Op 20 januari 2023 heeft de rechtbank Amsterdam een ISD-maatregel opgelegd aan de veroordeelde, geboren in 1991, voor de duur van twee jaren. De tussentijdse toetsing vond plaats op 20 oktober 2023, waarbij de rechtbank de officier van justitie, de raadsman en deskundigen hoorde. Veroordeelde was niet aanwezig, maar zijn raadsman was gemachtigd om het woord te voeren. De rechtbank heeft kennisgenomen van relevante stukken, waaronder het vonnis van 20 januari 2023 en het verzoek van de veroordeelde en zijn raadsman om een tussentijdse toetsing van de ISD-maatregel.
Uit het verslag van de tussentijdse toetsing blijkt dat veroordeelde op 23 februari 2023 in een ISD-afdeling is geplaatst en dat hij openstaat voor trainingen en cursussen. Echter, hij heeft ook te maken met verslavingsproblematiek, wat resulteerde in zes positieve drugstests. De rechtbank heeft geadviseerd om de maatregel voort te zetten, omdat veroordeelde nog niet klaar is met de intensieve behandeling die hij ontvangt. De officier van justitie heeft gerekwireerd tot voortzetting van de ISD-maatregel, terwijl de raadsman verzocht heeft om de duur van de maatregel te verkorten.
De rechtbank oordeelt dat de voortzetting van de ISD-maatregel noodzakelijk is voor de beveiliging van de maatschappij en de beëindiging van recidive. De kans op recidive wordt als hoog ingeschat, en er is momenteel geen geschikte woon- of verblijfplaats voor veroordeelde. De rechtbank wijst het verzoek van de raadsman af, omdat er geen wettelijke mogelijkheid bestaat om de duur van de ISD-maatregel te verkorten. De beslissing is genomen op basis van artikel 6:6:14 van het Wetboek van Strafvordering, waarbij de ISD-maatregel wordt voortgezet.