ECLI:NL:RBAMS:2024:1307
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing van verzoek tot herziening van verkeersbesluit inzake eenrichtingsverkeer op brug
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank Amsterdam het beroep van eisers, bestaande uit B.V. Automobielbedrijf- en Handelsonderneming "[naam bv]", C.V. Parking "[naam cv]" en Stichting Houd Centrum-Zuid bereikbaar, tegen de afwijzing van hun verzoeken om het verkeersbesluit van 19 oktober 2016 en het aanvullend besluit van 26 juni 2018 in te trekken of te wijzigen. De rechtbank heeft op 8 maart 2024 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het beroep ongegrond is verklaard. De rechtbank oordeelt dat er geen sprake is van nieuwe feiten of omstandigheden die een herziening van het verkeersbesluit rechtvaardigen. De verzoeken van eisers zijn afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, en de rechtbank concludeert dat het bestreden besluit niet evident onredelijk is. De rechtbank wijst erop dat de verkeerssituatie en de belangenafweging door verweerder zorgvuldig zijn uitgevoerd en dat de eerdere uitspraak van 10 januari 2019, waarin het beroep van eisers ongegrond werd verklaard, onherroepelijk is geworden. De rechtbank benadrukt dat het beroep van eisers niet kan slagen omdat zij niet hebben aangetoond dat er nieuwe feiten zijn die een heroverweging van het besluit rechtvaardigen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst de eisers op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak.