In deze zaak vorderen de ouders zonder gezag de hervatting van de omgangsregeling met hun 10-jarige dochter, die door de William Schrikker Stichting (WSS) is stopgezet vanwege de spanning die het kind ervaart. De ouders hebben een omgangsregeling waarbij zij eens in de acht weken begeleide omgang hebben, maar deze is sinds november 2022 stopgezet. De ouders stellen dat het stopzetten van de regeling niet in het belang van hun dochter is, terwijl WSS van mening is dat de omgang schadelijk is voor het kind. De voorzieningenrechter oordeelt dat de zwaarwegende belangen van het kind zich verzetten tegen het hervatten van de omgangsregeling. De rechter benadrukt dat het belang van het kind voorop staat en dat er voldoende aannemelijk is gemaakt dat de omgang leidt tot ernstige spanning en gezondheidsproblemen voor het kind. De ouders worden aangespoord om samen met WSS naar alternatieve manieren van contact te zoeken, terwijl de voorzieningenrechter de gevraagde voorzieningen weigert en de proceskosten compenseert.