Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
14 maart 2023in staat van faillissement,
[gedaagde 2],
1.De procedure
- de dagvaarding van 2 maart 2023, met producties,
- de conclusie van antwoord, met producties,
- het tussenvonnis van 5 juli 2023, waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 22 september 2023 en de daarin genoemde stukken.
- de brief van 6 oktober 2023 waarin Deto opmerkingen maakt naar aanleiding van het proces-verbaal.
2.De feiten
“
In aanmerking nemende dat:Schuldenaar behoefte heeft aan uitbreiding van kredietfaciliteit en Deto B.V. hierin wil
voorzien.
Dat eerdere overeenkomsten van geldleningen worden samengevoegd in een nieuwe
overeenkomst en zodoende komen te vervallen bij ondertekening van deze overeenkomst.
Partijen verklaren als volgt te zijn overeengekomen.
schuldenaar ter leen ontvangt van de schuldeiser een som van € 450.000,- (…). Onder
aftrek van de reeds eerdere verstrekte (per deze vervallende) leningsommen ad.
respectievelijk € 150.000,- en € 100.000,- zal overmaking plaats vinden van € 200.000,-.
over het telkens resterende gedeelte van de hoofdsom een rente te betalen gerekend tegen
6% per jaar. De rentetermijnen en de betaling daarvan vervallen maandelijks.
maar in overleg verlengbaar zijn. De schuldenaar is te allen tijde bevoegd de hoofdsom of
het restant daarvan boetevrij af te lossen.
tot vrijgave van voertuigvoorraden van G-center B.V. Zie daartoe de bijgevoegde pandacte
verpanding voertuigen
vermeld nakomt, failliet wordt verklaard, surseance van betaling aanvraagt, boedelafstand
doet, onder curatele of onder bewind wordt gesteld of zijn roerende of onroerende zaken in
beslag worden genomen, is de schuldeiser, gerechtigd de hoofdsom casu quo de restant
betaling zonder ingebrekestelling of andere formaliteit.”
“Voor zover de voorraad verpanding niet toereikend is mocht blijken stelt links
ondergetekende [
; rb] zich in privé garant”
G-Center heeft of zal verkrijgen, ter zekerheid van de betaling van de vordering van Deto.
2.5. In de periode november 2022 tot en met februari 2023 hebben partijen gecorrespondeerd over de terugbetaling van de lening.
[gedaagde 1] B.V. heeft niets terugbetaald.
3.Het geschil
4.De beoordeling
Faillissement [gedaagde 1] B.V.
- kosten dagvaarding € 109,44
- griffierecht € 5.737,00 (inclusief het beslagrekest van € 676,00)
- salaris advocaat € 6.826,00 (2 punten x € 3.413,00 tarief VII)
- nakosten