Uitspraak
- de dagvaarding van 21 juli 2023, met producties,
- de conclusie van antwoord,
- het tussenvonnis van 20 oktober 2023, waarbij een mondelinge behandeling is bepaald.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak vordert de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, [eiser] B.V., betaling van openstaande facturen door de gedaagde partij, Merfat B.V. (h.o.d.n. Amore Mio). [eiser] stelt dat Merfat meerdere bestellingen van vlees heeft geplaatst en dat de geleverde goederen niet zijn betaald. Merfat betwist echter het bestaan van een overeenkomst en stelt dat alle geleverde producten zijn betaald. De kantonrechter heeft op 12 januari 2024 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij de vordering van [eiser] werd afgewezen. De rechter oordeelt dat [eiser] niet voldoende bewijs heeft geleverd voor het bestaan van de overeenkomst, zoals vereist volgens artikel 150 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De kantonrechter concludeert dat de facturen op zich geen betalingsverplichting scheppen zonder bijkomende bewijsstukken van de onderliggende afspraken. De rechter wijst erop dat [eiser] in de dagvaarding niet voldoende gemotiveerd heeft onderbouwd waarom de vordering zou moeten worden toegewezen. De proceskosten worden aan [eiser] opgelegd, aangezien zij in het ongelijk is gesteld.