ECLI:NL:RBAMS:2024:2618

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
16 mei 2024
Publicatiedatum
7 mei 2024
Zaaknummer
8415880 CV EXPL 20-5939
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor vertraging van vlucht en rechtsgeldigheid van cessie

In deze zaak vorderen twee passagiers, die met de Koninklijke Luchtvaart Maatschappij N.V. (KLM) een vervoersovereenkomst hebben gesloten, compensatie voor de annulering van hun vlucht van Frankfurt naar Salt Lake City via Amsterdam op 30 mei 2018. De vlucht KL1768 werd geannuleerd, en de passagiers zijn op andere vluchten geboekt door de vervoerder. De passagiers hebben hun vordering aan Airhelp Ltd gecedeerd, die hen heeft geïnformeerd over hun recht op compensatie op basis van de Europese Verordening 261/2004. De vervoerder heeft echter slechts € 300,00 per passagier uitgekeerd, terwijl de passagiers aanspraak maken op € 600,00 per persoon, omdat de vertraging bij aankomst meer dan 4 uur bedroeg.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de passagiers met een vertraging van 7 uur en 43 minuten op hun eindbestemming zijn aangekomen, wat hen recht geeft op de volledige compensatie van € 600,00 per persoon. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de door de vervoerder aangevoerde korting van 50% niet van toepassing is, omdat de vertraging de door de vervoerder gestelde tijd overschreed. De kantonrechter heeft de vordering van de passagiers toegewezen, inclusief wettelijke rente vanaf de datum van de vlucht, en de vervoerder veroordeeld in de proceskosten.

De beslissing benadrukt de rechten van passagiers onder de Europese regelgeving en de verplichtingen van luchtvaartmaatschappijen bij annuleringen en vertragingen. De rechtbank heeft ook de rechtsgeldigheid van de cessie van de vordering van Airhelp aan de passagiers bevestigd, wat van belang is voor de rechtspositie van de passagiers in deze zaak.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 8415880 \ CV EXPL 20-5939
vonnis van:16 mei 2024
fno.: 569

vonnis van de kantonrechter

I n z a k e
1. [eiser 1],
2. [eiser 2],
beiden wonende te [woonplaats] (Duitsland),
eisende partijen,
hierna samen te noemen: de passagiers
gemachtigde: mr. D.E. Lof,
tegen

de naamloze vennootschap KONINKLIJKE LUCHTVAART MAATSCHAPPIJ N.V.,

te Amstelveen,
gedaagde partij,
hierna te noemen: de vervoerder,
gemachtigde: mr. M. Lustenhouwer.

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

  • dagvaarding van 6 juni 2019 met productie;
  • incident strekkend tot onbevoegdheid:
  • vonnis van 29 januari 2020 van de Rechtbank Noord-Holland waarin de kantonrechter zich onbevoegd verklaard en waarin de zaak wordt doorverwezen naar de rechtbank Amsterdam, sector kanton;
  • antwoord met producties;
  • repliek met producties;
  • dupliek;
  • dagbepaling vonnis.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Feiten

1. Als gesteld en niet (voldoende) weersproken staat vast:
1.1.
De passagiers hebben met de vervoerder een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan de vervoerder de passagiers op 30 mei 2018 diende te vervoeren van Frankfurt naar Salt Lake City via Amsterdam. Vlucht KL1768 van Frankfurt naar Amsterdam is geannuleerd.
1.2.
In het OCC rapport is opgenomen:
‘SAN due to no crew avbl due to wx AMS 29May.’
1.3.
De passagiers zijn vervolgens door de vervoerder op andere vluchten geboekt. De vluchten zijn uitgevoerd door United Airlines In het Passenger Name Record (PNR), waarin de reserveringen van de passagiers zijn opgenomen is vermeld:
‘UA 059 30May 3 FRASFO LK2 1355 1630/NN (…)UA53902 30May 3 SFOSLC LK2 1950 2244/NN’
1.4.
In een overzicht genaamd United Airlines 5329 Historical Flight Status is opgenomen met betrekking tot de vlucht van San Francisco (SFO) naar Salt Lake City (SLC):
‘DepartureFlight Gate Times30-May-2018Scheduled Actual19:50 23:36ArrivalScheduled Actual22:44 02:43Total Arrival Delay: 3 h 59 mins’
1.5.
De passagiers hebben de vordering aan Airhelp Ltd – hierna Airhelp – gecedeerd.
1.6.
De vervoerder heeft per (ongedateerde) e-mail aan Airhelp meegedeeld:
‘(…) concerning flight KL1768 on 30 May 2018 from Frankfurt to AmsterdamEntitlement to compensationPer our records, this flight was cancelled due to operational (crew) reasons. As per EU regulation 261/2004, this is a situation where there is an entitlement to compensation of EUR 300 each.’The compensation amount in this case has been reduced by 50% in accordance with article 7.2 of the regulation. (…)This reduction applies because the arrival time at the final destination in this case was not exceeded by 4 hours as this flight distance was more than 3500 KM.
1.7.
Airhelp heeft de vervoerder op 11 maart 2019 schriftelijk gesommeerd tot betaling van de volledige compensatie ten gevolge van de vertraging.
1.8.
De vervoerder heeft geweigerd meer dan € 300,00 per passagier te betalen.

Vordering en verweer

2. De passagiers vorderen dat de vervoerder bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
a. € 600,00 aan hoofdsom;
b. € 90,00 aan buitengerechtelijke incassokosten;
c. wettelijke rente over € 600,00 vanaf de datum vlucht tot de algehele voldoening;
d. de proceskosten te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na vonnis;
3. De passagiers hebben aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof).
4. De passagiers stellen dat de vervoerder de vlucht heeft geannuleerd waardoor de passagiers met een vertraging van meer dan drie uur op de eindbestemming is gearriveerd. Gelet daarop is de vervoerder gehouden haar te compenseren conform artikel 7 van de Verordening. De passagiers stellen dat er compensatie is uitgekeerd voor deze vlucht maar dat dit niet het volledige bedrag is gelet op de afstand van de totale vlucht. De door de vervoerder gestelde korting van 50% is niet van toepassing nu de vertraging, anders dan de vervoerder stelt, meer dan 4 uur bedroeg. De passagiers overleggen daartoe de historische vluchtgegevens (1.4).
5. De passagiers hebben gesteld dat AirHelp de vordering door middel van cessie in november 2021 weer aan hen heeft overgedragen en dat zij dus weer eigenaar zijn geworden van de vordering.
6. De vervoerder betwist dat Airhelp de vordering rechtsgeldig aan de passagiers heeft overgedragen. Verder voert zij aan dat de vlucht is geannuleerd wegens een capaciteitsreductie ten gevolge van slecht weer. Dit is een buitengewone omstandigheid als bedoeld in de Verordening waardoor de vervoerder geen compensatie hoeft te betalen. Gelet op hetgeen is opgenomen in het PNR zijn de passagiers met een vertraging van 3 uur en 44 minuten op de eindbestemming gearriveerd. De vervoerder betwist dat de vluchten vertraagd zijn uitgevoerd. De passagiers kunnen hooguit aanspraak maken op € 300,00 per persoon aan compensatie. Kennelijk heeft de vervoerder deze uit klantvriendelijkheidoverwegingen uitgekeerd aan de passagiers.

Beoordeling

7. Tussen partijen staat vast dat de passagiers aanvankelijk de vordering aan Airhelp hebben gecedeerd. In eerdere procedures tussen Airhelp en de vervoerder is geoordeeld dat de retrocessie van Airhelp aan de passagier(s) rechtsgeldig heeft plaatsgevonden. De kantonrechter verwijst hiervoor naar het vonnis van 17 januari 2022 met zaaknummer 8147471 CV EXPL 19-23205 (ECLI:NL:RBAMS:2022:1353). Nu de onderhavige dagvaarding en de onderliggende stukken voor de cessie van de passagiers aan Airhelp overeenkomen met die in voornoemde zaak, wordt in de onderhavige zaak op beide punten in gelijke zin beslist. Voor de overwegingen verwijst de kantonrechter naar het genoemde vonnis.
6. Indien de passagiers recht hebben op compensatie op grond van de Verordening is dat, gelet op de afstand van de vlucht, een bedrag van € 600,00 per persoon. Dat is niet in geschil tussen partijen. Uit de e-mail opgenomen onder 1.6 volgt dat de vervoerder zich op het standpunt stelt dat er sprake is van een recht op compensatie op grond van de Verordening voor de onderhavige vlucht. Anders dan de vervoerder stelt is dat niet uit klantvriendelijkheidsoverwegingen geschied. De door de vervoerder genoemde oorzaak van de annulering correspondeert voorts met hetgeen in het OCC rapport is opgenomen. Desondanks heeft de vervoerder € 300,00 in plaats van € 600,00 per passagier uitgekeerd. In de conclusie van dupliek heeft de vervoerder een screenshot van het PNR opgenomen zoals weergegeven onder 1.3 en meegedeeld dat partijen met een vertraging van 3 uur en 44 minuten zijn gearriveerd op de eindbestemming waardoor de korting van 50% is toegepast. Uit de bij conclusie van repliek gevoegde vluchtgegevens van de vlucht van San Francisco naar Salt Lake City volgt dat deze vlucht een vertraging heeft opgelopen van 3 uur en 59 minuten waardoor de vertraging op de eindbestemming 7 uur en 43 minuten bedroeg. Gelet op het voorgaande had van de vervoerder in ieder geval een toelichting hierop mogen worden verwacht nu het PNR, zoals de vervoerder ook stelt, enkel de reserveringsgegevens bevat en dus niet de daadwerkelijke vluchttijden omdat er geen rekening is gehouden met een nadien opgelopen vertraging van de vlucht. Die toelichting ontbreekt. Het verweer dat de vluchten niet vertraagd zijn uitgevoerd wordt gepasseerd bij gebrek aan onderbouwing. Dat betekent dat ervan uit wordt gegaan dat de passagiers met een vertraging van 7 uur en 43 minuten op de eindbestemming zijn gearriveerd en derhalve recht hebben op € 600,00 aan compensatie per persoon. De gevorderde hoofdsom is derhalve toewijsbaar als hierna te melden.
7. De gevorderde wettelijke rente zal worden toegewezen met ingang van de datum van de vlucht. Het betreft immer een vordering tot vergoeding van forfaitaire berekende schade, die gelet op artikel 6:83 sub b Burgerlijk Wetboek (BW) terstond opeisbaar is. Het verzuim treedt dus zonder ingebrekestelling in op het moment dat de schade wordt geacht te zijn geleden.
8. De passagiers hebben niet aangetoond dat er meer dan een enkele standaardbrief aan de vervoerder is verzonden. Daarnaast hebben de passagiers naar het oordeel van de kantonrechter onvoldoende onderbouwd gesteld dat de gemaakte kosten betrekking hebben op andere werkzaamheden dan die ter instructie van de zaak of ter voorbereiding van de procedure. De passagiers hebben derhalve onvoldoende gespecificeerd en onderbouwd dat er kosten zijn gemaakt als bedoeld in artikel 6:96 BW. De vordering ter zake van de buitengerechtelijke kosten wordt afgewezen.
9. De vervoerder zal als in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld.

BESLISSING

De kantonrechter:
veroordeelt de vervoerder tot betaling aan de passagiers van € 600,00 aan hoofdsom, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 mei 2018 tot aan de voldoening;
veroordeelt de vervoerder in de proceskosten, aan de zijde van de passagiers tot op heden begroot op:
-griffierecht: € 231,00
-exploot: € 104,39
-salaris: € 270,00
--------------
totaal: € 605,39
inclusief eventueel verschuldigde btw en te vermeerderen met de wettelijke rente hierover indien deze proceskosten niet betaald zijn binnen 14 dagen na aanschrijving daartoe;
veroordeelt de vervoerder tot betaling van de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 68,00 aan salaris gemachtigde, inclusief eventueel verschuldigde btw, en te vermeerderen met de wettelijke rente hierover indien deze proceskosten niet betaald zijn binnen 14 dagen na aanschrijving daartoe;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. Wesdorp, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 16 mei 2024 in tegenwoordigheid van de griffier.