Uitspraak
uitspraak van de voorzieningenrechter van 29 maart 2024 in de zaak tussen
[verzoeker] , uit Amsterdam, verzoeker
het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, het college
Inleiding
Totstandkoming van het besluit
7 maart 2019, de ingangsdatum van de uitkering, niet vast te stellen, aldus het college.
Beoordeling door de voorzieningenrechter
4 augustus 2021. Op basis van de thans beschikbare gegevens is voor de intrekking van de uitkering in ieder geval geen grond waar het gaat om de periode voor de inschrijving van de onderneming.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- wijst het verzoek om voorlopige voorziening toe;
- schorst het bestreden besluit tot zes weken na de bekendmaking van de beslissing op bezwaar;
- bepaalt dat aan verzoeker een voorschot wordt verstrekt ter hoogte van de voor hem geldende bijstandsnorm met ingang van de datum van het verzoek om een voorlopige voorziening, 16 februari 2024, tot zes weken na de bekendmaking van de beslissing op bezwaar;
- bepaalt dat het college het griffierecht van € 51,- aan verzoeker moet vergoeden;
- veroordeelt het college tot betaling van € 1.750,- aan proceskosten aan verzoeker.