Uitspraak
regio Amsterdam,
locatie Amsterdam,
hierna te noemen: de Raad.
1.Het verdere verloop van de procedure
- de beschikking van deze rechtbank van 28 september 2022;
- het F9-formulier met bijlage van de vrouw, d.d. 14 januari 2023;
- het F9-formulier met bijlage van de man, d.d. 16 januari 2023.
2.De verdere beoordeling
€ 9.625,--.
€ 73.717,-- wordt uitgegaan. Daarnaast wordt in aanmerking genomen de arbeidskorting, de inkomensafhankelijke combinatiekorting en het kind gebonden budget dat de man ontvangt. De man heeft dan een netto besteedbaar inkomen van € 4.629,-- per maand. Gelet op de draagkrachtformule heeft de man een draagkracht van € 1.446,-- per maand.
€ 97,- per maand is. De vrouw is dus gelet op het voorgaande, niet in staat de kosten van de kinderen wanneer zij bij haar verblijven conform de zorgregeling, te betalen. De man heeft tijdens de mondelinge behandeling naar voren gebracht dat hij bereid is om het berekende tekort van € 246,-- aan de vrouw te betalen. De rechtbank berekent dit tekort op (€382 - € 97) € 285,--. Nu de vrouw haar verzoek zo heeft geformuleerd dat zij tevens de rechtbank verzoekt te bepalen dat de man gehouden is om een door de rechtbank in goede justitie vast te stellen bijdrage aan de vrouw te betalen, zal de rechtbank beslissen dat de man dit tekort van € 285,-- aan de vrouw moet voldoen.
3.De beslissing
naar deze zorgregeling zal gedurende drie maanden worden toegewerkt onder regie van JBRA;