ECLI:NL:RBAMS:2023:7171
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- R.C.J. Hamming
- Rechtspraak.nl
Vordering tot terugbetaling en schadevergoeding in het kader van een geldlening met toepassing van de Haviltex-maatstaf
In deze zaak vordert eiser, [eiser], terugbetaling van kosten die hij heeft betaald aan gedaagde, COONAN BEHEER B.V. (hierna: Coonan), in het kader van een geldlening die in 2011 is verstrekt. De lening van € 500.000,- was bedoeld voor de exploitatie van Villa Tofu in Zuid-Frankrijk, waarvan [eiser] voor 99% aandeelhouder was. Coonan heeft de lening opgeëist na het huwelijk van [eiser] met de zus van de bestuurder van Coonan, [naam], te hebben beëindigd. Eiser heeft een bedrag van € 82.000,- aan kosten vergoed, waarvan hij nu € 57.000,- terugvordert op basis van onverschuldigde betaling. Coonan heeft verweer gevoerd en vordert op haar beurt dat [eiser] in de proceskosten wordt veroordeeld.
De rechtbank heeft de vordering tot terugbetaling afgewezen. De rechtbank oordeelt dat de kosten die [eiser] heeft vergoed niet onverschuldigd zijn gedaan, omdat de overeenkomst tussen partijen, met toepassing van de Haviltex-maatstaf, ruimte biedt voor de kosten die Coonan heeft gemaakt voor de invordering van de lening. De rechtbank concludeert dat er geen concrete omstandigheden zijn aangevoerd die de kosten onaanvaardbaar maken naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid.
Daarnaast heeft [eiser] ook een schadevergoeding van € 75.000,- gevorderd op basis van onrechtmatige daad, omdat Coonan beslag heeft gelegd en een hypotheek heeft gevestigd. De rechtbank wijst deze vordering eveneens af, omdat [eiser] niet heeft onderbouwd waarom het handelen van Coonan onrechtmatig zou zijn. De rechtbank concludeert dat de vorderingen van [eiser] worden afgewezen en dat hij in de proceskosten wordt veroordeeld.