Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 3 mei 2024 in de zaak tussen
[eiser] , uit Amsterdam, eiser
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Rechtbank Amsterdam
In deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam op 30 april 2024, met zaaknummer AMS 23/2471, is het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor de eenmalige energietoeslag voor studenten 2022 (EET 2022) ongegrond verklaard. Eiser had op 28 augustus 2022 een aanvraag ingediend, die door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam op 14 november 2022 werd afgewezen. Deze afwijzing was gebaseerd op de Beleidsregels eenmalige energietoeslag 2022. Eiser maakte bezwaar tegen deze afwijzing, maar het college handhaafde zijn besluit na een wijziging van het beleid op 7 maart 2023, waarbij studenten niet langer werden uitgesloten van de energietoeslag, maar wel aan specifieke voorwaarden moesten voldoen.
De rechtbank oordeelde dat het college de aanvraag van eiser terecht had afgewezen, omdat eiser geen energiecontract op zijn naam had overgelegd. Eiser stelde dat de rechtszekerheid vereiste dat zijn aanvraag onder de oude beleidsregels beoordeeld moest worden, maar de rechtbank oordeelde dat er geen rechtsregel was die dit verhinderde. De rechtbank benadrukte dat het college verplicht was om zijn besluit te heroverwegen op basis van de feiten en het geldende recht ten tijde van de heroverweging. Eiser had ook geen gebruik gemaakt van zijn recht om te worden gehoord tijdens de bezwaarfase.
De rechtbank concludeerde dat het beroep ongegrond was en dat eiser geen recht had op terugbetaling van griffierecht of vergoeding van proceskosten. De uitspraak werd gedaan door mr. L. Dolfing, in aanwezigheid van griffier mr. G. dos Santos 't Hoen, en werd openbaar uitgesproken op 3 mei 2024.