Uitspraak
1.De procedure
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat,
- [naam 1] en [naam 2] , namens de WSS,
- de pleegmoeder en pleegvader.
2.De feiten
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2007.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de rechtbank Amsterdam op 22 februari 2023 uitspraak gedaan in een verzoek van de vader van een minderjarige, die op dat moment 15 jaar oud was, om een omgangsregeling vast te stellen. De vader verzocht om een uitgebreide omgangsregeling met zijn zoon, die sinds vijf jaar in een pleeggezin woont. De moeder van de minderjarige had in 2014 de relatie met de vader beëindigd en het gezag was in 2020 aan de William Schrikker Stichting (WSS) toegewezen. Tijdens de mondelinge behandeling op 8 februari 2023, waarbij de vader, de pleegmoeder en vertegenwoordigers van de WSS aanwezig waren, werd duidelijk dat de minderjarige op dit moment geen contact met zijn vader wenst. De WSS heeft aangegeven dat het voor de minderjarige belangrijk is dat omgang op een ongedwongen manier plaatsvindt en dat hij niet gedwongen kan worden tot omgang met zijn vader. De rechtbank heeft de belangen van de minderjarige vooropgesteld en geconcludeerd dat het niet in zijn belang is om de omgang af te dwingen. De verzoeken van de vader zijn afgewezen, evenals het verzoek om een bijzondere curator te benoemen, omdat dit niet zou bijdragen aan een andere uitkomst. De rechtbank heeft benadrukt dat het belangrijk is dat de WSS blijft werken aan het stimuleren van contact tussen de vader en de minderjarige, maar dat dit op een manier moet gebeuren die aansluit bij de wensen en behoeften van de minderjarige.