedaagde 2],
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de curator, QQ., in hoedanigheid van curator in het faillissement van B.V., een verzoek ingediend tot verbetering van een eerder vonnis dat op 14 juni 2023 was gewezen. De curator verzocht de rechtbank om een kennelijke fout in het vonnis te herstellen, waarin stond dat gedaagde 2 werd veroordeeld tot betaling aan gedaagden, terwijl dit in werkelijkheid aan de curator moest zijn. De rechtbank heeft de gedaagden in de gelegenheid gesteld om hun standpunt over het verzoek kenbaar te maken. Gedaagde 1 heeft bezwaar gemaakt tegen het verzoek, stellende dat gedaagde 2 niets te maken had met het bedrijf en dat het eerdere vonnis in stand moest blijven.
De rechtbank heeft de argumenten van de gedaagden overwogen en geconcludeerd dat er inderdaad sprake was van een kennelijke fout in het vonnis van 14 juni 2023. De rechtbank heeft het verzoek van de curator toegewezen en het vonnis aangepast. De aanpassing houdt in dat gedaagde 2 nu wordt veroordeeld om aan de curator te betalen in plaats van aan gedaagden. De rechtbank heeft ook bepaald dat deze verbetering op de minuut van het eerdere vonnis moet worden vermeld en dat partijen de ontvangen afschriften van het eerdere vonnis moeten retourneren aan de griffie.
Dit herstelvonnis is uitgesproken op 5 juli 2023 door rechter R.H.C. Jongeneel en is een belangrijke stap in de afhandeling van de faillissementszaak.