ECLI:NL:RBAMS:2024:2324

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
26 april 2024
Publicatiedatum
25 april 2024
Zaaknummer
23/6717, 23/6722
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • T.L. Fernig - Rocour
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van een maatwerkbesluit voor de plaatsing van een kanosteiger door Waternet

In deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam, gedateerd 26 april 2024, worden de beroepen van eisers tegen een maatwerkbesluit van Waternet beoordeeld. Waternet heeft toestemming verleend voor de plaatsing van een kanosteiger in Muiden, onder de voorwaarde dat de vergunninghouder zich houdt aan een compensatiemaatregel om ecologische schade te compenseren. De rechtbank oordeelt dat er geen waterstaatkundige bezwaren zijn tegen het besluit, omdat de steiger niet van het vereiste open type is, maar Waternet heeft een compensatie opgelegd die voldoet aan de Keur en het Keurbesluit. De eisers, bewoners van de nabijgelegen wijk, maken zich zorgen over de ecologische gevolgen en de noodzaak van de steiger, maar de rechtbank stelt dat deze bezwaren niet relevant zijn voor de beoordeling van het maatwerkbesluit. De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond, wat betekent dat de eisers geen gelijk krijgen en geen proceskostenvergoeding ontvangen. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor Waternet om zich te houden aan de regels van de Waterwet en de Keur, en dat de belangen van de eisers niet kunnen worden meegewogen in deze context.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
Bestuursrecht
zaaknummers: AMS 23/6717 en 23/6722

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 26 april 2024 in de zaken tussen

[eiser 1] en [eiser 2] , uit Muiden, eisers

en
Waternet, namens het dagelijks bestuur van het waterschap Amstel, Gooi en Vecht, verweerder (Waternet)
(gemachtigden: [gemachtigden verweerder] ).

Als derde-partij neemt aan de zaak deel: gemeente Gooise Meren (de gemeente),

(gemachtigde: [gemachtigde] ).

Inleiding

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van eisers tegen een door Waternet aan de gemeente verleend maatwerkbesluit.
Met een besluit van 14 maart 2023 heeft Waternet met een maatwerkbesluit toestemming verleend voor de plaatsing van een kanosteiger ter hoogte van [adres] [huisnummer] in Muiden.
Met de bestreden besluiten van 5 oktober 2023 heeft Waternet de bezwaren van eisers daartegen ongegrond verklaard.
Waternet heeft op de beroepen gereageerd met een verweerschrift. De gemeente heeft ook schriftelijk gereageerd.
De rechtbank heeft de beroepen op 19 maart 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eisers, de gemachtigden van Waternet en de gemachtigde van de gemeente.

Beoordeling door de rechtbank

1. De rechtbank beoordeelt of Waternet het maatwerkbesluit op goede gronden heeft genomen. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eisers.
2. De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond. Dit betekent dat eisers geen gelijk krijgen. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Wat aan deze procedure voorafging
3. In 2017 heeft de gemeente onder bewoners van de wijk [naam wijk] in Muiden een enquête uitgezet, met als doel de wijk op te knappen naar de ideeën van de bewoners en belanghebbenden in de wijk. In navolging hiervan heeft de gemeente op 23 januari 2023 een aanvraag ingediend bij Waternet voor de aanleg van een kanosteiger in het water, ter hoogte van [adres] [huisnummer] in Muiden.
4. Op 14 maart 2023 heeft Waternet een maatwerkbesluit genomen voor het plaatsen van de steiger. Waternet heeft daarbij toegestaan dat de steiger niet van het open type is, maar T-vormig, met aan het eind een loopplank met een lengte van 4 meter en een breedte van 1 meter. Met het bestreden besluit is Waternet bij het maatwerkbesluit gebleven. Wel heeft Waternet de gemeente een aanvullende compensatiemaatregel opgelegd.
Standpunt van eisers
5. Eisers wonen nabij de locatie waar de kanosteiger gerealiseerd is. Zij zijn het met de aanleg van de steiger niet eens en zijn daarom in beroep gegaan bij de rechtbank. [eiser 1] maakt zich met name zorgen over de ecologische gevolgen van de plaatsing van de kanosteiger en voert aan dat de dieren en vissen hierdoor ernstig gestoord worden. Eisers verwachten verder dat de kanosteiger leidt tot overlast en vinden dat de noodzaak tot het aanleggen van de kanosteiger ontbreekt.
Wettelijk kader
6. Bij beoordeling van deze beroepen moet de rechtbank uitgaan van de Keur. Hierin staan regels die Waternet hanteert. De Keur gaat onder andere over het gebruik en onderhoud van water. De regels van de Keur zijn nader uitgewerkt in het Keurbesluit. De relevante artikelen van de Keur en het Keurbesluit staan opgenomen in een bijlage bij deze uitspraak.
Overwegingen
7. De rechtbank overweegt dat voor het plaatsen van een steiger in het water geen vergunning vereist is als de steiger voldoet aan de in het Keurbesluit genoemde voorwaarden. [1] Maar in dit geval wordt niet aan alle voorwaarden voldaan, omdat de steiger niet van het vereiste ‘open type’ is. [2] De steiger die de gemeente heeft aangevraagd voldoet daar niet aan, omdat deze T-vormig is. Een T-vormige steiger heeft in vergelijking met een steiger van het open type een nadeliger invloed op de plantengroei en de ecologie. Een T-vormige steiger beschaduwt namelijk (een deel van) de vegetatiezones. Waternet heeft besloten om een dergelijke steiger toch toe te staan. Dit heeft Waternet gedaan met een maatwerkbesluit. [3] Daarin heeft Waternet de voorwaarde gesteld dat de nadelige ecologische gevolgen die de plaatsing van de steiger met zich meebrengt gecompenseerd worden. Deze compensatievoorwaarde houdt in dat de gemeente minimaal een nieuw oppervlakte onderwaterplanten (submerse) en/of riet en dergelijke (emerse) oplevert dat gelijk is aan het te compenseren oppervlak van vier vierkante meter. Die compensatie dient te worden aangebracht op een locatie die eerder te diep was voor onderwaterplanten. De grond op die locatie dient eerst opgehoogd te worden en vervolgens beplant te worden met onderwaterbeschoeiing.
8. Eisers kunnen zich vinden in de compensatiemaatregel, maar volgens [eiser 1] is de kanosteiger niet aangebracht in overeenstemming met het maatwerkbesluit. Zo is 45 vierkante meter riet weggehaald. Op de zitting heeft Waternet bevestigd dat geen riet met kluit mag worden weggehaald. Voor zover bekend bij Waternet is er geen kluit weggehaald. De rechtbank kan op deze grond van [eiser 1] niet ingaan. De rechtbank beoordeelt in deze zaak namelijk alleen of Waternet, gelet op de regels die zijn gesteld in de Keur en het Keurbesluit, een maatwerkbesluit mocht nemen waarmee het de gemeente toestaat een kanosteiger aan te leggen. Of de gemeente de kanosteiger in overeenstemming met de voorwaarden die daarvoor in het maatwerkbesluit zijn gesteld heeft aangelegd mag de rechtbank dus niet beoordelen. Indien [eiser 1] van mening is dat dit niet het geval is, dan ligt het op zijn weg bij Waternet een handhavingsverzoek in te dienen.
9. Eisers voeren aan dat de buurtbewoners geen behoefte hebben aan een kanosteiger en dat er in de buurt al een andere steiger aanwezig is. Het plaatsen van de kanosteiger is dus zonde van het gemeenschapsgeld. Verder was tijdens het participatieproces onduidelijk op welke locatie de kanosteiger precies zou komen. Eisers vrezen verder overlast in de vorm van geluidsoverlast en zwerfafval. Waternet heeft er terecht op gewezen dat deze belangen niet mee kunnen spelen bij de beoordeling, omdat dit geen waterstaatkundige belangen zijn. Zoals de rechtbank hiervoor al heeft overwogen kan Waternet alleen uitgaan van de Keur en het Keurbesluit. Hierin staan geen regels over de omstandigheden die eisers aanvoeren. De Keur en het Keurbesluit zijn een nadere uitwerking van de Waterwet. Volgens die wet mag Waternet in zijn besluitvorming niet meer belangen betrekken dan de belangen die voortvloeien uit de doelstellingen van de Waterwet, namelijk - voor zover hier relevant - de bescherming en verbetering van de ecologische kwaliteit van watersystemen. [4] Indien er geen waterstaatkundige bezwaren zijn, is Waternet dus verplicht de vergunning te verlenen. [5]
10. Nu partijen het over de gestelde compensatiemaatregel eens zijn, bestaan er geen waterstaatkundige bezwaren tegen het maatwerkbesluit. Waternet heeft het maatwerkbesluit waarmee het de gemeente toestaat een kanosteiger aan te leggen dus terecht genomen.

Conclusie en gevolgen

11 . De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond. Eisers krijgen daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgen ook geen vergoeding van hun proceskosten.
Beslissing
De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. T.L. Fernig - Rocour, rechter, in aanwezigheid van
mr.C.J. van ‘t Hoff, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 26 april 2024.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wet- en regelgeving

Waterwet
Artikel 2.1
De toepassing van deze wet is gericht op:
voorkoming en waar nodig beperking van overstromingen, wateroverlast en waterschaarste, in samenhang met
bescherming en verbetering van de chemische en ecologische kwaliteit van watersystemen en
vervulling van maatschappelijke functies door watersystemen.
De toepassing van deze wet is mede gericht op andere doelstellingen dan genoemd in het eerste lid, voor zover dat elders in deze wet is bepaald.
Artikel 6.21
Een vergunning wordt geweigerd, voor zover verlening daarvan niet verenigbaar is met de doelstellingen in artikel 2.1 of de belangen, bedoeld in artikel 6. 11 .
Keur
Artikel 2.31 (beperkingengebiedactiviteiten oppervlaktewaterlichamen)
Verboden activiteiten In dit artikel regelt het waterschap welke activiteiten verboden zijn in of bij oppervlaktewaterlichamen, tenzij de initiatiefnemer een vergunning krijgt of er een vrijstelling voor geldt. De regels verschillen voor primaire wateren, secundaire wateren en beschermingszones. De belangrijkste zijn:
(…)
Voor primaire en secundaire wateren en hun beschermingszone: Bouwwerken plaatsen, hebben of verwijderen: Het gaat hier om duikers, dammen, bruggen, steigers, beschoeiing, voorzieningen voor schaatsers of recreatievaart en dergelijke. De belangrijkste risico’s zijn dat ze een belemmering kunnen vormen voor de aan- en afvoer van water, voor het vaarverkeer en voor het onderhoud en dat ze schade kunnen veroorzaken aan de ecologische kwaliteit van het watersysteem
(…)
Artikel 2.40 (vrijstelling beperkingengebied activiteiten)
Vrijstelling onder voorwaarden Het dagelijks bestuur kan besluiten dat voor bepaalde verboden activiteiten een (collectieve) vrijstelling geldt van het verbod, waarbij activiteitgerichte specifieke zorgplichten gelden in aanvulling op de objectgerichte specifieke zorgplichten. De activiteitgerichte specifieke zorgplichten zijn er op gericht dat de oogmerken niet in gevaar komen. Voor sommige activiteiten geldt een meldingsplicht.
Artikel 2.42 (maatwerkvoorschriften)
Het bestuur kan met het oog op de belangen bedoeld in artikelen 2.1, 2.7, 2.13, 2.26 (oogmerken) en artikelen 2.2, 2.8, 2.14, 2.27 (specifieke zorgplichten) maatwerkvoorschriften stellen in aanvulling op of afwijking van de regels in:
een vrijstelling, als bedoeld in artikel 2.40 (vrijstelling); en
nadere regels, als bedoeld in artikel 2.41 (nadere regels specifieke zorgplichten).
In het maatwerkvoorschrift kan worden bepaald in welke mate en voor welke duur de afwijking geldt.
Een maatwerkvoorschrift kan niet worden gesteld als over een onderwerp een voorschrift aan een vergunning kan worden verbonden.
Keurbesluit
Artikel 2.18 (reikwijdte)
Vrijstelling wordt verleend van artikelen 2.31 onder b, onderdeel 1° en 2°, 2.17 onder a, onderdeel 6° en 7°, 2.18 onder a, onderdeel 5° en 6°, 2.18 onder b, onderdeel 4° en 5°, 2.19 onder a, onderdeel 4°, 2.19 onder b, onderdeel 4°, van de Keur voor:
het aanbrengen, hebben, wijzigen, vervangen en verwijderen van steigers en afmeerpalen in
 secundaire wateren;
 primaire wateren;
 de kernzone en beschermingszone van waterkerende dijklichamen; en
 de kernzone en beschermingszone van half-verholen waterkeringen,
(…)
Artikel 2.19 (specifieke zorgplicht voor steigers en afmeerpalen)
Degene die een vergunningvrije activiteit verricht als bedoeld in artikel 2.18, en weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat die activiteit nadelige gevolgen heeft of kan hebben voor de belangen, bedoeld in de artikelen 2.13, 2.14, 2.26 en 2.27 van de Keur (oogmerken en specifieke zorgplichten Keur), is verplicht:
alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van diegene kunnen worden gevraagd om die gevolgen te voorkomen;
voor zover die gevolgen niet kunnen worden voorkomen: die gevolgen zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken;
als die gevolgen onvoldoende kunnen worden beperkt: die activiteit achterwege te laten voor zover dat redelijkerwijs van diegene kan worden gevraagd.
(…)
3. De plicht, bedoeld in lid 1, houdt voor het aanbrengen, hebben, wijzigen en vervangen van steigers en afmeerpalen in ieder geval in, dat, in
 het boezemsysteem, buiten de in Knelpuntenkaart boezemsysteem aangewezen gebieden, zoals opgenomen op Kaart 3,
(…)
buiten het leggerprofiel:
(…) 3º. steigers in groene oeverzones van het open type zijn zoals aangegeven in bijlage I;
(…)

Voetnoten

1.Artikel 2.18, eerste lid, aanhef en onder a, van het Keurbesluit.
2.Artikel 2.19, derde lid, aanhef, onder d en onder 3º, van het Keurbesluit.
3.Artikel 2.42 van de Keur.
4.Artikel 2.1 van de Waterwet.
5.Zie bijvoorbeeld een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van