Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
beschikking van de kantonrechter
de vereniging Vereniging van Eigenaars “ [naam VvE] ”
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Feiten
“
Artikel 171. Tot de gemeenschappelijke gedeelten en de gemeenschappelijke zaken worden onder meer gerekend, voor zover aanwezig:
a. (…) de gevels (daaronder begrepen de gevelbeplatingen en dilataties), de balkonconstructies, (…)
Artikel 22(…)
3. De eigenaars en gebruikers mogen zonder toestemming van de vergadering geen veranderingen aanbrengen in de gemeenschappelijke gedeelten of aan de gemeenschappelijke zaken, ook als deze zich in privé gedeelten bevinden.
Artikel 231. De eigenaars en gebruikers mogen zonder toestemming van de vergadering geen verandering aanbrengen, waardoor het architectonisch uiterlijk of de constructie van het gebouw gewijzigd zou worden. De toestemming kan niet worden verleend indien de hechtheid van het gebouw door de verandering in gevaar kan worden gebracht.
(…)”
Verzoek
[verzoeker 1] en [verzoeker 2] stellen daartoe, samengevat, het volgende. Zij hebben nu geen buitenruimte. Een balkon zou een grote toevoeging zijn op hun woongenot. Zij hebben hun wens in meerdere vergaderingen van de VvE naar voren gebracht. De grooteigenaar De Key heeft telkens aangegeven niet negatief naar het idee te kijken, maar daarbij verschillende voorwaarden genoemd. De Key deed het daarbij voorkomen dat er goedkeuring zou worden gegeven voor de plaatsing van het balkon als aan deze voorwaarden was voldaan. Daarom hebben [verzoeker 1] en [verzoeker 2] een rapport laten opstellen door een constructeur en later nog een nadere berekening laten maken en een omgevingsvergunning bij de gemeente aangevraagd. Uit de rapportage van de constructeur blijkt dat het gewenste balkon veilig kan worden geplaatst en dat ook een tweede balkon op [woning op adres 3 2] veilig zou kunnen worden aangebracht. De gemeente heeft na aanpassingen van de aanvraag de vergunning voor de plaatsing van het balkon ook verleend en de daartegen geuite bezwaren afgewezen. De directe buren van [verzoeker 1] en [verzoeker 2] hebben verklaard geen bezwaar te hebben. Volgens [verzoeker 1] en [verzoeker 2] zal de aantasting van de privacy van andere bewoners zeer beperkt zijn en weegt dat niet op tegen hun belang bij het hebben van een buitenruimte.
Verweer
De VvE heeft daartegen gemotiveerd verweer gevoerd en geconcludeerd tot niet ontvankelijk verklaring danwel afwijzing van het verzoek, met veroordeling van [verzoeker 1] en [verzoeker 2] in de kosten van het geding.
Beoordeling
Artikel 5:130 lid 1 BW bepaalt dat de kantonrechter een ‘besluit’ van de VvE kan vernietigen. De vraag of van vernietigbaarheid sprake is moet beantwoord worden op basis van de in artikel 2:15 BW daarvoor gegeven criteria. Blijkens artikel 5:124 BW is dat artikel immers (ook) van toepassing op besluiten van verenigingen van eigenaars. De artikelen 14-16 van Boek 2 BW zijn geschreven voor besluiten die als rechtshandeling zijn aan te merken. Een rechtshandeling vereist een op een rechtsgevolg gerichte wil (artikel 3:33 BW). Zoals de VvE terecht heeft aangevoerd, heeft de beslissing om [verzoeker 1] en [verzoeker 2] geen toestemming te verlenen voor het aanbrengen van een balkon geen rechtsgevolg. Er verandert namelijk niets. Deze beslissing kan daarom niet als door de VvE genomen ‘besluit’ worden vernietigd. Het verzoek dat wel te doen is, zal dan ook worden afgewezen.
verzoek tot vervangende machtiging aanbrengen van een balkon
Vervolgens is aan de orde de vraag of aan [verzoeker 1] en [verzoeker 2] een vervangende machtiging dient te worden verleend om een balkon aan de achtergevel van hun woning aan te brengen.
[verzoeker 1] en [verzoeker 2] worden als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van het geding, gevallen aan de zijde van de VvE als na te melden.
BESLISSING
zijde van de VvE begroot op € 528,00 aan salaris gemachtigde, voor zover van
toepassing inclusief btw;
begroot op € 66,00 aan salaris gemachtigde, voor zover van toepassing inclusief btw;