ECLI:NL:RBAMS:2024:2260
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bewonersvergunning parkeren door de gemeente Amsterdam
In deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam op 24 april 2024, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een bewonersvergunning parkeren beoordeeld. De gemeente Amsterdam had de aanvraag afgewezen op basis van het vergunningenplafond dat op nul was gesteld voor het gebied waarin eiseres woont. Eiseres had haar aanvraag ingediend op 15 februari 2023, maar deze werd afgewezen omdat er geen parkeervergunningen meer beschikbaar waren. Eiseres stelde dat zij in de veronderstelling verkeerde dat er een parkeerplaats beschikbaar zou zijn, gebaseerd op uitlatingen van haar verhuurder, maar de rechtbank oordeelde dat deze uitlatingen niet aan de gemeente konden worden toegerekend. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is, omdat de gemeente geen beleids- of beoordelingsvrijheid had bij de afwijzing van de vergunning op basis van het vergunningenplafond. De rechtbank oordeelt verder dat de situatie van eiseres niet bijzonder genoeg is om toepassing te geven aan de hardheidsclausule, en dat de gemeente in redelijkheid heeft kunnen besluiten om geen vergunning te verlenen. Eiseres krijgt geen vergoeding van griffierecht of proceskosten.